Onze mensen en middelen
Deze paragraaf gaat over de ontwikkelingen binnen het capaciteitsbudget, de inhuur (kosten en percentages) en personele kengetallen.
Toelichting en werking van het capaciteitsbudget
Het capaciteitsbudget bestaat uit drie onderdelen:
- het salarisbudget personeel,
- inhuurbudget bij ziekte en vacatures en
- inhuurbudget voor overige inhuur.
Dit zijn communicerende vaten. Dit betekent dat we salarisbudget mogen omzetten naar inhuurbudget en andersom. Daarbij mag het totaal niet hoger worden. We mogen het totaal alleen ophogen met andere budgetten bijv. rijksbijdragen, subsidies en materiële* budgetten.
*Materiële budgetten zijn budgetten die bedoelt zijn voor het inkopen van goederen en/of diensten, anders dan bedoelt voor het betalen van salarissen óf medewerkers externe inhuur.
Een budgethouder verdeelt zijn capaciteitsbudget over de drie genoemde onderdelen. Het uitgangspunt is dat vast werk wordt uitgevoerd door medewerkers die in dienst zijn bij Zaanstad. Om verschillende redenen kan de budgethouder kiezen voor externe inhuur. Bijvoorbeeld wanneer het werk tijdelijk is of wanneer er sprake is van tijdelijk geld.
Bedragen x € 1.000
Capaciteitsbudget* | Jaarrekening 2023 | Prognose Voorjaarsnota 2024 | Prognose 2025 |
---|---|---|---|
Salaris personeel | 115.561 | 131.000 | 140.300 |
Externe inhuur bij ziekte en vacatures | 11.155 | 6.645 | 4.700 |
Externe inhuur overig | 22.059 | 13.142 | 9.255 |
Totaal externe inhuur | 33.214 | 19.787 | 13.955 |
Totaal capaciteitsbudget | 148.775 | 150.787 | 154.255 |
Toelichting capaciteitsbudget en additionele dekking
Het verschil van de salariskosten personeel tussen de Jaarrekening 2023 en de Prognose 2025 komt door een toename van het aantal medewerkers en de verhogingen uit de CAO en indexaties* die zijn doorgevoerd voor de jaren 2024 en 2025.
*Het indexpercentage van 4,4% is gebaseerd op de CPB raming van februari 2024 conform vastgestelde werkwijze.
Daarnaast stijgt het totale capaciteitsbudget door extra benodigde capaciteit ten behoeve van o.a. onderstaande ontwikkelingen
- Vergroten leefbaarheid en woongenot in diverse wijken
- Wet Open Overheid
- Inburgering
- Capaciteit omgevingsvergunningen
- Hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslag affaire
Dit wordt grotendeels gefinancierd door extra gelden zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Additionele dekking | Begroting 2025 |
---|---|
Rijksbijdragen en subsidies | 1.945 |
Materiële budgetten en overige baten | 1.620 |
Leges | 965 |
Overhead | 738 |
Groei van de stad | 130 |
Reserve | 35 |
Totaal additionele dekking | 5.525 |
Totaal netto capaciteitsbudget** | 148.730 |
**) Netto capaciteitsbudget = totaal capaciteitsbudget - additionele dekking.
De verwachte inhuurkosten voor 2025 zijn anders dan de daadwerkelijke inhuurkosten
Dit komt doordat we een groot deel van de inhuur niet in de begroting opnemen. Dit komt in de praktijk door ontwikkelingen die gedurende het jaar plaatsvinden zoals:
- het aantal niet vervulde vacatures;
- uitval door ziekte;
- keuzes die we in verschillende programma’s / projecten tijdens het jaar maken;
- gelden vanuit het Rijk die Zaanstad soms ontvangt voor taken en/of programma’s;
- het omzetten van materiële budgetten
Vergelijking met benchmark A&O Fonds
Onderstaande tabel toont het kengetal ‘percentage inhuur (€) zoals dit wordt berekend bij de jaarrekening. Daarnaast wordt er een vergelijking gemaakt met het kengetal ‘percentage inhuur (€)” uit de benchmark van andere 100.000+ gemeenten (zonder de G4). Een benchmark is een vergelijkend onderzoek.
Jaar | Zaanstad: percentage inhuur jaarrekening (€) | Benchmark A&O Fonds 100.000+ gemeenten (excl. G4): percentage inhuur (€) |
---|---|---|
2021 | 19,8% | 16,9% |
2022 | 21,6% | 18,2% |
2023 | 22,3% | 18,9% |
2024 | Nog niet beschikbaar | Nog niet beschikbaar |
Begroting (2025) | Nog niet beschikbaar | Nog niet beschikbaar |
Kengetallen capaciteitsbudget | Jaarrekening 2023 | Voorjaarsnota 2024 | Primaire begroting 2025 |
---|---|---|---|
Capaciteitsbudget | € 941 | € 931 | € 940 |
Percentage inhuur (€) | 22,3% | 17,6% - 19,2% | 8,4** |
*) Aantal inwoners per 1 januari 2023 (prognose): 158.099, per 1 januari 2024 (prognose): 161.969, per 1 januari 2025 (prognose): 164.101
**) In de praktijk zal dit percentage hoger uitvallen vanwege de oorzaken die we toegelicht hebben onder het kopje begrote inhuurkosten.
Overige ontwikkelingen op het gebied van personeel
Cao Gemeenten
De huidige Cao Gemeenten geldt van 1 januari 2024 tot en met 31 maart 2025. De CAO betreft voor het jaar 2025 de volgende belangrijkste afspraken:
- het aantal bovenwettelijke vakantiedagen wordt per 1 januari 2025 met 1 extra vakantiedag verhoogd naar 8 dagen. Het aantal bovenwettelijke vakantie-uren in de cao bedraagt dan 57,6 uur;
- verder wordt ingezet op een inclusieve cao en op duurzame mobiliteit (in onderzoek).
Reiskostenregeling
Vanaf het najaar van 2024 heeft Zaanstad een nieuwe reiskostenregeling. Medewerkers krijgen nu een vergoeding van € 0,23 netto per kilometer voor alle manieren van vervoer. Zij hoeven daarvoor geen gebruik meer te maken van het Individueel Keuze Budget (IKB). Onder de oude regeling kwam het regelmatig voor dat medewerkers de reiskostenvergoeding gecompenseerd kregen door bijvoorbeeld een hogere periodiek; sollicitanten trokken zich soms terug vanwege de beperkte reiskostenvergoeding. Ook gaven medewerkers die Zaanstad hebben verlaten aan, dat de reiskostenvergoeding één van de redenen van vertrek was. Hierdoor stegen de kosten van onder andere werving en inhuur.
Met de nieuwe reiskostenregeling hopen we dit tegen te gaan en een aantrekkelijker werkgever te zijn in tijden van een krappe arbeidsmarkt. Die naar wij verwachten nog krapper zal worden. Ook belonen we medewerkers op deze manier eerlijker. Onder de oude regeling werden sommige medewerkers door hun woonlocatie, werklocatie, start- of eindtijden (of een combinatie daarvan) benadeeld. Voor reizen met openbaar vervoer gold in de oude regeling een betere vergoeding, maar voor deze medewerkers was reizen met OV niet altijd haalbaar. De overstap naar een netto vergoeding voor alle manieren van vervoer is in het bijzonder voor medewerkers in lagere schalen gunstig.
Door de nieuwe reiskostenregeling verwachten we o.a. op inhuur- en wervingskosten te kunnen besparen. De kosten van de nieuwe reiskostenregeling worden daarom opgevangen binnen het bestaande capaciteitsbudget.
Pensioenakkoord
Op basis van de huidige CAO kunnen medewerkers met 41 ABP dienstjaren die tenminste 10 jaar in de sector gemeenten werken, van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 deelnemen aan de Regeling Vervroegd Uittreden. Deze afspraak is gebaseerd op de fiscale mogelijkheid om zonder (fiscale) boete een vertrekregeling overeen te komen met medewerkers die kort voor het einde van hun werkzame leven zijn geconfronteerd met een verhoging van de AOW-leeftijd. Deze mogelijkheid is met name bedoeld voor medewerkers in zware beroepen. Zaanstad maakte al gebruik van de regeling voor medewerkers die buiten werk doen. Nu is deze mogelijkheid een recht voor alle medewerkers die voldoen aan de genoemde voorwaarden. De hoogte van de uitkering is gekoppeld aan de fiscale drempelvrijstelling voor de RVU.
Op 12 januari 2021 is het wetsvoorstel ‘Bedrag ineens, RVU en verlofsparen’ aangenomen door de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel is onderdeel van het pensioenakkoord. Drie maatregelen uit dit akkoord zijn in het wetsvoorstel uitgewerkt. Van de drie maatregelen heeft alleen de verruiming van de RVU-mogelijkheden (RVU-vrijstelling) invloed op Zaanstad. De RVU-vrijstelling is een tijdelijke maatregel voor de jaren 2021 tot en met 2025. Deze maatregel houdt in dat de werkgever met een medewerker afspraken kan maken over eerder stoppen met werken zonder dat de regeling aangemerkt wordt als een RVU (regeling vervroegde uittreding). Daardoor blijft RVU-heffing van 52% uit. Wel geldt een maximum bedrag voor de vrijstelling. Daarnaast geldt de regeling voor medewerkers die binnen twee jaar hun AOW-gerechtigde leeftijd bereiken.