Investerings- en transformatiefonds

Het Investeringsfonds is opgezet ter dekking, geheel of gedeeltelijk, van uitbreidingsinvesteringen. Daarmee levert dit fonds dekking voor gevolgen van de groei van de stad.
Het transformatiefonds is bij de Begroting 2017 ingesteld om een versnelling in de bouw van extra woningen mogelijk te maken. Onder strikte voorwaarden die zijn vastgelegd in de Financiële Verordening 2023, wordt het fonds ingezet voor het dekken van de onrendabele top bij nieuwbouw van woningen. Begin 2023 heeft de evaluatie van het transformatiefonds plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan onderzoeken we hoe we verder met het transformatiefonds omgaan en komen in 2024 met een voorstel naar de raad. Voor een toelichting op de besluiten die zijn genomen over de middelen in beide fondsen, verwijzen wij naar de bijlage Investeringen.

Het investeringsfonds raakt leeg, maar de stad blijft groeien. Voor de uitbreidingsinvesteringen is daarom onderzoek gedaan naar een nieuwe investeringsstrategie en wordt een nieuwe investeringssystematiek doorgevoerd. De huidige kredieten lopen nog via het investeringsfonds, maar de komende kredieten niet meer. Die komen direct op de balans en zo worden er jaarlijks kapitaallasten aan toe gerekend. We gaan dus niet meer wachten met investeren tot we voldoende geld hebben gespaard, maar we gaan dat geld lenen en over de looptijd van de investering terugbetalen. De voordelen van deze systematiek zijn dat er eerder geïnvesteerd kan worden, waardoor de stad niet op slot komt te staan. Investeringen die horen bij de groei van de stad kunnen in de toekomst weer plaatsvinden. En de kosten hiervan worden ‘automatisch’ als kapitaallasten opgenomen in de meerjarenraming. Dat is in de huidige systematiek niet het geval. Deze wijziging betekent ook dat we rente gaan betalen over de investeringen. Dit maakt de investeringen iets duurder. De hoogte van de rente is dus een belangrijk element in het duurder zijn. Hoe lager de rente, hoe minder het verschil. En door te lenen verandert ook onze balanspositie. We hebben minder eigen vermogen en meer vreemd vermogen. Dit wordt vaak uitgedrukt met de term solvabiliteit, die daalt door deze aanpassing.

Door de nieuwe systematiek kan de jaarlijkse toevoeging aan het investeringsfonds die nu begroot staat, verlaagd worden met € 1 mln. Dit bedrag is meegenomen bij de besparende maatregelen (zie H1 van de begroting in de financiële hoofdlijnen, punt 16d). Er blijft voldoende ruimte over om de kapitaallasten te dekken. De verdere verwerking van dit voorstel vindt plaats in de VJN 2025.