Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk
Rekenkamer Metropool Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Rekenkamer Metropool AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:20 augustus 2015Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:laagOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om gezamenlijk een rekenkamer in te stellen. Dit is wettelijk verplicht. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe rekenkamer heeft één lid. Dit lid is tevens directeur. De raden benoemen het lid van de rekenkamer op voordracht van een afvaardiging van de raden door een gelijkluidend besluit. Geen afvaardiging van een collegelid in deze regeling.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
In de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat de gemeenteraden eens in de zes jaar de gemeentelijke bijdragen aan de rekenkamer zullen vastleggen. De laatste zesjaarsperiode liep eind 2021 af. Vanwege het aantreden van de nieuwe bestuurder/ directeur van de RMA per 1 maart 2023, heeft het presidium van Amsterdam, in overleg met betrokken raadsleden uit Zaanstad, besloten de gemeentelijke bijdragen voorlopig voort te zetten op basis van de afspraak die tot eind 2021 gold. Een afspraak over de bijdragen voor een nieuwe zesjaarsperiode zal worden gemaakt nadat de rekenkamer een toekomstvisie voor de RMA met een zesjarenbegroting heeft opgesteld.Bij de ontwerpbegroting is een notitie gevoegd waarin de beleidsvisie en de gevraagde zesjarenbegroting is opgenomen. In deze notitie wordt aan beide gemeenteraden voorgesteld om de bijdrageregeling uit de periode 2016-2021 te continueren voor de periode 2023- 2028. De Beleidsvisie is terug te vinden via de link https://www.rekenkamer.amsterdam.nl/content/uploads/2023/08/Beleidsvisie-RMA-2023-2028-def.pdf
Financiële positie
Jaarrekening 2023
De jaarrekening 2023 heeft een positief resultaat van € 215.359, het resultaat is als volgt bestemd:
- Toevoeging algemene reserve 215.359
RMA houdt een algemene reserve aan van tussen de 10 en 15% van de te ontvangen jaarlijkse bijdragen. Naar verwachting heeft de algemene reserve eind 2024 een stand van circa € 356.560. Daarmee valt de huidige stand van de algemene reserve binnen de streefwaarde van 10 tot maximaal circa 15% van de te ontvangen jaarlijkse bijdragen. Wanneer de algemene reserve boven de 15% uitkomt, wordt in overleg met het Overlegorgaan RMA nagegaan hoe die middelen worden bestemd.
Rechtmatigheidsverantwoording 2023
Bevinding: De bestuurder is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens.
Begroting 2024 - 2027
De bijdragen voor 2024 zijn gebaseerd op de afspraak die gold voor de periode 2016-2021.
Het saldo van baten en lasten voor 2023 wordt begroot op € 49.050 (negatief). Dit tekort komt door de begrote kapitaallasten voor ICT- en huisvestingsinvesteringen. Door € 49.050 te onttrekken aan de bestemmingsreserves, ontstaat er een sluitende begroting.
Zienswijze
Op 25 mei 2023 gaf de raad van Zaanstad positieve zienswijze op de begroting en de begroting is ongewijzigd vastgesteld door het bestuur van de RMA.
Tevens stemden beide raden in met de voorstellen uit de notitie Gemeentelijke bijdragen RMA.
- Publiekrechtelijk
Gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Gezamenlijke ombudsman metropool AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:7 februari 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om op een effectieve en efficiënte wijze vorm en inhoud te geven aan de door de Gemeentewet aan de raad gegeven mogelijkheid om voor de behandeling van verzoekschriften een gezamenlijke ombudsman in te stellen. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe gemeente Amsterdam krijgt mandaat om jaarlijks de begroting en jaarrekening van de ombudsman voor het volgende kalenderjaar vast te stellen. De ombudsman voert ten minste jaarlijks overleg met een vertegenwoordiging van de raden.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Ontwikkelingen
Aan het einde van ieder jaar verschijnt de Ombudsagenda. De Ombudsagenda 2024 is geordend aan de hand van drie thema’s, te weten “Bestaanszekerheid”, “Inclusie” en “Leefbaarheid”. Onderwerpen die op de agenda staan zijn onder meer de opvang van dakloze gezinnen, de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 en een kinderrechtenscan naar discriminatie en racisme op school, in de buurt en online. Ook start de ombudsman een onderzoek uit eigen beweging naar de positie en het functioneren van Bureau Integriteit.
Op 10 juni is het rekenkamerrapport over klachtenbehandeling gepubliceerd. De raad heeft dit rapport besproken in september.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het resultaat, na effect bestemmingsreserves, over 2023 bedraagt € 25.489. Dit resultaat is toegevoegd aan de algemene reserve. De jaarrekening van de ombudsman is conform de gemeenschappelijke regeling gecontroleerd door de auditdienst van de gemeente Amsterdam (ACAM).
In artikel 12 van de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat bij een positief exploitatieresultaat over een begrotingsjaar dit resultaat in het volgende begrotingsjaar aan de begrotingspost algemene reserve wordt toegevoegd.
Begroting 2025
De bijdragen worden jaarlijks nominaal geïndexeerd conform het percentage voor personele lasten uit de begrotingscirculaire van de Gemeente Amsterdam. Dit percentage is voor 2025 berekend op 3,8%.
De Ombudsman heeft de begroting 2025 vastgesteld op een lastentotaal van € 3.133.499. Het lastentotaal van de begroting 2024 na eerste wijziging is vastgesteld op € 3.058.785.
Sinds 2014 voorziet de GROMA in de mogelijkheid een positief resultaat toe te voegen aan de algemene reserve om een buffer op te bouwen van 10% van de totale bijdragen van alle deelnemer. Indien er sprake is van een overschrijding van de begroting dient deze reserve als eerste aangesproken te worden. De verwachting is dat zowel 2024 als in 2025 de algemene reserve niet aangesproken hoeft te worden omdat inkomsten en uitgaven in balans zijn.
In 2025 zal in gesprek met de deelnemers en het Presidium gezocht worden naar een passende manier van indexeren. Dit zal naar verwachting leiden tot een aanpassing in de gemeenschappelijke regeling. Ten tijde van het opstellen van de 2025 begroting zijn aanvullende gespreken gaande met zowel de gemeente Amsterdam als de overige gemeenten om te komen tot nieuwe afspraken voor 2025 en verder. De huidige bijdrage van de gemeenten wordt niet voldoende geacht om een duurzame voortzetting van de activiteiten te garanderen op hetzelfde kwaliteitsniveau.
Zaanstad signaleert dat de hoeveelheid zaken al een aantal jaar daalt, de totale financiële bijdrage is door indexatie echter gestegen.
Eerste begrotingswijziging 2024
De bijdragen van de diverse gemeenten worden jaarlijks nominaal geïndexeerd conform het percentage voor personele lasten uit de begrotingscirculaire van de Gemeente Amsterdam. Dit percentage is ten tijde van de 2024 begroting ingeschat op 3,6%. Daarmee is de bijdrage over 2023 ook voor de 2024 begroting geïndexeerd tegen 3,6%. Inmiddels is de indexatie definitief vastgesteld tegen 5,7%. De baten zijn derhalve voor 2024 bijgesteld tegen dit verhoogde percentage.
Zienswijze
Op grond van artikel 13 van de GROMA stelt de Ombudsman zelf jaarlijks de begroting voor het volgende kalenderjaar vast. De Ombudsman maakt werkafspraken met de deelnemers over de toezending van de conceptbegroting en het al of niet kunnen uitbrengen van zienswijzen. Nu de bijdragen van de overige deelnemers (niet zijnde gemeente Amsterdam) vaststaan dient de (wettelijk verplichte) mogelijkheid tot het uitbrengen van een zienswijze door een deelnemer geen zinvol doel. Het versturen van conceptbegrotingen en het verplicht in de gelegenheid stellen van een deelnemer om een zienswijze uit te brengen is daarnaast een administratief zware procedure bij een gemeenschappelijke regeling met een groot aantal deelnemers. De ombudsman maakt daarom onderlinge afspraken met de deelnemers hoe hier praktisch beter mee omgegaan kan worden.
Risico's en beheersmaatregelen
De financiële risico’s voor de Ombudsman zijn vooralsnog beperkt. Het belangrijkste risico is langdurige ziekte van personeel.
Om dat risico af te dekken is de afspraak gemaakt met gemeente Amsterdam dat de kosten voor personeel dat langdurig ziek is, niet meer volledig (maximaal voor de duur van 6 maanden) ten laste komen van het budget van de Ombudsman. De daarna beschikbaar komende middelen kan de Ombudsman dan inzetten voor vervangende personele capaciteit.
De prijspeilstijgingen en inflatie in 2025 een vormen een belangrijk risico.
In de meerjarenraming is uitgegaan van een indexatie (op basis van loonkostenontwikkeling) van 3,8% ten opzichte van de begroting 2024. De indexatie heeft vooral effect op de baten (verhoging bijdragen deelnemende gemeenten) en op de lasten (verhoging van loonkosten).
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk
Vereniging Nederlandse Gemeenten
(Bedragen x €1.000)Vereniging Nederlandse GemeentenRechtsvorm:Vereniging
Oprichtings-/publicatiedatum:28-2-1912Vestigingsplaats:Den HaagToezichtsregime:Openbaar belangDe Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn de 352 gemeenten (per 1-1-2021) samen, ondersteund door de VNG-organisatie. De VNG heeft als doel om de lokale overheid te versterken en de lokale democratie te vitaliseren. De gemeenten werken, via de VNG, met elkaar aan maatschappelijke opgaven.
Bestuurlijk belangZaanstad heeft 75 stemmen in de Algemene Ledenvergadering. Elke gemeente die lid is van de vereniging, brengt door tussenkomst van haar vertegenwoordiger zoveel stemmen uit als het aantal veelvouden van één duizend (1.000) inwoners dat de bevolking van de door haar gerepresenteerde gemeente telt, met dien verstande dat zij tenminste één en ten hoogste vijfenzeventig (75) stemmen uitbrengt.
Stemverhouding:Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Met de Verenigingsstrategie 2030 nemen gemeenten het voortouw bij belangrijke maatschappelijke kwesties. Vanuit de kennis van inwoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen én de uitvoering stellen gemeenten langetermijndoelen op, nemen we initiatief en geven we aan wat we van het rijk nodig hebben. Hiermee zetten we de inwoners op de eerste plaats en zorgen we voor samenhang in beleid en een gelijkwaardige samenwerking tussen alle overheidslagen. Het doel is om gezamenlijk meer resultaten te behalen en het vertrouwen in de overheid te herstellen. Daarbij hebben we het langetermijnperspectief voor ogen waarbij de visie op Nederland 2040 een belangrijke uitwerking is.
De verenigingsstrategie heeft vijf zogenoemde beleidsinhoudelijke omkeringsthema’s:
- bestaanszekerheid
- kansengelijkheid en jeugd
- vergrijzing en gezond leven
- klimaat en energie
- ruimtelijke puzzel van opgaven in de leefomgeving
Om het verschil te kunnen maken op deze thema’s en andere beleidsdossiers, zijn in de Verenigingsstrategie ook vijf ontwikkelpunten voor gemeenten en de VNG als organisatie opgesteld:
- één sterke bestuurslaag van gemeenten
- leren van elkaar
- knooppunt van netwerken
- regionale samenwerking
- versterken van mandaat en slagvaardigheid van de VNG
Over het gemeentefonds in z’n totaliteit is er voor de lange termijn nog geen duidelijkheid. Weliswaar is voor het gat in 2026 eenmalig geld gereserveerd. Maar vanaf 2027 is er nog steeds een financieel tekort waarvoor het rijk nog geen structurele oplossing heeft. Dit is voor alle gemeenten een groot probleem, gezien de noodzaak om dit jaar najaar een sluitende meerjarenbegroting te presenteren.
26 juni 2024 is de Algemene Ledenvergadering gehouden, namens Zaanstad is wethouder Onclin aanwezig geweest. De door Zaanstad ingebrachte motie “Wend het ravijn af: compensatie voor 2026 en 2027” is behandeld, deze motie is aangenomen met 99,34% van de stemmen.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het bedrijfsresultaat is uitgekomen op € 3,543 miljoen negatief. Dit is € 2,080 miljoen beter dan begroot. De resultaten van de effectenportefeuille en de deelnemingen waren geen onderdeel van de begroting. Na het positieve resultaat van € 5,005 miljoen vanuit de effectenportefeuille, het positieve resultaat van de deelnemingen van € 1,363 miljoen en de onttrekking uit de bestemmingsreserve is het onverdeeld resultaat uitgekomen op € 3,758 miljoen positief.
Resultaatsbestemming
Het onverdeeld resultaat, € 3,758 miljoen positief, zal worden toegevoegd aan de overige reserves.
Begroting 2025
Voor de begroting 2025 hanteert VNG de volgende financiële kaders:
- De ontwikkeling van de contributie is conform besluit contributievoorstel 2025. Hierin wordt door het bestuur een contributieverhoging van 5,2% voorgesteld. Hiervan is 4,2% de compensatie voor loon- en prijsontwikkeling en 1% ingroei naar volledige dekking van de kosten van de basisorganisatie van de VNG vanuit de contributie.
- De begrote salarislasten worden doorgerekend met als vertrekpunt de formatie zoals deze is vastgesteld voor de begroting van 2024, waarbij er wordt gekeken naar de bezetting op peildatum 1 juli van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar. Bij deze vergelijking is het uitgangspunt dat de in de begroting op te nemen kosten zo dicht mogelijk aansluiten bij de te verwachten werkelijke lasten.
- Voor de invulling van prioriteiten wordt een bedrag gereserveerd van € 1,7 miljoen. Dit is € 0,85 miljoen voor de beleidsdirecties en € 0,85 miljoen voor de staf- en ondersteuningsafdelingen. Dit bedrag is in lijn met de begroting 2024.
- Naast de contributie en de inzet van het eigen vermogen zijn er ook andere bronnen waaruit de activiteiten van de organisatie als geheel worden gedekt. Subsidies en bijdragen aan het fonds GGU vormen hierbij een wezenlijke bron van inkomsten voor de daarbij behorende activiteiten.
- Voor het fonds GGU wordt het jaarplan voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering. De omvang van het GGU-fonds is, op basis van de voorgelegde plannen, € 82,055 miljoen. De werkelijke omvang van de subsidieprojecten zal worden vastgesteld tijdens het opstellen van de begroting 2025 in het najaar van 2024. Deze vaststelling heeft geen effect op het resultaat van de Vereniging.
- Als gevolg van eerdere subsidies die ontvangen zijn ter ondersteuning van de VNG-doelstellingen, niet zijnde GGU-activiteiten, kunnen nieuwe werkzaamheden ontstaan. De uitvoering hiervan kan, in een later stadium, als voorstel binnen het GGU worden uitgevoerd.
- In de begroting 2024 komt er conform de contributiesystematiek 14% dekking vanuit de inzet van het eigen vermogen. Op basis van het contributievoorstel 2025 daalt de inzet van het eigen vermogen naar 13% waarmee de begroting voor 2025 sluitend is. Deze ingroei is de tweede component in het contributievoorstel (naast de indexatie voor loon- en prijsontwikkeling).
- De resultaten van de effectenportefeuille en de VNG-bedrijven worden toegevoegd aan het resultaat van de Vereniging op jaareinde.
Risico’s en beheersmaatregelen
- Projecten namens derden worden mede uitgevoerd door medewerkers met een vaste aanstelling. Risico bij het wegvallen van projecten is dat er onvoldoende dekking is voor de salarislasten en eventueel kosten voor afvloeiing van projectmedewerkers. Om de risico’s te beheersen worden alleen die projecten begroot die zeker zullen worden gerealiseerd. Voorts wordt voor de uitvoering van projecten zo veel mogelijk gewerkt met personeel dat flexibel over de projecten ingezet kan worden.
- Risico van een fictief dienstverband bij inhuur. Risicobeheersing vindt hier plaats door vooraf de opdrachtformulering helder en duidelijk neer te zetten en te toetsen. Inkoop Service Desk ondersteunt en bewaakt het inkoopproces.
- Risico dat achteraf het subsidiebedrag naar beneden wordt bijgesteld als de Vereniging niet aan de subsidievoorwaarden heeft voldaan, terwijl de lasten wel zijn gemaakt. Dit risico wordt onder meer beperkt door periodiek te monitoren of de gemaakte lasten binnen het toegekende budget vallen en een strikt tijdschrijfbeleid te handhaven zodat projecturen na afloop te verantwoorden zijn.
- Als indirect 100% aandeelhouder deelt de Vereniging in de resultaatseffecten als gevolg van de ondernemingsrisico’s van de deelnemingen. Mitigeren van het risico door sinds 2019 het resultaat van de deelnemingen niet meer mee te nemen in de begroting.
- Koersrisico over het belegd vermogen. Het risico op een negatief effect op het vermogen wordt beperkt door het aanbrengen van spreiding in de portefeuille. Er is gekozen voor een middellange beleggingsstrategie. Door het hanteren van een herwaarderingsreserve worden ongerealiseerde koersresultaten niet in het resultaat betrokken.
- VNG is eigen risicodrager voor de WW- en Bovenwettelijk WW rechten van de oud-medewerkers. Voor alle opgebouwde rechten wordt op het moment dat het recht zich voordoet een voorziening gevormd. Om eventuele opbouw van nieuwe rechten te beperken, werkt VNG voor een deel met tijdelijke contracten, indien het om tijdelijk werk en een tijdelijke financiering gaat.
- Privaatrechtelijk
Dimpact
(Bedragen x €1.000)DimpactRechtsvorm:Coöperatie
Oprichtings-/publicatiedatum:lidmaatschap gestart in oktober 2020Vestigingsplaats:EnschedeToezichtsregime:Openbaar belangBinnen de onafhankelijke coöperatie Dimpact werken 40 gemeenten samen. Zij co-creëren en leren van elkaar op het gebied van digitale innovatie van dienstverlening. Als lid van Dimpact kan Zaanstad (tegen betaling) gebruik maken van de producten die onder regie van Dimpact ontwikkeld zijn door de leden en evt externe partijen.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad heeft één stem in de Algemene Ledenvergadering van Dimpact. Wethouder Van der Laan vertegenwoordigt de gemeente in de ledenvergadering
Stemverhouding: 1 van de 40 stemmenActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
- Concept Bedrijfsplan 2025: Het bedrijfsplan voor 2025 is opgesteld met een transparante weergave van tarievenstructuur, productkosten en verenigingskosten1.
- Proces & Feedback: Er is een proces gevolgd om feedback te verzamelen vanuit de Dimpact governance, inclusief discussies met de Commissie Strategie en Beleid en de auditcommissie van de RvC.
- Begroting 2025: De begroting voor 2025 wijkt af van die van 2024, met veranderingen door het afronden van programma Beyond23 en de ontwikkeling van PodiumD2.
- Financiering & Eigen Vermogen: Er zijn voorstellen gedaan voor de financiering van programma Beyond23 uit het eigen vermogen en een jaarlijkse bijdrage voor ‘onvoorzien’ voor de implementatie van PodiumD.
- Publicatie-platform: Samen met andere gemeenten en Dimpact werken we aan één generieke en duurzame publicatievoorziening voor het actief openbaarmaken. We doen dit op basis van ‘open source’ en ‘common ground’. Deze ontwikkeling wordt door ons medegefinancierd vanuit het programma Zaanstad-open. De eenmalige kosten om het te ontwikkelen betreffen €115.000 tot 2027. Daarna verwacht €25.000 structureel voor beheer/support/hosting.
Risico’s:
- Complexiteit van de Opgave: Het realiseren van de Common Ground beweging is een complexe, omvangrijke en meerjarige opgave die onbekende paden en risico’s met zich meebrengt. De vereniging moet wendbaar en flexibel zijn om deze onzekerheid te omarmen.
- Digitale Transformatie: De strategische opgave wordt gezien als een digitale transformatie die meer een gedrag- en cultuuromslag vereist dan alleen een technologische oplossing. Dit vraagt om een nieuwe manier van samenwerken en een verandering in mindset en vaardigheden.
- Samenwerking en Kennisborging: Er is een focus op het verminderen van de afhankelijkheid van externe inhuur door kennis en kunde intern te borgen en verantwoordelijkheden laag in de organisatie te beleggen.
- Kwaliteitsmanagement: Er wordt gestreefd naar ISO-certificering 9001:2015 om kwaliteitsniveau te bewaken en continu te verbeteren, wat helpt bij het identificeren van risico’s en het nemen van verbetermaatregelen.
- Publicatie-platform: De bedachte Project Start Architectuur (PSA) kan tijdens de ontwikkeling mogelijk niet werken. Om dit risico te voorkomen, wordt de haalbaarheid en doorlooptijd van de PSA vooraf getoetst bij de drie ICT-bouwpartners van Dimpact.
- De gebruikersinterface kan te ingewikkeld zijn – niet gebruikersvriendelijk - wat de adoptie bij eindgebruikers tegenwerkt. Om dit risico te mitigeren, worden het NL Design System toegepast, UX/UI-ontwerpen en bruikbaarheidsonderzoeken van Tilburg hergebruikt, het UX/UI-ontwerp voor DImpact-gemeenten uitgebreid en verbeterd, en de effectiviteit getest via bruikbaarheidsonderzoeken bij de eindgebruikers.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het resultaat over het boekjaar 2023 bedroeg €244.151, dit resultaat is toegevoegd aan de algemene reserve. De algemene ledenvergadering (ALV) heeft hiermee ingestemd.
Zaanstad is niet aanwezig geweest bij de ALV en is passief lid.
Begroting 2025
- Algemeen: De begroting voor 2025 wijkt af van die van 2024, met behoud van de tarievenmethodiek van 2023 en 2024. Er is onvoldoende financiële informatie beschikbaar voor PodiumD en gerelateerde producten om deze in de begroting op te nemen.
- Financiering Beyond23: Het eigen vermogen van de vereniging wordt tijdelijk gebruikt om het programma Beyond23 te financieren, met een totaalbedrag van €2.203.000. Alternatieve financieringen zijn onderzocht, maar het gebruik van eigen vermogen is gekozen.
- Consequenties Eigen Vermogen: De tijdelijke financiering van Beyond23 en de jaarlijkse bijdrage aan het programma en PodiumD zullen het eigen vermogen in 2025 verminderen tot €941.000, wat resulteert in een weerstandsratio van 0,36, onder de gewenste norm van 1,2.
- Adviezen: Er worden voorstellen gedaan om het programma Beyond23 te financieren uit eigen vermogen, jaarlijks €150.000 beschikbaar te stellen voor onvoorziene kosten, en een lagere weerstandsratio te accepteren voor 2025 en 2026.
- Exploitatiebegroting: De risico’s voor de exploitatie zijn ingeschat op €2.451.000. Dit omvat personeelskosten, huisvesting, kantoorkosten, algemene kosten, autokosten, marketing- en communicatiekosten, afschrijvingskosten en financiële baten en lasten.
- Projectrisico’s: De risico’s voor projecten zijn ingeschat op €160.000. Dit omvat risico’s zoals onvoldoende personeel voor PodiumD, hogere kostenstijgingen door inflatie en onvoorziene vertragingen in projecten.
- Weerstandsvermogen: Voor 2025 moet het eigen vermogen minimaal €3.133.000 zijn om aan de norm te voldoen. Dit is nodig om de risico’s in de exploitatie en projecten te kunnen opvangen.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico: De Project Start Architectuur (PSA) die DImpact gemeente hebben opgesteld blijkt tijdens de ontwikkeling niet te werken.
Maatregel: bij de drie bouwpartners van DImpact is het PSA vooraf getoetst op haalbaarheid en doorlooptijd.
Risico: De gebruikers van het Publicatie Platform kunnen er niet mee uit de voeten.
Maatregelen:
- Toepassen NL Design System (toegankelijke en begrijpelijke overheidsdienstverlening)
- Hergebruik UX / UI ontwerp + bruikbaarheidsonderzoek Tilburg
- Uitbreiden UX / UI ontwerp Dimpact gemeenten
- Proof of the pudding nemen via eigen bruikbaarheidsonderzoek doelgroep (bij de informatiemarkt Wet open overheid 11-7 worden deelnemers geworven)
- Privaatrechtelijk
Metropoolregio Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Metropoolregio AmsterdamRechtsvorm:De MRA is geen juridische entiteit en heeft geen mogelijkheden om bindende besluiten te nemen. Het is een netwerk waarin wordt samengewerkt met provincies, gemeenten en de VRA. In de Samenwerkingsafspraken 2021 staat hoe de deelnemers met elkaar samenwerken.
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2007Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet gezamenlijk werken aan onderwerpen die de grenzen van de gemeenten overstijgen. Bijvoorbeeld duurzaamheid, economie, mobiliteit en ruimtelijke vraagstukken, maar ook vanuit een sociaal maatschappelijke invalshoek.
Bestuurlijk belangMetropool Regio Amsterdam (MRA) kent geen bestuurlijke vertegenwoordiging.
Er is in juridische zin geen bestuurlijk belang. Er kunnen binnen de MRA geen bindende besluiten worden genomen, dit is aan de gemeenteraden van de individuele deelnemers. Er is een informeel bestuurdersnetwerk.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Op basis van de MRA agenda 2020-2024 wordt gewerkt langs een aantal opdrachten:
- Opdracht 0: De samenwerking verder versterken Metropoolregio Amsterdam
- Opdracht 1: Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve en schone economie
- Opdracht 2: Bouwen voor de woningbehoefte en met groei de leefkwaliteit van het geheel versterken
- Opdracht 3: Vaart maken met het metropolitaan mobiliteitssysteem
Sinds enige tijd wordt er vanuit de MRA gewerkt aan een nieuwe Agenda, voor de periode 2025-2028. In deze agenda worden de inhoudelijke ambities voor de langere termijn geformuleerd.
De volgende 8 ambities zijn benoemd:
- We willen een klimaatneutrale en circulaire regio zijn in 2050
- We versterken de (digitale) concurrentie- en innovatiekracht van de MRA om bij te dragen aan de transities die nodig zijn
- We willen tekorten op de arbeidsmarkt verminderen en toekomstbestendig werk bieden aan huidige en nieuwe inwoners waardoor zij zich kunnen (blijven) ontwikkelen (door een optimale aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt
- We willen voldoende, passende, bereikbare en toekomstbestendige werklocaties in de nabijheid van (potentiële) werkenden
- We willen leefbare steden en dorpen met voldoende, betaalbare, bereikbare en toekomstbestendige woningen, in een gezonde leefomgeving.
- We behouden en (waar mogelijk) versterken de kwaliteit van ons landschap en cultuurhistorisch erfgoed.
- We willen dat het (inter)nationale toerisme en de recreatiemogelijkheden bijdragen aan de leefkwaliteit van al onze inwoners.
- We willen dat eenieder zich op duurzame en betaalbare wijze kan verplaatsen en dat al het logistieke vervoer duurzaam is. Onze (inter)nationale connectiviteit verduurzamen we.
Bij de MRA Agenda wordt een meerjarenbegroting voor dezelfde periode opgesteld. De verwachting is dat de meerjarenbegroting medio oktober aangeboden wordt voor wensen- en opvattingen. De meerjarenbegroting staat in december 2024 voor vaststelling op de agenda.
In 2024 wordt een start gemaakt met de uitvoering van de strategische agenda toerisme en recreatie, waarbij verder wordt ingezet op de spreiding van toerisme (in samenhang met recreatieve en culturele functies) en de bijdrage ervan aan de poly-centrische ontwikkeling van de MRA.
Door een gezamenlijke aanpak van Spoor en OV is een tariefstijging voor 2024 op het nippertje afgewend, dit geldt nog niet voor 2025.
In 2023 is er een meerjarenbegroting voor de resterende looptijd van de huidige MRA Agenda vastgesteld. Daarbij is de inwonerbijdrage per jaar tot en met 2025 vastgesteld. Voor 2023 bedraagt de bijdrage per inwoner € 1,56, voor 2024 € 1,59 en voor 2025 € 1,62.
Daarnaast levert Zaanstad ambtelijke capaciteit.
Jaarlijks verzendt de MRA een Termijnagenda en Voortgangsnota aan de MRA-deelnemers. Hierin staan respectievelijk de plannen voor het komende jaar en de resultaten van het afgelopen jaar.
De verzending van de definitieve conceptversie van de MRA agenda 2025-2028 ter bekrachtiging door alle deelnemers zal zijn wordt medio oktober 2024 verwacht. De lancering van de nieuwe MRA Agenda zal plaatsvinden op een MRA Congres in februari 2025.
Governance
In de MRA Samenwerkings-afspraken is omschreven hoe de samenwerking is vormgegeven. De MRA bestaat uit 30 gemeentes, 2 provincies en de Vervoerregio Amsterdam (VRA). De deelnemende gemeenten werken vanuit zeven deelregio’s. Uitgangspunt hiervoor is de huidige geografische indeling: Amsterdam, Amstelland-Meerlanden, Zuid-Kennemerland, IJmond, Zaanstreek-Waterland, Gooi en Vechtstreek, Almere-Lelystad. Iedere deelregio is met minimaal één afgevaardigde vertegenwoordigd in het Bestuur, de bestuurlijke platforms en de portefeuillehoudersoverleggen. In de Algemene Vergadering is iedere deelnemer vertegenwoordigd.
(1) Algemene Vergadering
- De Algemene Vergadering (AV) is het algemeen bestuur van de MRA.
- Elke deelnemer aan de MRA heeft rechtstreeks zitting in de AV.
- De AV controleert het Bestuur en is de primaire link met de deelnemers.
- In de AV worden financiële en procesmatige kaders gesteld, en wordt het gesprek gevoerd over de langere termijn en de cultuur van de MRA-samenwerking.
- De vergaderingen van de AV gaan niet over inhoudelijke onderwerpen: deze zijn belegd bij de bestuurlijke platforms, de portefeuillehoudersoverleggen en het Bestuur.
(2) Bestuur
- Heeft de dagelijkse leiding over de samenwerking in de MRA.
- Bewaakt de realisatie van de centrale ambitie, de drie inhoudelijke doelen en de samenhang.
- Gezicht naar buiten: coördineert de lobby in Den Haag en Brussel en zorgt dat met één mond wordt gesproken.
- Verantwoordelijk voor draagvlak voor te nemen besluiten.
- Legt verantwoording af aan algemene vergadering.
- Komt maandelijks bijeen.
- Bestaat uit: Burgemeester Amsterdam (voorzitter en formateur), Commissaris van de Koning Noord-Holland, Commissaris van de Koning Flevoland, , en per Bestuurlijk platform één afgevaardigde, niet zijnde de voorzitter (geografisch verdeling) . De directeur van de MRA is secretaris van het bestuur.
(3) Bestuurlijke platforms.
- 3 platforms (Economie, Ruimte, Mobiliteit).
- 3 portefeuillehoudersoverleggen (Bouwen & Wonen, Metropolitaan Landschap en Kunst, Cultuur & Erfgoed).
(4) Raadtafel
- De Raadtafel geeft gevraagd én ongevraagd advies over de processen die de gemeenteraden en Provinciale Staten van de MRA-deelnemers aangaan, waaronder de jaarlijkse Voortgangsnota, de Termijnagenda en het proces van ‘wensen en opvattingen’.
- Alle gemeenteraden en beide Provinciale Staten zijn met één lid vertegenwoordigd in de MRA Raadtafel.
(5) Directie
- ondersteunt het Bestuur, de bestuurlijke platforms (en daaraan gekoppelde andere overleggen) en Algemene Vergadering in al hun werkzaamheden;
- draagt zorg voor een optimale betrokkenheid van raden en Staten bij de MRA-samenwerking en ondersteunt daartoe onder meer de MRA Raadtafel;
- voert de dagelijkse werkzaamheden uit voor de uitvoering van de MRA Agenda;
- voert een actieve interne- en externe communicatie;
- beheert de MRA-financiën en voert daartoe een deugdelijke administratie;
- signaleert en initieert thema’s die regionale afstemming vereisen, en faciliteert het maken van regionale afspraken hierover;
- stelt elke vier jaar een directieplan op, waarin zij inzichtelijk maakt welke inzet nodig is om enerzijds de MRA-samenwerking mogelijk te maken (de kern van de Directie) en anderzijds de uitvoering van de MRA Agenda te bewerkstelligen (de flexibele schil). Het Bestuur komt op basis van dit plan met een voorstel aan de Algemene Vergadering om deze inzet beschikbaar te stellen.
Deelnemers MRA:
- Gemeenten (30)
Aalsmeer, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Diemen, Edam-Volendam, Gooise Meren, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Landsmeer, Laren, Lelystad, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Wijdemeren, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort.
- Provincies (2)
Noord-Holland, Flevoland
- Vervoerregio Amsterdam (VRA)