Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk
Vervoerregio Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Vervoerregio AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:7 maart 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vervoerregio Amsterdam heeft als doel het, door samenwerking van gemeenten, oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het AB/DB.
De wethouder van Amsterdam is voorzitter van het DB en tevens voorzitter van de Regioraad
Stemverhouding: 11,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Bestuursakkoord
Op 11 oktober 2023 presenteerde de VRA het nieuwe bestuursakkoord met de ambities voor de komende vier jaar. De VRA staat voor grote maatschappelijke uitdagingen als het gaat om klimaat, woningbouw, verkeersveiligheid en digitale veiligheid. Om de regio aantrekkelijk te houden wordt ingezet op een duurzaam bereikbare regio. De ambities van het bestuursakkoord zijn verder uitgewerkt in een beleidskader. Het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit is de uitwerking van de ambities uit het Bestuursakkoord en het Beleidskader Mobiliteit van de Vervoerregio Amsterdam. Het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2025-2033 (UPM) komt na de zienswijzeprocedure samen met de (gewijzigde) begroting voor besluitvorming terug bij de regioraad in november 2024.
Beleidskader
Er wordt extra geïnvesteerd op drie bestuurlijke speerpunten die verbonden zijn met het Beleidskader Mobiliteit vanuit de Bikker-gelden en de ruimte in de Brede Doeluitkering (BDU). Het betreft:
1. Waarborgen van de belangrijke rol van ov binnen STOMP.
2. Het STOMP-aanbod beter spreiden over de regio en de mensen / doelgroepen.
3. Een trendbreuk in de verkeersveiligheid bereiken.
Op kortere termijn het verbeteren van het netwerk van doorfietsroutes in de regio en zorgen voor veilige 50km wegen. Op langere termijn staan grote investeringen in schaalsprongprojecten en de ontsluiting van grote woningbouwlocaties gepland. De vervoerregio reserveert bijdragen voor projecten die een groei in het openbaar vervoer (ov) mogelijk maken, zoals het doortrekken van de Noord/Zuidlijn, de ov-verbinding Sloterdijk Amsterdam-Centrum, Zuidasdok en een derde perron op station Zuid. Met een reservering voor de Oostbrug voor de sprong over het IJ.
Uit beleidskader Mobiliteit staan vijf samenhangende doelen centraal:
- Bereikbaarheid: iedereen de mogelijkheden bieden om binnen redelijke tijd, tegen redelijke kosten en op een prettige en soepele manier de plaatsen te bereiken waar men wil zijn.
- Inclusiviteit: iedereen, ongeacht leeftijd, fysieke of mentale gesteldheid, sociaaleconomische status of waar diegene vandaan komt, genoeg kansen bieden om voorzieningen, sociale contacten, opleiding of werkplek te bereiken.
- Duurzaamheid: een CO2-neutraal mobiliteitssysteem, het verminderen van stikstofuitstoot, verminderd grondstoffenverbruik, verminderde invloed van het mobiliteitssysteem op het milieu, het voorkomen van de verslechtering van de biodiversiteit en klimaatadaptatie.
- Verkeersveiligheid: Vervoerregio Amsterdam wil in 2050 zo dicht mogelijk bij het doel van nul verkeersdoden en ernstig gewonden komen. Door meer op risico’s te sturen, op korte termijn een trendbreuk realiseren en de stijging van ongevallen omzetten in een daling.
- Gezondheid: Met de juiste mobiliteitsoplossingen en -keuzes bijdragen aan de fysieke en mentale gezondheid van onze reizigers en inwoners.
Risicoprofiel
Er is sprake van profiel middel.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
In 2023 werd er € 110,6 miljoen minder lasten en € 14,3 miljoen minder baten gerealiseerd dan begroot. Dit resulteert in een totale onderbesteding van € 96,3 miljoen. Van de onderbesteding in de lasten is € 99,5 miljoen ‘beklemd’, d.w.z. bestemd voor bijdragen aan projecten die reeds in contracten, overeenkomsten of beschikkingen zijn vastgelegd. Dit betreft projecten die in 2023 wel waren begroot, maar nog niet zijn gerealiseerd en waarvoor de financiële bijdrage nog niet geheel of gedeeltelijk is betaald. In de begroting 2023 werd rekening gehouden met € 32,4 miljoen die uit het beschikbare saldo BDU onttrokken moest worden. Door de onderbesteding kan € 63,9 miljoen worden toegevoegd aan dit saldo. Begin 2023 was het beschikbare BDU-saldo € 187,1 miljoen, dit stijgt nu naar € 250,9 miljoen. Er zijn verder geen op- of aanmerkingen. De jaarverslagen en de jaarrekeningen vallen binnen de redelijke bandbreedte van wat je mag verwachten.
Rechtmatigheidsverantwoording
De rechtmatigheidsverantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. De grens is door de regioraad bepaald en bedraagt 2% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 10.073.578. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV van november 2023.
- Begrotingscriterium
In 2023 zijn er geen begrotingsonrechtmatigheden te melden die boven de rapportagegrens artikel 24 lid 3 (€ 500.000) van de financiële verordening 2023 uitkomen.
- Voorwaardencriterium
De spendanalyse heeft aan het licht gebracht dat er een financiële onrechtmatigheid is op het voorwaardencriterium van 1,9 miljoen euro. Dit is een daling ten opzichte van 2022, toen de onrechtmatigheid € 2,6 miljoen euro bedroeg. We verwachten dat deze neerwaartse trend zich zal voortzetten in het komende jaar, omdat de activiteiten van de leveranciers die verband houden met deze onrechtmatigheid momenteel worden aanbesteed. De onrechtmatigheid betreft contracten die al in 2022 bekend waren. Er zijn in 2023 geen nieuwe bijgekomen. De hier vermelde onrechtmatigheid valt onder de verantwoordingsgrens zoals die is vastgesteld in de financiële verordening en heeft derhalve geen effect op de uitkomst van de financiële rechtmatigheidsverantwoording.
- Misbruik & oneigenlijk gebruik criterium
In 2023 zijn er geen M&O-onrechtmatigheden te melden die boven de rapportagegrens artikel 24 lid 3 (€ 500.000) van de financiële verordening 2023 uitkomen.
Bevinding:
Het dagelijks bestuur is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten en de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens.
Begroting 2025-2028
De begroting en het UPM bouwen verder op eerdere begrotingen, de ingezette lijn wordt doorgezet en constant beleid is geborgd. De grootste financiële wijziging is het toevoegen van de gelden van Motie Bikker aan de programmering. De besteding van het restant van de Bikker-gelden beloopt een separaat traject waardoor er mogelijk vanuit de besluiten wijzigingen optreden in de manier van programmeren in de begroting van de Vervoerregio. De regioraad dient hierover te besluiten.
Met de toevoeging van de gelden uit de motie Bikker (circa €85 miljoen) en de aanname van indexatie 2024 stijgen de baten BDU van de Vervoerregio tot een totaal van € 574 miljoen (voorheen € 470 miljoen).
De top10 grootste projecten, die in 2025 tot uitgaven komen zijn:
- ZuidasDok OV-Terminal en no-regret maatregel doortrekken Noord/Zuidlijn
- Aanpak Verkeersdruk Thorbeckeweg - N516
- Multimodale Knoop Schiphol
- Fietsenstalling Amsterdam CS Zuidoost
- Oranje Loper Amsterdam
- Binnenring Amsterdam
- Verlengen IJtram 1e fase Strandeiland
- Fietsenstalling Amsterdam Amstel Westzijde
- Guisweg Zaanstad planuitwerking
- Sprong over het IJ-Oostbrug planuitwerking
De ontwerpbegroting 2025-2028 schetst de verschillende mobiliteitsmaatregelen resulterend in de conceptbegroting om deze te bekostigen. De begroting is het resultaat van enkele belangrijke ontwikkelingen en afspraken die in de afgelopen jaren zijn gemaakt. Deze zijn samengevat in de Kaderbrief 2025 waar de raadsleden mee ingestemd hebben op 14 mei.
Vanuit de gemeente steunen we de visie en keuzes die de VRA maakt. Bovendien sluit het mooi aan op de koers die we inzetten met het vastgestelde Zaans mobiliteitsplan en de speerpunten die benoemd zijn in het coalitieakkoord.
Op grond van artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr), is gevraagd uiterlijk 15 september een zienswijze te sturen. In overleg met de VRA is later aanleveren op 25 september ook mogelijk. Dit geeft de mogelijkheid om de zienswijze op 24 september tijdens de raadsvergadering te bespreken. Eerder was door het zomerreces niet mogelijk.
Risico's en beheersmaatregelen
- AMRI: Beheer en onderhoud Onderdeel van de nieuwe governance-afspraken tussen de gemeente Amsterdam, GVB en de Vervoerregio was het afsluiten van een overeenkomst voor het assetmanagement railinfrastructuur (AMRI). Die overeenkomst geldt sinds 1 januari 2023 tussen de opdrachtgever Vervoerregio en opdrachtnemer GVB. Beide partijen moeten vertrouwd raken met hun nieuwe rol en de organisaties en processen daarop inregelen. Het in 2023 beschikbare budget voor het beheer en onderhoud door GVB blijkt voor een groot deel (ongeveer 40%) niet te zijn benut. Dit kan een signaal zijn dat de transitie naar de nieuwe werkwijze minder voortgang heeft dan gepland. Maar het kan ook zijn dat er sprake is van het ontstaan van achterstallig onderhoud. Om dit risico te mitigeren is de Vervoerregio samen met GVB bezig om het assetmanagement structureel en effectief in te bedden in beide organisaties.
- Zuidasdok is een van de grootste infrastructurele projecten van Nederland. Het project zorgt voor een betere bereikbaarheid van de Amsterdamse Zuidas en van het noordelijke deel van de Randstad. Zuidasdok vervult een spilfunctie in de ambities van de Vervoerregio. Stagnatie van het project raakt ook andere ambities, zoals aanpassingen op station Amsterdam CS. Om de voortgang van het project gaande te houden, is er continu overleg met Amsterdam en het Rijk.
- Woningbouw: Nederland kent een grote woningbouwopgave. De nadruk bij de plannen ligt op het realiseren van zoveel mogelijk woningen. Maar als er onvoldoende rekening mee wordt gehouden dat ook de mobiliteit een belangrijke plaats moet krijgen, bestaat het risico dat de bereikbaarheid van de nieuwe wijken minder groot is dan wenselijk. Als er onvoldoende ruimte wordt ingepland voor OV, kan het zijn dat de nieuwe bewoners vooral aangewezen zijn op autogebruik. Terwijl we dat juist proberen te ontmoedigen. De Vervoerregio heeft een actieve inbreng in allerlei voorbereidende gremia rondom de woningbouwopgaven. De organisatie brengt consequent het belang van mobiliteit bij de woningbouwopgaven voor het voetlicht.
- Arbeidsmarkt: De arbeidsmarkt is krap. Op veel gebieden is personeel schaars. Dat betreft ook de vervoerders. Doordat personeel schaars is, blijkt het niet altijd mogelijk om de opgave voor het openbaar vervoeraanbod te vervullen. Dat kan ongewenste effecten hebben, zoals ov-reizigers die meer de auto gaan gebruiken, waardoor mogelijk zelfs een krimp van het openbaar vervoergebruik kan ontstaan. De krapte op de arbeidsmarkt is een risico voor de vervoerders, maar heeft wel een effect op de doelstellingen en het imago van de Vervoerregio. De Vervoerregio denkt mee met oplossingen zoals het inzetten van anderstalige chauffeurs en trekt daarin op met de vervoerders.
- Bezuinigingen: Het is onduidelijk hoeveel prioriteit het nieuwe kabinet geeft aan het openbaar vervoer. Dat houdt het risico in zich dat het Rijk de komende jaren substantieel aandacht voor mobiliteit en bereikbaarheid in onze regio verliest of keuzes maakt die contrair zijn aan de belangen van mobiliteit. Het is ook mogelijk dat recente afspraken zoals die over Rijksbijdragen aan de MIRT-verkenningen of Zuidasdok ter discussie worden gesteld. De Vervoerregio heeft goede contacten bij het Rijk, zowel op het ministerie als in de Tweede Kamer. Via lobbyactiviteiten blijven de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag het belang van openbaar vervoer en mobiliteit in de regio’s onder de aandacht brengen.
- Klimaatveranderingen: . Nederland is extra kwetsbaar voor overstromingen omdat ons land voor een groot deel onder de zeespiegel ligt. Ook de openbaar vervoer en infrastructuur is kwetsbaar. Metro’s rijden op taluds die kunnen verdrogen, tunnels kunnen onderlopen bij extreme regenval. Het huidige vervoersysteem is hier niet goed op ingesteld. Klimaatrisico’s zijn bijvoorbeeld niet benoemd of beprijsd in de overeenkomsten met GVB. De Vervoerregio houdt bij de herijking van contracten of nieuwe projecten rekening met de effecten en kosten van klimaatverandering.
- OV-tarieven Een van de taken van de Vervoerregio is het jaarlijks vaststellen van de OV-tarieven. In 2010 zijn landelijk basisafspraken gemaakt voor de OV-tarieven en het landelijk tarievenkader. In 2012 kwam er een tarievenverordening waarin staat welke ruimte de vervoerders hebben en hoe het tarief moet worden bepaald. Sinds 2019 heeft de regioraad een adviserende rol in rol in het vaststellingsproces. Als de Vervoerregio de tarieven minder wil verhogen dan landelijk afgesproken, is de reiziger beter af. Maar de Vervoerregio moet dan voortaan structureel het verschil aan de vervoerders aanvullen. De ov tarieven voor 2024 zijn niet gestegen voor de reiziger. Het geld van motie Bikker wordt voor een deel gebruikt om de ov tarieven niet te laten stijgen voor de reiziger. De exploitatiesubsidie wordt vanaf 2024 nu structureel opgehoogd.
- Publiekrechtelijk
Centraal Nautisch Beheer
(Bedragen x €1.000)Centraal Nautisch BeheerRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:18-03-1994Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Centraal Nautisch Beheer (CNB) heeft als doel het verkrijgen van eenheid in het beleid en de uitvoering van taken van gemeenten en het rijk die betrekking hebben op het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van infrastructurele voorzieningen en de toegankelijkheid van de vaarweg.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het bestuur, plaatsvervanger wethouder Onclin.
Stemverhouding: 15%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het Centraal Nautische Beheer draagt zorg voor de begeleiding van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied, het toezicht op de verwijdering van scheepsafval en veiligheidsaspecten rondom het scheepvaartverkeer en de beveiliging van havenfaciliteiten in het kader van havenbeveiliging.
Ontwikkelingen
Voor 2025 zijn de volgende speerpunten benoemd:
- Visie Havenmeester 2030: in de visie zijn de ambities tot 2030 beschreven. Deze ambities worden verder uitgewerkt in de hieronder genoemde speerpunten / werkprogramma’s.
- Bereikbare haven: dit werkprogramma richt zich op een veilige, vlotte, duurzame en toekomstbestendige bereikbaarheid van de zeehavens in het Noordzeekanaalgebied.
- Datagedreven havenmeester: datagedreven processen helpen bij het hebben van een actuele informatiepositie van de haven, om voorspellingen te kunnen doen en om beoordelingen zoveel mogelijk geautomatiseerd te laten verlopen.
- Veilige haven: is een randvoorwaarde voor alle activiteiten in de haven.
- Schone Scheepvaart: het reduceren van emissies in de scheepvaart op basis van het emissiemodel geformuleerde ambities.
Op 1 januari 2024 zijn de gewijzigde Havenbeveiligingswet en de nieuwe Havenbeveiligingsregeling in werking getreden. Deze wetswijziging wordt niet door CNB uitgevoerd en geïmplementeerd maar door gemeenten zelf. Voor de uitvoering van deze wet worden door Zaanstad gesprekken gevoerd met een externe partij.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied is "gemiddeld" laag. Financieel draagt de gemeente Zaanstad nauwelijks bij in de gemeenschappelijke regeling. Het Havenbedrijf Amsterdam NV draagt het exploitatiesaldo. Zaanstad heeft 15% van de stemmen in het Algemeen Bestuur.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
- Resultaat 2023: € 2.900 positief ten opzichte van het budget
- Voorstel bestemming resultaat: komt ten gunste van Havenbedrijf Amsterdam NV
Rechtmatigheidsverklaring
Bij de jaarrekening 2023 is geen rechtmatigheidsverklaring afgegeven.
Begroting 2025
- De begroting gaat uit van een uitgave aan publieke taken van € 30,9 mln.
- Financiële impact: Er is geen financiële impact, omdat Havenbedrijf Amsterdam risicodragend voor CNB is. Zaanstad draagt € 11 duizend aan de GR bij. Er zijn gesprekken gaande over de indexering van dit bedrag
- Herijking begroting 2024: niet van toepassing.
Zienswijze
Er is een positieve zienswijze gegeven over de ontwerp-jaarrekening 2023 en de ontwerp-begroting 2025. De reguliere taakuitvoering van het CNB en de genoemde ontwikkelingen komen het scheepvaartverkeer ten goede en dragen bij aan een duurzaam en veilig havengebied.
Zaanstad betaalt jaarlijks een bedrag van € 11 duizend als bijdrage voor het uitvoeren van veiligheidsinspecties bij zeeschepen. Voor het overige garandeert het Havenbedrijf Amsterdam de financiële exploitatie van de GR Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied. Er zijn gesprekken gaande over een indexering van de bijdrage.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico 1: Het CNB heeft geen eigen weerstandsvermogen.
De publieke taakuitoefening is door het CNB gemandateerd aan de Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Amsterdam NV. De governance-regels waaraan Havenbedrijf Amsterdam NV moet voldoen, onder andere die van solvabiliteit en liquiditeit, waarborgen dat onverwachte financiële tegenvallers de publieke taakuitoefening niet in gevaar brengen.
Beheersmaatregelen vanuit gemeente Zaanstad:
- Begroting en jaarrekening van de afgelopen drie jaren zijn beschikbaar.
- Zaanstad neemt deel aan het Algemeen bestuur van CNB. Minimaal twee keer per jaar is er een bestuursvergadering. De vaststelling van de begroting en jaarrekening vindt plaats in het Algemeen bestuur CNB. Alvorens de jaarstukken ter vaststelling voor te leggen, kunnen de gemeenteraden jaarlijks een zienswijze geven op de jaarstukken.
- Zaanstad participeert in het Beleidsoverleg van het CNB. Dat komt elke twee maanden bij elkaar.
- Voorstellen van Verbonden Partijen tot aanpassing van de statuten en gemeentelijke deelname worden altijd besproken met sector Strategie en Control.
Risico 2: Havenbedrijf Amsterdam NV hanteert een systeem van risicomanagement gebaseerd op Enterprise Risk Management (COSO-ERM).
Risico’s op verschillende deelgebieden zijn geïnventariseerd en geclassificeerd op basis van kans en mogelijke impact. Periodiek wordt deze inventarisatie herhaald om gewijzigde of nieuwe risico’s tijdig te kunnen onderkennen.
Beheersmaatregelen
- goed opgeleid personeel (regelmatige oefening en bijscholing, eigen simulator);
- up-to-date-systemen en technische infrastructuur tot heldere processen & procedurebeschrijvingen met duidelijke bevelstructuur;
- het onderhouden van nauwe contacten met belangrijke externe belanghebbenden zoals Rijkswaterstaat;
- periodieke evaluatie of de bestaande beheersmaatregelen nog afdoende zijn en of aanvullende maatregelen nodig zijn.
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk
Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.
(Bedragen x €1.000)Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:6 oktober 2005Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet doel van Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V. (BKZ) is tweeledig:
- Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad
- Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de doelgroep te behoudenBestuurlijk belangGemeente Zaanstad is voor 100% eigenaar van de aandelen. Het voltallig college vertegenwoordigt de enige aandeelhouder gemeente Zaanstad.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 100%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen BKZ
In 2023 zijn er minder tranches en gronden afgenomen, dit gebeurt nog steeds tegen hoge waarden. In een stijgende markt leidt dit tot hogere waarden bij verkochte tranches. Bij de verplichte opleggingen aan zittende bewoners ontstaat er echter regelmatig schuring tussen de financieringsmogelijkheid en het bedrag van de
afnamefactuur. Hier heeft BKZ diverse mogelijkheden om dit zowel voor de bewoner als BKZ tot een goed
resultaat te brengen. Voor 2024 verwacht BKZ ongeveer een gelijk aandeel in de afname van de tranches.
De BKZ Starterswoningportefeuille blijft voorlopig beperkt tot de in 2023 gerealiseerde 10 woningen. In 2024 wordt start verkoop verwacht van ca 30 woningen en in de periode 2025-2028 ca 160 woningen. In de periode 2023-2031 richten de gemeente en BKZ zich op het Herstel van maximaal 200 bestaande woningen middels een VHF DFZ regeling. Vanaf 2025 zal de portefeuille daarom weer een grotere omvang hebben.
In 2024 wordt besluitvorming verwacht voor een project met ca 30 BKZ Starterswoningen. Dit betreft een directe financiering dan wel een gemeentelijke garantstelling voor de investering in gronden en woningen. Deze gronden en woningen dienen als waarde onderpand voor de financiering.
Gemeente Zaanstad en de BKZ gaan na de zomer 2024 werken aan een nieuwe governance voor BKZ, vooruitlopend op de nieuwe governance heeft de accountant van BKZ in de jaarrekening 2023 voor het eerst aandacht besteed aan de WNT. Met ingang van 2025 komt de directeur van BKZ in dienst, dit vloeit voort vanuit de aanscherping en controles van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. In 2025 loopt de laatste termijn van de huidige voorzitter van de Raad van Commissarissen af, de RvC zal zowel een nieuw lid werven als een nieuwe voorzitter aanstellen.
Risicoprofiel
Het zwaartepunt van de risico's van BKZ liggen op het politieke en financiële vlak. De doelstelling van BKZ is bijdragen aan de volkshuisvesting binnen de gemeente Zaanstad. Deze doelstelling heeft politiek de aandacht. Vanwege de rekening courant en de leningsovereenkomst, die BKZ heeft afgesloten met de gemeente Zaanstad voor BKZ traditioneel tot een maximumbedrag van respectievelijk 5,5 miljoen euro en voor de Garantieregelingen tot 31 miljoen, is het financieel belang groot te noemen.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
- De conceptjaarrekening 2023 presenteert een positief resultaat na belasting van € 1.590.496. Het resultaat is grotendeels gerealiseerd door de waarden van de gronden in het model erfpachtvariant die na 10 jaar niet door de bewoners zijn afgenomen, de waardestijgingen van de gronden en tranches in het starterswoningmodel en de gerealiseerde resultaten bij verkoop van tranches boven boekwaarde. Het saldo van de lang lopende schulden en rekening courant aan gemeente Zaanstad bedraagt per ultimo 2023 ongeveer € 1,5 mln. (€ 8,1 mln. schuld GRZ negatief, € 4,4 mln. positief rekening courant BKZ traditioneel, € 2,1 mln. positief rekening courant GRZ en € 0,1 mln. positief rekening courant BKZ Holding). Het eigen vermogen van BKZ Holding bedraagt ca € 21,5 mln. De gemeente heeft voor het duurzaam funderingsherstel een lening (kredietfaciliteit) verstrekt aan BKZ van 30 miljoen euro om grond en stukje van de woning(en) aan te kopen.
- Het resultaat over 2023 wordt voorgesteld om als volgt te bestemmen:
- Toevoeging overige reserves € 36.767
- Toevoeging herwaarderingsreserves € 1.426.487
- Toevoeging reserves ongerealiseerde winst tranches € 127.242
- Het vaststellen van de jaarrekening 2023 vindt plaats in de Ava in september 2024.
Begroting 2025
De begroting over 2025 is nog niet aangeboden aan Gemeente Zaanstad.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
- Het trancherisico op de opstal betreft een langetermijnrisico en hangt samen met de conjunctuur. Hierbij worden de tranches (20% (traditioneel) en 30% (afzetgarantiewoningen) van de opstalwaarde) niet afgenomen door de kopers (en dus niet terugbetaald op korte termijn). Dit komt omdat er geen inkomensstijging plaatsvindt. Gevolg is dat pas bij (door)verkoop de resterende tranches worden gerealiseerd (afgelost). BKZ monitort dit. Het risico wordt vertaald in de kasstroom.
- Langetermijnrisico van waardevermindering van de grond in de toekomst. De grond wordt na 25 jaar geherwaardeerd.
- Hoogconjunctuur leidt tot positieve kasstroom door afname van tranches en grond dit risico wordt beperkt door de stijgende rente waardoor woningbezitters niet verhuizen. Echter hierdoor daalt het aantal BKZ woningen en beschikbaarheid van woningen voor de doelgroep.
- Stagnatie uitvoering DFZ (VHF woningen) door tekort aangeleverde woningen. Gemeente Zaanstad is verantwoordelijk voor de aanlevering van de betreffende VHF woningen en deze worden beperkt aangeleverd.
- Het afkopen van de schuld wordt momenteel met afbetalingsregeling binnen BKZ opgevangen, De AFM staat dit momenteel nog toe, BKZ loopt het financiële risico, hierover wordt gerapporteerd (13 woningen) in het directieverslag.
- De starterswoningen 2.0 zijn aangekocht zonder AvA besluit vanuit het Eigen Vermogen.
Beheersmaatregelen
- Jaarlijkse inkomenstoets bij kopers door BKZ;
- Periodieke kwartaalrapportages worden aan verantwoordelijke wethouders, college en raad verstrekt. Deze rapportages bevatten gegevens met betrekking tot aantal woningen, liquiditeit, prognoses cashflow, risico’s, etc. De kwartaalrapportage over het eerste kwartaal 2024 wordt begin augustus verwacht;
- 1 á 2 keer per maand overleg tussen ambtenaren en de directeur van BKZ;
- Het betaalbaar houden van de koopwoningen van BKZ. Operationalisering van het nieuwe model (BKZ Starterswoning) waarbij BKZ woningen langer voor de doelgroep kan behouden. Verwachting is dat de komende 5 jaar er ca 200 woningen in dit model kunnen worden gerealiseerd. BKZ investeert in de grond en de woning. Voorfinanciering eerste project vindt plaats uit eigen middelen, daarna zal financiering plaatsvinden via gemeente of Bank Nederlandse Gemeenten.
- Operationalisering van het herijkte Duurzaam geld gereserveerd voor renovatie en sloop-nieuwbouw in de periode 2022-2031 van maximaal 200 woningen. Voor investering in de grond en de woning is een lening afgesloten tussen gemeente en BKZ van € 30 miljoen. BKZ ondersteunt waar nodig de gemeente met haar acquisitie.
- Gekeken wordt hoe het pallet van BKZ instrumenten de komende tijd weer kan worden ingezet voor het stimuleren van de woningbouw en de mogelijkheden die de Woningbouwimpuls subsidie biedt.
- Gemeente en BKZ zijn in overleg welke Starterswoningen 2.0 projecten zullen worden aangeboden voor besluitvorming (en ook een reparatiebesluit van de al reeds aangekochte 2.0 woningen).