Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk
Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer
(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Alkmaarder en UitgeestermeerRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:5 april 2007Vestigingsplaats:UitgeestToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) is een samenwerkingsverband van twaalf omliggende gemeenten en de provincie Noord-Holland. Het zet zich in voor:
- het verzekeren van een evenwichtige ontwikkeling van de recreatie en de watersport op en rondom het meer en aangrenzende gebieden;
- het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het onder bovenstaande geformuleerde.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Tuijn.
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Belangrijkste punten in 2025 voor het recreatieschap zullen zijn:
- In december 2023 heeft het recreatieschap de overeenkomst opgezegd in de verwachting dat in de loop van 2024 de nieuwe meerjarige overeenkomst definitief wordt en per 1 januari 2025 kan ingaan. Indien de nieuwe overeenkomst voor het einde van 2024 nog niet is gesloten, wordt de opzegging eenmalig opgeschort met één jaar.
- Realiseren van de ambities uit de visie via het verder (door)ontwikkelen van het vastgestelde uitvoeringsprogramma in 2021
- Het inzetten op het zo veel mogelijk met andere partijen aanpakken van:
- Oever- en natuurontwikkeling Saskerleidam – fase 2;
- Uitvoering Vitaal Platteland Alkmaarder- en Uitgeestermeer: verbeteren van de zwem- en waterkwaliteit; en
- De realisatie van de herontwikkeling Dorregeest.
- Realiseren van financieel evenwicht voor de lange termijn; en
- Het voeren van omgevingsmanagement communiceren, tijdig informeren, etc bij bovenstaande ontwikkelingen.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van deelname aan de gemeenschappelijke regeling is hoog. Het weerstandsvermogen is onvoldoende. De omvang van de huidige algemene reserve (weerstandscapaciteit) is € 43 en ligt onder het niveau van het benodigde weerstandsvermogen van € 427. Het bestuur van het RAUM heeft besloten aan te sluiten bij het uitgangspunt van de regio Noord-Kennemerland om slechts een beperkte algemene reserve aan te houden voor de GR: de norm is 2,5% van de lasten. De consequentie hiervan is dat een beroep op de participanten gedaan moet worden indien de risico's die zich voordoen het bedrag van de algemene reserve overschrijden.
Financieel beeld
Jaarrekening 2023
De concept-jaarrekening 2023 sluit met een negatief resultaat van € 47.000. Dat is € 444.000 hoger – minder negatief -dan was begroot (€ 491.000 negatief). Het resultaat is bepaald door de volgende zaken:
- vertragingen van projecten in beide gebieden, tijdelijk ‘on hold’ zetten van projecten en activeren (en over meerdere jaren afschrijven) van projecten (€ 127.000 positief);
- lagere onderhoudskosten, het maaien van de waterplanten was in 2023 niet nodig en een besparing t.a.v. het gebied de Woudhaven. Daarnaast diverse besparingen/doorschuiven van werkzaamheden naar 2024 (€ 118.000 positief);
- meer rentebaten ontvangen dan begroot (€ 51.000 positief);
- overschrijdingen en besparingen van per saldo € 23.000 (positief):
- inruilwaarde van 2 vervoermiddelen (€ 20.000 positief);
- financiële boekingen inzake vormen beheerreserve (€ 159.000 positief);
- meer bedrijfskosten; verzekeringspremie en advieskosten (€ 50.000 negatief);
- meer inzet door RNH voor financieel advies en programmasturing, zoals het opstellen van financieel scenario’s, en meer inzet voor vastgoedbeheer (€ 39.000 negatief);
- minder kosten Routebureau: kosten schuiven door naar 2024 (€ 19.000 positief).
Voorgesteld wordt het negatieve saldo in mindering te brengen op de reserves. Daarmee komt het totaal aan reserves per 31-12-2023 op € 1.426.103
Rechtmatigheidsverantwoording
Het dagelijks bestuur is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens. Er zijn geen afwijkingen vastgesteld boven genoemde grens van € 87.369.
Begroting 2025
Belangrijkste punten in 2025 voor het recreatieschap zullen zijn:
- Beheer en onderhoud van de (recreatie)gebieden en voorzieningen op kwaliteit “B” en voor het onderhoud en beheer groen op kwaliteit “C”.
- Vernieuwingen doorvoeren om het gebied aan te laten sluiten op de wensen en behoeften van de gebruikers (recreanten, ondernemers en organisaties) op basis van de swipocratie, gebiedstafels en relevante (beleidsdocumenten als het “Recreatief Netwerk” en “Visie herstel veenlandschappen”.
- Het uitwerken van de opbrengstmogelijkheden conform het rapport van Bureau Buiten voor: − recreatiearken − reclamezuilen − recreatiekaart
- Succesvolle uitgifte van verschillende locaties, zoals de Woudhaven en Dorregeest, resulterend in een verdere besparing op de (berekende) beheerlasten en toenemende exploitatiebaten (programma 2 en 4).
- Ondersteuning van de ondernemers en de betrokken organisaties op het Erfgoedpark De Hoop bij de verdere uitbreiding (programma 2) in het kader van recreatief knooppunt (ambities deelgebied 3 – Visie).
- Het inzetten op het zo veel mogelijk gezamenlijk aanpakken van: − oever- en natuurontwikkeling Saskerleidam – fase 2; − uitvoering Vitaal Platteland-Alkmaarder- en Uitgeestermeer; − de realisatie van Dorregeest.
- Realiseren van financieel evenwicht voor de lange termijn.
- Het voeren van omgevingsmanagement bij bovenstaande ontwikkelingen.
Zienswijze
De gemeenteraad geeft een positieve zienwijze op de jaarrekening 2023 en de begroting 2025, met de volgende aandachtspunten:
- Zaanstad verkent de mogelijkheden om de tegenvallers op te vangen; de gemeenschappelijke regelingen maken onderdeel uit van die verkenningen;
- De gemeente Zaanstad wijst nogmaals op de urgentie om de nieuwe verdienmogelijkheden te realiseren en vraagt u de uitvoering daarvan krachtig ter hand te nemen. Een realistische vertaling is nodig wanneer de inkomsten daadwerkelijk geëffectueerd kunnen worden;
- Wij willen u uitnodigen in de jaarstukken meer aandacht te besteden aan trends en concrete indicatoren ten aanzien van bijvoorbeeld bezoek en gebruik, themaroutes en paden, biodiversiteit en beheer.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico’s:
- Overmacht: optreden extreem weer, brand, (vogel)ziekte en plagen flora en fauna, verslechtering zwemwaterkwaliteit door warm weer en (drugs)dumpingen;
- Zorgelijke financiële positie
- Veranderende en verzwarende wet- en regelgeving.
- Uitstel/afstel project Saskerleidam
- Bestuurlijk draagvlak vermindert. Heiloo heeft aangekondigd te willen onderzoeken of uittreden mogelijk is, risico op nog meer deelnemers die uittreden.
- De huidige weerstandscapaciteit is onvoldoende voor het benodigde weerstandsvermogen. Op de (middel)lange termijn moeten o.b.v. de onderhouds- en investeringsplannen wel bestuurlijke keuzes worden gemaakt.
Beheersmaatregelen:
- Inzetten op omgevingsmanagement: informatie stakeholders als raden en ondernemers
- Meer gezamenlijk optrekken met betrokken partijen om een integraal resultaat te behalen
- Meer inzet op toezicht en handhaving;
- Opstellen van een financieel plan
- Publiekrechtelijk
GGD Zaanstreek Waterland
(Bedragen x €1.000)GGD Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:01-09-2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangGGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop, met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein.
Bestuurlijk belangEen lid van het Algemeen Bestuur (AB) heeft in de vergadering van het AB één stem. In die gevallen waarin Zaanstad en Purmerend zwaarwegende bezwaren hebben tegen een voorstel en met het oog daarop tegenstemmen, leidt die tegenstem tot verwerping van het voorstel. Het voorgaande is niet van toepassing op het voorstel tot vaststelling van de begroting respectievelijk de jaarrekening van de GGD. Wethouder Onclin is voorzitter van het DB en het AB, plaatsvervanger wethouder Slegers.
Stemverhouding: 12%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Per half juli 2024 is het voorzitterschap het DB en AB van de GGD overgegaan van gemeente Zaanstad naar gemeente Purmerend. Deze wisseling vindt elke 2 jaar plaats.
De GGD werkt inmiddels op basis van de afspraken die gemaakt zijn in het GGD 3.0 traject. Dit traject heeft als doel gehad toe te werken naar een toekomstbestendige GGD. In 2024 staat een evaluatie van de Governance gepland met als insteek inzicht te krijgen hoe de werkgroepen (waarin gemeenten en GGD) de sturing van de GGD ervaren. Het kernteam met daarin de directeur van de GGD en managers vanuit de gemeenten is opdrachtgever van deze evaluatie. De directeur is betrokken bij de evaluatie.
De wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling is door alle deelnemers vastgesteld. Hierbij is noemenswaardig dat verandering van het basispakket na zienswijze bij de begroting unaniem wordt vastgesteld door alle gemeenten. Dit verschilt van de manier van vaststelling van de begroting, waar een volstrekte meerderheid voldoende is. De nieuwe regeling is 29 juli 2024 gepubliceerd.
GGD ZaWa zoekt actief de samenwerking op met GGD Amsterdam op het gebied van infectieziektebestrijding. Vanuit Zaanstad is daarbij een belangrijk aandachtspunt om de
Met de wijkgerichte aanpak om de vaccinatiegraad op peil te houden volgt GGD ZaWa de landelijke trend om te differentiëren naar behoefte. Daarnaast worden met de GGD afspraken gemaakt in het kader van van een Zaanse aanpak Opgroeien in een kansrijke Omgeving (OKO).
Ook zetten we samen met de GGD stappen om beter inzicht te krijgen in de context van door de GGD opgeleverde cijfers bij bestaande contracttaken. Hierover worden nieuwe resultaatafspraken gemaakt. Een voorbeeld hiervan is dat we graag willen weten hoeveel deelnemers uit kwetsbare doelgroepen bereikt worden, en niet alleen het aantal deelnemers aan een interventie.
Het herziene basispakket wordt tegelijk met de GGD-begroting aangeboden voor zienswijze, dit in lijn met de afspraken gemaakt bij de nieuwe GR.
De gezamenlijke huisvesting van GGD ZW en VrZW heeft vertraging opgelopen, dit heeft tot gevolg dat de verhuizing ook later volgt. GGD en VrZw hebben afgesproken dat (onderzoek naar) verdere samenwerking wordt uitgesteld tot na de verhuizing.
Risicoprofiel
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een GGD in stand te houden voor de uitvoering van de taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Het risicoprofiel van de GGD is hoog: de financiële bijdrage in de Gemeenschappelijke Regeling is groot (€ 8,5 mln. in 2024), terwijl de gemeente Zaanstad, in verhouding tot deze financiële bijdrage, maar beperkte invloed heeft in het Algemeen Bestuur. Iedere gemeente heeft één stem. Dit betekent voor Zaanstad een stemverhouding van 14% en een financiële bijdrage van 47% in het gemeenschappelijke deel. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn eveneens groot: de activiteiten van de GGD betreffen de gezondheid van de inwoners. Een probleem op het gebied van volksgezondheid haalt direct de pers en heeft zijn weerslag op de politiek.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
De jaarrekening 2023 is 11 juli 2024 door het AB vastgesteld. Het negatieve resultaat over 2023 bedroeg € 200.962. Dit resultaat wordt hoofdzakelijk verklaard door de volgende twee zaken. Ten eerste heeft de GGD een te laag tarief in rekening gebracht bij de gemeenten voor het toezicht op de kinderopvang. Ten tweede zijn de personeelskosten hoger uitgevallen omdat een aantal functies (waaronder de directeur) langer door interim krachten zijn vervuld dan waar in de begroting rekening mee is gehouden.
Het tekort wordt gedekt door uit de algemene reserve. De algemene reserve neemt hierdoor af tot ongeveer € 450.000.
Rechtmatigheidsverantwoording
De accountant heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven over de getrouwheid; dat alle baten en lasten juist en volledig in de jaarrekening zijn verwerkt. Bij de jaarrekening 2023 heeft het dagelijks bestuur voor het eerst zelf een rechtmatigheidsverantwoording afgegeven; of wet- en regelgeving is nageleefd. De rechtmatigheidsafwijkingen (rechtmatigheidsfouten en onduidelijkheden) komen boven de overeengekomen verantwoordingsgrens uit, doordat zestien contracten in het verleden en in 2023 niet rechtmatig zijn aanbesteed. Dit geldt onder andere voor inkopen (zoals inhuur personeel) die tijdens de “coronajaren” 2021 en 2022 zijn gedaan en in 2023 zijn verlengd. De rechtmatigheidsfout bedraagt voor 2023 € 2,54 mln. De GGD heeft hierop een verbetertraject gestart met als doel om alle contracten in het vervolg rechtmatig af te sluiten.
Begroting 2025-2028
De begroting 2025 is opgesteld binnen de kaders van de vastgestelde kadernota. Ten aanzien van de kadernota heeft een correctie van de financiële effecten van de cao prognoses plaatsgevonden. De deelnemersbijdrage vanuit Zaanstad bedraagt € 9,1 miljoen in 2025.
De GGD heeft uitstel gekregen van de provincie en mag de vastgestelde begroting een maand later aanleveren, namelijk op 15 oktober 2024.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico: Personeelstekorten (landelijk fenomeen) leiden tot verslechteren dienstverlening aan inwoners
Beheersmaatregel: In samenwerking met GGD sturen op prioriteren van dienstverlening aan meest kwetsbare inwoners. Stimuleren van bovenregionale samenwerking om dienstverlening op peil te houden. GGD stuurt actief op terugdringen van het ziekteverzuim. Een extern bureau voert exitgesprekken om inzicht te krijgen in en grip te krijgen op het verloop en het behoud van werknemers.
Risico: Onvoldoende zicht op bedrijfsvoering GGD
Beheersmaatregel: GGD 3.0 traject waarin gezamenlijk wordt opgetreden om tot een gedeelde visie te komen op inhoud, financiën en Governance
Risico: Aanbod GGD sluit niet voldoende aan op behoefte inwoners/ maatschappelijke visie gemeente
Beheersmaatregel: periodiek inhoudelijk overleg om beleidkeuzes door te nemen en bestaand aanbod te verbeteren of nieuw aanbod te implementeren.
Risico: het AB heeft onvoldoende zicht op uitvoering contracttaken GGD
Beheersmaatregel: Nieuwe contracttaken maken deel uit van de nieuwe governancestructuur
Risico: GGD is eigen risicodrager. Afschaling van taken/ opdrachten kunnen leiden tot (langdurige) frictiekosten die aan gemeenten worden doorbelast
Beheersmaatregel: Zaanstad communiceert als goed opdrachtgever tijdig het afstoten van taken/ opdrachten, zodat de GGD tijd heeft om passende maatregelen te nemen de frictiekosten te beperken. Verder zal er vanuit 3.0 een nieuwe Governance worden ontwikkeld om heldere afspraken te maken over frictiekosten en de wederzijdse verantwoordelijkheid om deze te beperken.
Risico: Autonome ontwikkelingen of wetwijzigingen kunnen leiden tot toename van kosten
Beheersmaatregel: Periodiek overleg dat aansluit op de PDCA cyclus om daarmee sneller te kunnen anticiperen op toekomstige wijzigingen.
Risico: De mogelijkheid bestaat dat er naast de incidentele impuls in 2023, 2025 en 2025 ook structureel middelen nodig zijn om te komen tot een toekomstbestendige GGD.
Beheersmaatregel: We blijven erop sturen om oplossingen te vinden binnen de bestaande kaders en middelen.
Risico: Financiële tekorten groter dan € 450.000 kunnen niet worden opgevangen binnen het weerstandsvermogen (algemene reserve) van de GGD.
Beheersmaatregelen: Vanuit de GGD wordt de risicoanalyse verder aangescherpt. De volgende stap is om risico’s te kwantificeren en te toetsen dat er voor het geheel aan risico’s voldoende weerstandsvermogen aanwezig is. Aangezien gemeenten verantwoordelijk zijn voor de financiering van de GGD, is het zo dat gemeenten uiteindelijk zullen moeten bijdragen als de situatie zich voortdoet dat er tekorten zijn bij de GGD waarvoor onvoldoende weerstandsvermogen aanwezig is.
- Publiekrechtelijk
Vervoerregio Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Vervoerregio AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:7 maart 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vervoerregio Amsterdam heeft als doel het, door samenwerking van gemeenten, oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het AB/DB.
De wethouder van Amsterdam is voorzitter van het DB en tevens voorzitter van de Regioraad
Stemverhouding: 11,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Bestuursakkoord
Op 11 oktober 2023 presenteerde de VRA het nieuwe bestuursakkoord met de ambities voor de komende vier jaar. De VRA staat voor grote maatschappelijke uitdagingen als het gaat om klimaat, woningbouw, verkeersveiligheid en digitale veiligheid. Om de regio aantrekkelijk te houden wordt ingezet op een duurzaam bereikbare regio. De ambities van het bestuursakkoord zijn verder uitgewerkt in een beleidskader. Het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit is de uitwerking van de ambities uit het Bestuursakkoord en het Beleidskader Mobiliteit van de Vervoerregio Amsterdam. Het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2025-2033 (UPM) komt na de zienswijzeprocedure samen met de (gewijzigde) begroting voor besluitvorming terug bij de regioraad in november 2024.
Beleidskader
Er wordt extra geïnvesteerd op drie bestuurlijke speerpunten die verbonden zijn met het Beleidskader Mobiliteit vanuit de Bikker-gelden en de ruimte in de Brede Doeluitkering (BDU). Het betreft:
1. Waarborgen van de belangrijke rol van ov binnen STOMP.
2. Het STOMP-aanbod beter spreiden over de regio en de mensen / doelgroepen.
3. Een trendbreuk in de verkeersveiligheid bereiken.
Op kortere termijn het verbeteren van het netwerk van doorfietsroutes in de regio en zorgen voor veilige 50km wegen. Op langere termijn staan grote investeringen in schaalsprongprojecten en de ontsluiting van grote woningbouwlocaties gepland. De vervoerregio reserveert bijdragen voor projecten die een groei in het openbaar vervoer (ov) mogelijk maken, zoals het doortrekken van de Noord/Zuidlijn, de ov-verbinding Sloterdijk Amsterdam-Centrum, Zuidasdok en een derde perron op station Zuid. Met een reservering voor de Oostbrug voor de sprong over het IJ.
Uit beleidskader Mobiliteit staan vijf samenhangende doelen centraal:
- Bereikbaarheid: iedereen de mogelijkheden bieden om binnen redelijke tijd, tegen redelijke kosten en op een prettige en soepele manier de plaatsen te bereiken waar men wil zijn.
- Inclusiviteit: iedereen, ongeacht leeftijd, fysieke of mentale gesteldheid, sociaaleconomische status of waar diegene vandaan komt, genoeg kansen bieden om voorzieningen, sociale contacten, opleiding of werkplek te bereiken.
- Duurzaamheid: een CO2-neutraal mobiliteitssysteem, het verminderen van stikstofuitstoot, verminderd grondstoffenverbruik, verminderde invloed van het mobiliteitssysteem op het milieu, het voorkomen van de verslechtering van de biodiversiteit en klimaatadaptatie.
- Verkeersveiligheid: Vervoerregio Amsterdam wil in 2050 zo dicht mogelijk bij het doel van nul verkeersdoden en ernstig gewonden komen. Door meer op risico’s te sturen, op korte termijn een trendbreuk realiseren en de stijging van ongevallen omzetten in een daling.
- Gezondheid: Met de juiste mobiliteitsoplossingen en -keuzes bijdragen aan de fysieke en mentale gezondheid van onze reizigers en inwoners.
Risicoprofiel
Er is sprake van profiel middel.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
In 2023 werd er € 110,6 miljoen minder lasten en € 14,3 miljoen minder baten gerealiseerd dan begroot. Dit resulteert in een totale onderbesteding van € 96,3 miljoen. Van de onderbesteding in de lasten is € 99,5 miljoen ‘beklemd’, d.w.z. bestemd voor bijdragen aan projecten die reeds in contracten, overeenkomsten of beschikkingen zijn vastgelegd. Dit betreft projecten die in 2023 wel waren begroot, maar nog niet zijn gerealiseerd en waarvoor de financiële bijdrage nog niet geheel of gedeeltelijk is betaald. In de begroting 2023 werd rekening gehouden met € 32,4 miljoen die uit het beschikbare saldo BDU onttrokken moest worden. Door de onderbesteding kan € 63,9 miljoen worden toegevoegd aan dit saldo. Begin 2023 was het beschikbare BDU-saldo € 187,1 miljoen, dit stijgt nu naar € 250,9 miljoen. Er zijn verder geen op- of aanmerkingen. De jaarverslagen en de jaarrekeningen vallen binnen de redelijke bandbreedte van wat je mag verwachten.
Rechtmatigheidsverantwoording
De rechtmatigheidsverantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. De grens is door de regioraad bepaald en bedraagt 2% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 10.073.578. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV van november 2023.
- Begrotingscriterium
In 2023 zijn er geen begrotingsonrechtmatigheden te melden die boven de rapportagegrens artikel 24 lid 3 (€ 500.000) van de financiële verordening 2023 uitkomen.
- Voorwaardencriterium
De spendanalyse heeft aan het licht gebracht dat er een financiële onrechtmatigheid is op het voorwaardencriterium van 1,9 miljoen euro. Dit is een daling ten opzichte van 2022, toen de onrechtmatigheid € 2,6 miljoen euro bedroeg. We verwachten dat deze neerwaartse trend zich zal voortzetten in het komende jaar, omdat de activiteiten van de leveranciers die verband houden met deze onrechtmatigheid momenteel worden aanbesteed. De onrechtmatigheid betreft contracten die al in 2022 bekend waren. Er zijn in 2023 geen nieuwe bijgekomen. De hier vermelde onrechtmatigheid valt onder de verantwoordingsgrens zoals die is vastgesteld in de financiële verordening en heeft derhalve geen effect op de uitkomst van de financiële rechtmatigheidsverantwoording.
- Misbruik & oneigenlijk gebruik criterium
In 2023 zijn er geen M&O-onrechtmatigheden te melden die boven de rapportagegrens artikel 24 lid 3 (€ 500.000) van de financiële verordening 2023 uitkomen.
Bevinding:
Het dagelijks bestuur is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten en de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens.
Begroting 2025-2028
De begroting en het UPM bouwen verder op eerdere begrotingen, de ingezette lijn wordt doorgezet en constant beleid is geborgd. De grootste financiële wijziging is het toevoegen van de gelden van Motie Bikker aan de programmering. De besteding van het restant van de Bikker-gelden beloopt een separaat traject waardoor er mogelijk vanuit de besluiten wijzigingen optreden in de manier van programmeren in de begroting van de Vervoerregio. De regioraad dient hierover te besluiten.
Met de toevoeging van de gelden uit de motie Bikker (circa €85 miljoen) en de aanname van indexatie 2024 stijgen de baten BDU van de Vervoerregio tot een totaal van € 574 miljoen (voorheen € 470 miljoen).
De top10 grootste projecten, die in 2025 tot uitgaven komen zijn:
- ZuidasDok OV-Terminal en no-regret maatregel doortrekken Noord/Zuidlijn
- Aanpak Verkeersdruk Thorbeckeweg - N516
- Multimodale Knoop Schiphol
- Fietsenstalling Amsterdam CS Zuidoost
- Oranje Loper Amsterdam
- Binnenring Amsterdam
- Verlengen IJtram 1e fase Strandeiland
- Fietsenstalling Amsterdam Amstel Westzijde
- Guisweg Zaanstad planuitwerking
- Sprong over het IJ-Oostbrug planuitwerking
De ontwerpbegroting 2025-2028 schetst de verschillende mobiliteitsmaatregelen resulterend in de conceptbegroting om deze te bekostigen. De begroting is het resultaat van enkele belangrijke ontwikkelingen en afspraken die in de afgelopen jaren zijn gemaakt. Deze zijn samengevat in de Kaderbrief 2025 waar de raadsleden mee ingestemd hebben op 14 mei.
Vanuit de gemeente steunen we de visie en keuzes die de VRA maakt. Bovendien sluit het mooi aan op de koers die we inzetten met het vastgestelde Zaans mobiliteitsplan en de speerpunten die benoemd zijn in het coalitieakkoord.
Op grond van artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr), is gevraagd uiterlijk 15 september een zienswijze te sturen. In overleg met de VRA is later aanleveren op 25 september ook mogelijk. Dit geeft de mogelijkheid om de zienswijze op 24 september tijdens de raadsvergadering te bespreken. Eerder was door het zomerreces niet mogelijk.
Risico's en beheersmaatregelen
- AMRI: Beheer en onderhoud Onderdeel van de nieuwe governance-afspraken tussen de gemeente Amsterdam, GVB en de Vervoerregio was het afsluiten van een overeenkomst voor het assetmanagement railinfrastructuur (AMRI). Die overeenkomst geldt sinds 1 januari 2023 tussen de opdrachtgever Vervoerregio en opdrachtnemer GVB. Beide partijen moeten vertrouwd raken met hun nieuwe rol en de organisaties en processen daarop inregelen. Het in 2023 beschikbare budget voor het beheer en onderhoud door GVB blijkt voor een groot deel (ongeveer 40%) niet te zijn benut. Dit kan een signaal zijn dat de transitie naar de nieuwe werkwijze minder voortgang heeft dan gepland. Maar het kan ook zijn dat er sprake is van het ontstaan van achterstallig onderhoud. Om dit risico te mitigeren is de Vervoerregio samen met GVB bezig om het assetmanagement structureel en effectief in te bedden in beide organisaties.
- Zuidasdok is een van de grootste infrastructurele projecten van Nederland. Het project zorgt voor een betere bereikbaarheid van de Amsterdamse Zuidas en van het noordelijke deel van de Randstad. Zuidasdok vervult een spilfunctie in de ambities van de Vervoerregio. Stagnatie van het project raakt ook andere ambities, zoals aanpassingen op station Amsterdam CS. Om de voortgang van het project gaande te houden, is er continu overleg met Amsterdam en het Rijk.
- Woningbouw: Nederland kent een grote woningbouwopgave. De nadruk bij de plannen ligt op het realiseren van zoveel mogelijk woningen. Maar als er onvoldoende rekening mee wordt gehouden dat ook de mobiliteit een belangrijke plaats moet krijgen, bestaat het risico dat de bereikbaarheid van de nieuwe wijken minder groot is dan wenselijk. Als er onvoldoende ruimte wordt ingepland voor OV, kan het zijn dat de nieuwe bewoners vooral aangewezen zijn op autogebruik. Terwijl we dat juist proberen te ontmoedigen. De Vervoerregio heeft een actieve inbreng in allerlei voorbereidende gremia rondom de woningbouwopgaven. De organisatie brengt consequent het belang van mobiliteit bij de woningbouwopgaven voor het voetlicht.
- Arbeidsmarkt: De arbeidsmarkt is krap. Op veel gebieden is personeel schaars. Dat betreft ook de vervoerders. Doordat personeel schaars is, blijkt het niet altijd mogelijk om de opgave voor het openbaar vervoeraanbod te vervullen. Dat kan ongewenste effecten hebben, zoals ov-reizigers die meer de auto gaan gebruiken, waardoor mogelijk zelfs een krimp van het openbaar vervoergebruik kan ontstaan. De krapte op de arbeidsmarkt is een risico voor de vervoerders, maar heeft wel een effect op de doelstellingen en het imago van de Vervoerregio. De Vervoerregio denkt mee met oplossingen zoals het inzetten van anderstalige chauffeurs en trekt daarin op met de vervoerders.
- Bezuinigingen: Het is onduidelijk hoeveel prioriteit het nieuwe kabinet geeft aan het openbaar vervoer. Dat houdt het risico in zich dat het Rijk de komende jaren substantieel aandacht voor mobiliteit en bereikbaarheid in onze regio verliest of keuzes maakt die contrair zijn aan de belangen van mobiliteit. Het is ook mogelijk dat recente afspraken zoals die over Rijksbijdragen aan de MIRT-verkenningen of Zuidasdok ter discussie worden gesteld. De Vervoerregio heeft goede contacten bij het Rijk, zowel op het ministerie als in de Tweede Kamer. Via lobbyactiviteiten blijven de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag het belang van openbaar vervoer en mobiliteit in de regio’s onder de aandacht brengen.
- Klimaatveranderingen: . Nederland is extra kwetsbaar voor overstromingen omdat ons land voor een groot deel onder de zeespiegel ligt. Ook de openbaar vervoer en infrastructuur is kwetsbaar. Metro’s rijden op taluds die kunnen verdrogen, tunnels kunnen onderlopen bij extreme regenval. Het huidige vervoersysteem is hier niet goed op ingesteld. Klimaatrisico’s zijn bijvoorbeeld niet benoemd of beprijsd in de overeenkomsten met GVB. De Vervoerregio houdt bij de herijking van contracten of nieuwe projecten rekening met de effecten en kosten van klimaatverandering.
- OV-tarieven Een van de taken van de Vervoerregio is het jaarlijks vaststellen van de OV-tarieven. In 2010 zijn landelijk basisafspraken gemaakt voor de OV-tarieven en het landelijk tarievenkader. In 2012 kwam er een tarievenverordening waarin staat welke ruimte de vervoerders hebben en hoe het tarief moet worden bepaald. Sinds 2019 heeft de regioraad een adviserende rol in rol in het vaststellingsproces. Als de Vervoerregio de tarieven minder wil verhogen dan landelijk afgesproken, is de reiziger beter af. Maar de Vervoerregio moet dan voortaan structureel het verschil aan de vervoerders aanvullen. De ov tarieven voor 2024 zijn niet gestegen voor de reiziger. Het geld van motie Bikker wordt voor een deel gebruikt om de ov tarieven niet te laten stijgen voor de reiziger. De exploitatiesubsidie wordt vanaf 2024 nu structureel opgehoogd.
- Publiekrechtelijk
Centraal Nautisch Beheer
(Bedragen x €1.000)Centraal Nautisch BeheerRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:18-03-1994Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Centraal Nautisch Beheer (CNB) heeft als doel het verkrijgen van eenheid in het beleid en de uitvoering van taken van gemeenten en het rijk die betrekking hebben op het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van infrastructurele voorzieningen en de toegankelijkheid van de vaarweg.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het bestuur, plaatsvervanger wethouder Onclin.
Stemverhouding: 15%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het Centraal Nautische Beheer draagt zorg voor de begeleiding van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied, het toezicht op de verwijdering van scheepsafval en veiligheidsaspecten rondom het scheepvaartverkeer en de beveiliging van havenfaciliteiten in het kader van havenbeveiliging.
Ontwikkelingen
Voor 2025 zijn de volgende speerpunten benoemd:
- Visie Havenmeester 2030: in de visie zijn de ambities tot 2030 beschreven. Deze ambities worden verder uitgewerkt in de hieronder genoemde speerpunten / werkprogramma’s.
- Bereikbare haven: dit werkprogramma richt zich op een veilige, vlotte, duurzame en toekomstbestendige bereikbaarheid van de zeehavens in het Noordzeekanaalgebied.
- Datagedreven havenmeester: datagedreven processen helpen bij het hebben van een actuele informatiepositie van de haven, om voorspellingen te kunnen doen en om beoordelingen zoveel mogelijk geautomatiseerd te laten verlopen.
- Veilige haven: is een randvoorwaarde voor alle activiteiten in de haven.
- Schone Scheepvaart: het reduceren van emissies in de scheepvaart op basis van het emissiemodel geformuleerde ambities.
Op 1 januari 2024 zijn de gewijzigde Havenbeveiligingswet en de nieuwe Havenbeveiligingsregeling in werking getreden. Deze wetswijziging wordt niet door CNB uitgevoerd en geïmplementeerd maar door gemeenten zelf. Voor de uitvoering van deze wet worden door Zaanstad gesprekken gevoerd met een externe partij.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied is "gemiddeld" laag. Financieel draagt de gemeente Zaanstad nauwelijks bij in de gemeenschappelijke regeling. Het Havenbedrijf Amsterdam NV draagt het exploitatiesaldo. Zaanstad heeft 15% van de stemmen in het Algemeen Bestuur.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
- Resultaat 2023: € 2.900 positief ten opzichte van het budget
- Voorstel bestemming resultaat: komt ten gunste van Havenbedrijf Amsterdam NV
Rechtmatigheidsverklaring
Bij de jaarrekening 2023 is geen rechtmatigheidsverklaring afgegeven.
Begroting 2025
- De begroting gaat uit van een uitgave aan publieke taken van € 30,9 mln.
- Financiële impact: Er is geen financiële impact, omdat Havenbedrijf Amsterdam risicodragend voor CNB is. Zaanstad draagt € 11 duizend aan de GR bij. Er zijn gesprekken gaande over de indexering van dit bedrag
- Herijking begroting 2024: niet van toepassing.
Zienswijze
Er is een positieve zienswijze gegeven over de ontwerp-jaarrekening 2023 en de ontwerp-begroting 2025. De reguliere taakuitvoering van het CNB en de genoemde ontwikkelingen komen het scheepvaartverkeer ten goede en dragen bij aan een duurzaam en veilig havengebied.
Zaanstad betaalt jaarlijks een bedrag van € 11 duizend als bijdrage voor het uitvoeren van veiligheidsinspecties bij zeeschepen. Voor het overige garandeert het Havenbedrijf Amsterdam de financiële exploitatie van de GR Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied. Er zijn gesprekken gaande over een indexering van de bijdrage.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico 1: Het CNB heeft geen eigen weerstandsvermogen.
De publieke taakuitoefening is door het CNB gemandateerd aan de Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Amsterdam NV. De governance-regels waaraan Havenbedrijf Amsterdam NV moet voldoen, onder andere die van solvabiliteit en liquiditeit, waarborgen dat onverwachte financiële tegenvallers de publieke taakuitoefening niet in gevaar brengen.
Beheersmaatregelen vanuit gemeente Zaanstad:
- Begroting en jaarrekening van de afgelopen drie jaren zijn beschikbaar.
- Zaanstad neemt deel aan het Algemeen bestuur van CNB. Minimaal twee keer per jaar is er een bestuursvergadering. De vaststelling van de begroting en jaarrekening vindt plaats in het Algemeen bestuur CNB. Alvorens de jaarstukken ter vaststelling voor te leggen, kunnen de gemeenteraden jaarlijks een zienswijze geven op de jaarstukken.
- Zaanstad participeert in het Beleidsoverleg van het CNB. Dat komt elke twee maanden bij elkaar.
- Voorstellen van Verbonden Partijen tot aanpassing van de statuten en gemeentelijke deelname worden altijd besproken met sector Strategie en Control.
Risico 2: Havenbedrijf Amsterdam NV hanteert een systeem van risicomanagement gebaseerd op Enterprise Risk Management (COSO-ERM).
Risico’s op verschillende deelgebieden zijn geïnventariseerd en geclassificeerd op basis van kans en mogelijke impact. Periodiek wordt deze inventarisatie herhaald om gewijzigde of nieuwe risico’s tijdig te kunnen onderkennen.
Beheersmaatregelen
- goed opgeleid personeel (regelmatige oefening en bijscholing, eigen simulator);
- up-to-date-systemen en technische infrastructuur tot heldere processen & procedurebeschrijvingen met duidelijke bevelstructuur;
- het onderhouden van nauwe contacten met belangrijke externe belanghebbenden zoals Rijkswaterstaat;
- periodieke evaluatie of de bestaande beheersmaatregelen nog afdoende zijn en of aanvullende maatregelen nodig zijn.
- Publiekrechtelijk
Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland
(Bedragen x €1.000)Veiligheidsregio Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:26 januari 2017Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDoor intergemeentelijke samenwerking uitvoering geven aan:
a. het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
b. het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
c. het adviseren van het college van B&W over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid;
d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
e. het instellen en in stand houden van een brandweer;
f. het instellen en in stand houden van een GHOR;
g. het voorzien in de meldkamerfunctie;
h. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
i. het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.
Bestuurlijk belangBurgemeester Hamming is voorzitter van het AB, vervanging wethouder Van der Laan.
Stemverhouding: 12,8%Actualiteiten en risico'sActualiteiten en beleidsontwikkelingen VrZW
Brandweerzorg
Bij het opstellen van het Regionaal repressief dekkingsplan 2022-2025 zijn knelpunten geconstateerd rondom de gegarandeerde beschikbaarheid van voldoende medewerkers. Het Algemeen Bestuur heeft in 2023 gekozen voor implementatie van het volledig toekomstbestendige scenario dat zich richt op versterking van de basisbrandweerzorg in Zaanstad-Zuid en redvoertuigen en duikteams in de gehele regio. De implementatie van dit scenario is uiterlijk 31 december 2026 gereed. In 2025 is er één tankautospuit 24/7 beschikbaar en wordt de duikorganisatie versterkt op het Prins Bernhardplein. Ook vindt er vanaf 2025 weekendkazernering plaats van het redvoertuig op post Noord (Wormerveer).
Crisisbeheersing
Na meerdere langdurige crises sinds 2020, en de rollen van de veiligheidsregio’s daarbij, is landelijk besloten om de crisisbeheersing toekomstgericht te versterken. Dit betekent dat de veiligheidsregio invulling moet geven aan nieuwe taken op het gebied van landelijke en (inter-)regionale informatiedeling en inzet bij langdurige en nieuwe crises. Verwacht wordt dat ons land in de toekomst vaker te maken krijgt met vraagstukken die om landelijke coördinatie en regionale inzet vragen. Sinds 2023 is er, op basis van de bestuurlijke afspraken van augustus 2022, structureel geld beschikbaar om invulling te geven aan deze opgave. De extra middelen zijn expliciet bedoeld om de regionale en landelijke slagkracht en de informatiepositie te versterken en zo de crisisbeheersing toekomstgericht en robuust te maken.
Organisatie
- Nadat op 22 december 2023 het bestuurlijk besluit is genomen willen GGD Zaanstreek-Waterland en VrZW in 2024 de voorbereiding voor de verbouwing starten om samen wonen op de locatie Prins Bernhardplein in Zaandam mogelijk te maken. Inzet is dat de feitelijke verbouwing plaatsvindt in 2025 en eind van dat jaar de GGD kan inhuizen. De GGD en VrZW kunnen langs deze weg allebei doorgroeien naar stevige, open netwerkorganisaties voor en met de gemeenten, partner- en samenwerkingsorganisaties en in de regio. De verbouwing luidt ook een nieuw tijdperk in op het gebied van werkomstandigheden en modern werkgeverschap.
- Voor VrZW is het noodzakelijk vreemd vermogen aan te trekken. Na afronding van de verbouwing komen de afschrijvings- en rentelasten in beeld. Naar verwachting is dat vanaf begrotingsjaar 2026. Tegenover hogere kapitaallasten staan lagere huisvestingslasten als gevolg van gedeeld gebruik met de GGD. Per saldo moet dit een besparing voor VrZW opleveren. Deze besparing wordt na afronding van de verbouwing in het budgettair kader opgenomen
- De gemeente Zaanstad (en de overige deelnemers van de veiligheidsregio) zijn in gesprek met de VrZW om de budgetten van soft services en klein onderhoud over te hevelen naar de VrZW (budgetneutraal). De intentie is om dit af te ronden en voor te leggen tijdens de AB-vergadering van de VrZW van oktober 2024.
Financiële positie
Jaarrekening 2022
Ter kennisgeving aangeboden aan Zaanstad
2023 is afgesloten met een negatief resultaat van € 171.000, dit is € 101.000 lager dan begroot. De belangrijkste afwijkingen zijn gerealiseerd bij de crisisnoodopvang asielzoekers die door het Rijk wordt gecompenseerd, crisis beheersing en brandweerzorg.
In de raadsvergadering van 30 mei 2024 is kennis genomen van de jaarstukken 2023
Rechtmatigheidsverklaring
Het Dagelijks Bestuur is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties niet rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde verantwoordingsgrens.
Er is sprake van een begrotingsonrechtmatigheid van € 6,676 mln. op programma’s en € 0,08 mln. op overschrijding investeringsbudgetten. Het totaal van de begrotingsonrechtmatigheden past binnen het vooraf vastgestelde beleid van het algemeen bestuur en daarmee vooraf als acceptabel is geduid. Er zijn geen ‘niet-acceptabele’ individuele rechtmatigheidsfouten en individuele rechtmatigheidsonduidelijkheden gevonden boven de rapportagegrens van € 25.000. VrZW heeft geen overkoepelend beleid voor misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O-beleid). Dit beleid en de beheersmaatregelen zijn geïntegreerd in de risicoanalyse en het intern controleplan, inclusief de meldingsregeling voor vermoedelijke misstanden en integriteitlijnen, waaronder de ‘Nota (gedragscode) Integriteit VrZW’. Zoals uit de rechtmatigheidsverantwoording 2023 blijkt zijn er in 2023 geen rechtmatigheidsafwijkingen als gevolg van misbruik of oneigenlijk gebruik gevonden
Begroting 2024-2027
VrZW heeft de volgende strategische opgaven benoemd:
- Toekomstgerichte crisisbeheersing
- Toekomstbestendige brandweerzorg (beleidsintensivering)
- Samenwonen en samenwerken met de GGD
- Toekomstbestendige organisatie en werkgeverschap: Diversiteit & Inclusie, Vitaliteit en Duurzaamheid
VrZW verwacht voor 202 4 een negatief resultaat van € 0,5mln. vanwege de gestegen loonkosten vanuit de CAO 2023 en 2024. Het weerstandsvermogen is onvoldoende en een negatief resultaat zorgt voor verdere verslechtering. De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 912.000. Eind 2023 bedraagt de beschikbare weerstandscapaciteit € 691.000 (algemene reserve en in aanmerking komende bestemmingsreserves). De ratio weerstandscapaciteit’ komt daarmee uit op 0,76% en classificeert daarmee als ‘onvoldoende’.
Een aantal risico’s zijn niet kwantitatief gemaakt waardoor zij een negatief effect kunnen hebben op het weerstandsvermogen
De VrZW kent voor 2025 een begrotingstotaal van € 45,8 miljoen, de gevraagde bijdrage van Zaanstad is € 16,32 miljoen (begroting 2024: € 14,98 miljoen). De gevraagde bijdrage is inclusief de beleidsintensivering waarop een negatieve zienswijze is afgegeven.
Zienswijze
De raad heeft in de raadsvergadering van 30 mei 2024 ingestemd met een positieve zienswijze ten aanzien van de verhoging van de gemeente bijdrage van € 462.703,- in 2025 als gevolg van indexatie. En een negatieve zienswijze ten aanzien van de verhoging van de gemeente bijdrage van € 390.000,- in 2025 als gevolg van beleidsintensivering.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
- Het regionaal risicoprofiel van de VrZW is een wettelijke verplichting vanuit de Wet veiligheidsregio’s. De VrZW actualiseerde het risicoprofiel (concept) in juli 2024. De deelnemende gemeente hebben de mogelijkheid om hier een zienswijze op te geven. Begin 4de kwartaal 2024 bespreekt de raad het risicoprofiel en de zienswijze hierop. Daarna stelt het Algemeen Bestuur van de VrZW het risicoprofiel met evt wijzigingen vast.
- De dubbele rol van de gemeente Zaanstad in het Algemeen Bestuur in de rol van voorzitterschap en de rol van vertegenwoordiging van Gemeente Zaanstad kan leiden tot conflicterende belangen.
- Onvoldoende sturing op de exploitatie van de restcapaciteit van het oefencentrum voor commerciële activiteiten. De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor de uitvoering van de exploitatie van het oefencentrum, Gemeente Zaanstad kan hier beperkt op sturen, maar is wel financieel verantwoordelijk.
- VrZW heeft een beperkt eigen vermogen, verdere verslechtering leidt tot extra financiële lasten voor Zaanstad
- Zaanstad draagt softservices en klein onderhoud over aan VrZW, eventuele toekomstige tekorten zullen zij mogelijk bij Zaanstad willen neerleggen
- Er is sprake van personeelskrapte op de arbeidsmarkt met een tendens tot afname van animo voor vrijwilligers. De betalingsvoorwaarden voor vrijwilligers zijn gelijk aan beroepskrachten.
Beheersmaatregelen
- In samenwerking met de andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland wordt het proces om te komen tot een integraal (ambtelijk) advies aan de burgemeesters in het veiligheidsbestuur op belangrijke financiële / beleidsvraagstukken gemonitord. Ckn gebeurt dit ook?
- De gemeenteraad wordt jaarlijks de mogelijkheid gegeven haar zienswijze te geven inzake de (meerjaren)programmabegroting van de VrZW. Daarnaast is de VrZW transparant met haar overige P&C producten zoals de bestuursrapportages en de jaarrekening.
- Publiekrechtelijk
Rekenkamer Metropool Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Rekenkamer Metropool AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:20 augustus 2015Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:laagOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om gezamenlijk een rekenkamer in te stellen. Dit is wettelijk verplicht. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe rekenkamer heeft één lid. Dit lid is tevens directeur. De raden benoemen het lid van de rekenkamer op voordracht van een afvaardiging van de raden door een gelijkluidend besluit. Geen afvaardiging van een collegelid in deze regeling.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
In de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat de gemeenteraden eens in de zes jaar de gemeentelijke bijdragen aan de rekenkamer zullen vastleggen. De laatste zesjaarsperiode liep eind 2021 af. Vanwege het aantreden van de nieuwe bestuurder/ directeur van de RMA per 1 maart 2023, heeft het presidium van Amsterdam, in overleg met betrokken raadsleden uit Zaanstad, besloten de gemeentelijke bijdragen voorlopig voort te zetten op basis van de afspraak die tot eind 2021 gold. Een afspraak over de bijdragen voor een nieuwe zesjaarsperiode zal worden gemaakt nadat de rekenkamer een toekomstvisie voor de RMA met een zesjarenbegroting heeft opgesteld.Bij de ontwerpbegroting is een notitie gevoegd waarin de beleidsvisie en de gevraagde zesjarenbegroting is opgenomen. In deze notitie wordt aan beide gemeenteraden voorgesteld om de bijdrageregeling uit de periode 2016-2021 te continueren voor de periode 2023- 2028. De Beleidsvisie is terug te vinden via de link https://www.rekenkamer.amsterdam.nl/content/uploads/2023/08/Beleidsvisie-RMA-2023-2028-def.pdf
Financiële positie
Jaarrekening 2023
De jaarrekening 2023 heeft een positief resultaat van € 215.359, het resultaat is als volgt bestemd:
- Toevoeging algemene reserve 215.359
RMA houdt een algemene reserve aan van tussen de 10 en 15% van de te ontvangen jaarlijkse bijdragen. Naar verwachting heeft de algemene reserve eind 2024 een stand van circa € 356.560. Daarmee valt de huidige stand van de algemene reserve binnen de streefwaarde van 10 tot maximaal circa 15% van de te ontvangen jaarlijkse bijdragen. Wanneer de algemene reserve boven de 15% uitkomt, wordt in overleg met het Overlegorgaan RMA nagegaan hoe die middelen worden bestemd.
Rechtmatigheidsverantwoording 2023
Bevinding: De bestuurder is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens.
Begroting 2024 - 2027
De bijdragen voor 2024 zijn gebaseerd op de afspraak die gold voor de periode 2016-2021.
Het saldo van baten en lasten voor 2023 wordt begroot op € 49.050 (negatief). Dit tekort komt door de begrote kapitaallasten voor ICT- en huisvestingsinvesteringen. Door € 49.050 te onttrekken aan de bestemmingsreserves, ontstaat er een sluitende begroting.
Zienswijze
Op 25 mei 2023 gaf de raad van Zaanstad positieve zienswijze op de begroting en de begroting is ongewijzigd vastgesteld door het bestuur van de RMA.
Tevens stemden beide raden in met de voorstellen uit de notitie Gemeentelijke bijdragen RMA.
- Publiekrechtelijk
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
(Bedragen x €1.000)Omgevingsdienst NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:17 december 2015Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de colleges bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten. Voorts wordt de regeling getroffen ter behartiging van de taken voortvloeiend uit het Besluit risico's zware ongevallen 1999.
Bestuurlijk belangWethouder Onclin is lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Breunesse.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 9,8%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Ontwikkelingen
De inhoudelijke activiteiten van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied liggen voor een groot deel vast vanuit wet- en regelgeving en beleidsdoelstellingen van de opdrachtgevers.
De werkzaamheden van de dienst zijn vertaald in de vastgestelde strategische agenda voor 2023-2025 van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
De strategische agenda bestaat uit drie samenhangende en elkaar versterkende onderdelen:
- Inhoudelijke opgaven op het gebied van klimaat, milieu-gerelateerde gezondheid, en transformatie gebieden
- Versterking van ons instrumentarium op het vakgebied vergunning verlenen, toezicht houden, handhaven en adviseren
- Organisatieontwikkeling: wat is er nodig binnen de ODNZKG om punt 1 en 2 te realiseren.
Ter ondersteuning hiervan dient de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2024-2027 die in 2023 is vastgesteld en opgavegericht is ingestoken, waarbij de doelen van de Omgevingswet als vertrekpunt dienen. De komende jaren zal de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie meer en meer impact krijgen op de uitvoeringspraktijk van de OD NZKG.
Aanvullend zijn diverse ontwikkelingen die impact hebben op de uitvoering van de taken en mede richting geven aan de koers voor de komende jaren. Zoals het onderzoek van de commissie Van Aartsen ter verbetering van het VTH-stelsel en de energietransitie, maar ook de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de wet Kwaliteitsborging bouw.
De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging
Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen ingevoerd, wat leidt tot de voorspelde extra werkzaamheden voor de OD NZKG. De hausse aan vergunningaanvragen onder het oude recht van eind 2023 zet de werkprocessen onder druk. De grote hoeveelheid zal invloed hebben op de doorlooptijden van de aanvragen, maar ook op nieuwe aanvragen. Het toezicht op deze aanvragen zal gedeeltelijk ook nog plaatsvinden in 2025.
Ook bezwaar en beroep van deze aanvragen zal nog doorlopen. Oude en nieuwe procedures zullen volgens het overgangsrecht nog naast elkaar lopen. Onder meer het beheren van twee sets bekendmakingen en ook het toezicht houden en handhaven onder twee regimes kost extra tijd.
Onder de Omgevingswet kunnen weer leges worden opgelegd bij milieuvergunningen en alle opdrachtgevers waaronder de gemeenten Zaanstad hebben daarvoor gekozen. Het inregelen daarvan vergt extra inspanningen. Er is nog geen praktijkervaring met de nieuwe procedures, dus allicht zullen de nieuwe legesverordeningen in de komende jaren nog aanpassing behoeven.
In de meerjarenbegroting 2024-2027 was geraamd dat de extra benodigde inzet in het eerste jaar na inwerkingtreding, zeker 5% van de capaciteit zal vergen (in 2024 € 1,9 mln). Voor 2025 is € 1,4 mln. opgenomen en deze extra inzet wordt in 2026 en 2027 afgebouwd naar nul.
Financiële en personele uitdagingen
De OD NZKG heeft aangegeven de kengetallen pas te valideren als er meer zicht en ervaring is met de gevolgen van de Omgevingswet op het werk. In de voorliggende meerjarenbegroting zijn – na het besluit over de kadernota 2025 – alle taken gekwantificeerd en als begrotingswijziging meegenomen. De OD NZKG geeft aan om richting de opdrachtgevers transparant te zijn over wat er nodig zal zijn.
Daarnaast vormt het een basis om al voor de zomer 2024 gesprekken te starten met de opdrachtgevers voor een verdere vertaling in de afspraken voor de UVO’s 2025.
Duidelijk is dat de komst van de nieuwe wetten veel impact heeft op de dienst en indirect ook de opdrachtgevers. De ODNZKG is hierover transparant en informeert de opdrachtgevers over nieuwe inzichten en gevolgen die zich (tussentijds) voordoen
De omgevingsdienst ziet zich geconfronteerd met krapte op de arbeidsmarkt en genoodzaakt om haar werkzaamheden in evenwicht te brengen met de beschikbare uitvoeringscapaciteit. Dit zal in afstemming met de opdrachtgevers leiden tot een herprioritering van de bestaande werkzaamheden en nieuwe ontwikkelingen. Deze meerjarenbegroting ligt voor ter besluitvorming voordat de invulling van de herprioritering volledig duidelijk is, maar de indicatie voor de omvang van de herprioritering is al wel verwerkt in de begroting voor 2025.
Rekenkamerrapport energiebesparingsplicht
In maart 2023 is een kritisch rapport van de Rekenkamer verschenen over de sturing en controle van de gemeente Zaanstad op de energiebesparingsplicht van Zaanse bedrijven. De conclusies en aanbevelingen uit het rapport hebben een breed gevoeld besef van urgentie laten ontstaan. De OD NZKG werkt in samenspraak met de deelnemers aan de aanbeveling uit het rapport met als doel verbetering aan te brengen. Bespreking en afstemming tussen de OD en de dienst hierover vindt periodiek zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau plaats.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het jaar 2023 is afgesloten met een positief saldo van € 3.652K. Het saldo bestaat ten opzichte van de begroting uit lagere baten ad € 1.325K en lagere lasten ad € 5.023K. Daarnaast is het saldo op reserves 46K negatief. De lagere baten houden met name verband met minder werk in het kader van de UVO 2023. De lagere lasten worden voornamelijk veroorzaakt door krapte op de arbeidsmarkt, waardoor minder medewerkers zijn ingestroomd dan verwacht. Dit heeft geleid tot lagere loonkosten. Daarnaast is de financiële inzet op het IBP-programma versterking VTH-stelsel minder geweest dan voorzien.
De bijdrage van de gemeente Zaanstad bedroeg voor 2023 € 3.603.000. Ten opzichte van de gewijzigde begroting 2023 was dit een onderschrijding van € 233.000. Deze onderschrijding is al verwerkt in het resultaat 2023.
Voorstel resultaatbestemming
Het positieve resultaat is als volgt bestemd:
€ 1.858.000 doteren aan de algemene risico reserve
€ 500.000 doteren aan de bestemmingsreserve Omgevingswet t.b.v. MBA project
€ 1.294.000 terugbetalen aan de opdrachtgevers van de omgevingsdienst
Voor Zaanstad betreft dit een incidenteel voordeel van € 69.000 in 2024. Dit is verwerkt in de voorjaarsnota 2024.
Begroting 2025
In de meerjarenbegroting 2025-2028 zijn de lasten en baten in evenwicht. Het totaal der lasten bedraagt € 89,5 mln. in 2025 waarvan € 84,1 mln. wordt gedekt vanuit de uitvoeringsovereenkomsten met de deelnemers. Het Zaanse aandeel hierin bedraagt € 4,9 mln.
In de tussen Zaanstad en Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied te sluiten Uitvoeringsovereenkomst 2025 zal de exacte bijdrage worden vastgelegd, rekening houdend met de werkzaamheden in 2025 en eventueel gewijzigde of aanvullende volumes en ambities. Na afloop van het jaar zal uiteindelijk conform de systematiek worden afgerekend op basis van daadwerkelijk geleverde diensten, producten en uren.
Naar aanleiding van de ontwerp- meerjarenbegroting 2025-2028 is de volgende zienswijze ingediend;
- Het verzoek om aandacht te blijven hebben voor de aanpassingen die nodig zijn onder de nieuwe Omgevingswet en de gemeente hierover te blijven informeren.
- Te benadrukken dat de gemeente in 2026 een financieel uitdagend jaar staat te wachten, de gemeente de mogelijkheden om tegenvallers op te vangen is aan het verkennen en dat een van die mogelijkheden is om een generieke bezuiniging op te leggen aan alle gemeenschappelijke regelingen.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
De noodzakelijke weerstandscapaciteit van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied wordt bepaald door kwantificering van de gewogen risico’s. Deze risico’s zijn:
- wet- en regelgeving (met name omgevingswet),
- conjuncturele ontwikkelingen, arbeidsmarkt en Groen Staal
- bedrijfsvoering
- prestatiegericht financieren
Beheersmaatregelen
Om risico’s op te kunnen vangen heeft de OD NZKG een risicobuffer in het leven geroepen. Daarnaast zijn er frequent overleggen tussen gemeente en OD, zowel bestuurlijk als ambtelijk op diverse niveaus.
De beschikbare weerstandscapaciteit en de noodzakelijke weerstandscapaciteit worden tegen elkaar afgezet met de ratio weerstandsvermogen. Het algemeen bestuur heeft in 2017 een ratio van 1 tot 1,5 vastgesteld. Deze ratio is naar verwachting voor het jaar 2024, inclusief toevoeging vanuit de resultaatbestemming 2023, toereikend.
Meerjarig voldoet de verhouding tussen noodzakelijke en beschikbare weerstandscapaciteit aan de ratio weerstandsvermogen (1 tot 1,5), mits de reserve gelijk blijft aan zijn huidige omvang.
- Publiekrechtelijk
Gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Gezamenlijke ombudsman metropool AmsterdamRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:7 februari 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om op een effectieve en efficiënte wijze vorm en inhoud te geven aan de door de Gemeentewet aan de raad gegeven mogelijkheid om voor de behandeling van verzoekschriften een gezamenlijke ombudsman in te stellen. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe gemeente Amsterdam krijgt mandaat om jaarlijks de begroting en jaarrekening van de ombudsman voor het volgende kalenderjaar vast te stellen. De ombudsman voert ten minste jaarlijks overleg met een vertegenwoordiging van de raden.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Ontwikkelingen
Aan het einde van ieder jaar verschijnt de Ombudsagenda. De Ombudsagenda 2024 is geordend aan de hand van drie thema’s, te weten “Bestaanszekerheid”, “Inclusie” en “Leefbaarheid”. Onderwerpen die op de agenda staan zijn onder meer de opvang van dakloze gezinnen, de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 en een kinderrechtenscan naar discriminatie en racisme op school, in de buurt en online. Ook start de ombudsman een onderzoek uit eigen beweging naar de positie en het functioneren van Bureau Integriteit.
Op 10 juni is het rekenkamerrapport over klachtenbehandeling gepubliceerd. De raad heeft dit rapport besproken in september.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het resultaat, na effect bestemmingsreserves, over 2023 bedraagt € 25.489. Dit resultaat is toegevoegd aan de algemene reserve. De jaarrekening van de ombudsman is conform de gemeenschappelijke regeling gecontroleerd door de auditdienst van de gemeente Amsterdam (ACAM).
In artikel 12 van de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat bij een positief exploitatieresultaat over een begrotingsjaar dit resultaat in het volgende begrotingsjaar aan de begrotingspost algemene reserve wordt toegevoegd.
Begroting 2025
De bijdragen worden jaarlijks nominaal geïndexeerd conform het percentage voor personele lasten uit de begrotingscirculaire van de Gemeente Amsterdam. Dit percentage is voor 2025 berekend op 3,8%.
De Ombudsman heeft de begroting 2025 vastgesteld op een lastentotaal van € 3.133.499. Het lastentotaal van de begroting 2024 na eerste wijziging is vastgesteld op € 3.058.785.
Sinds 2014 voorziet de GROMA in de mogelijkheid een positief resultaat toe te voegen aan de algemene reserve om een buffer op te bouwen van 10% van de totale bijdragen van alle deelnemer. Indien er sprake is van een overschrijding van de begroting dient deze reserve als eerste aangesproken te worden. De verwachting is dat zowel 2024 als in 2025 de algemene reserve niet aangesproken hoeft te worden omdat inkomsten en uitgaven in balans zijn.
In 2025 zal in gesprek met de deelnemers en het Presidium gezocht worden naar een passende manier van indexeren. Dit zal naar verwachting leiden tot een aanpassing in de gemeenschappelijke regeling. Ten tijde van het opstellen van de 2025 begroting zijn aanvullende gespreken gaande met zowel de gemeente Amsterdam als de overige gemeenten om te komen tot nieuwe afspraken voor 2025 en verder. De huidige bijdrage van de gemeenten wordt niet voldoende geacht om een duurzame voortzetting van de activiteiten te garanderen op hetzelfde kwaliteitsniveau.
Zaanstad signaleert dat de hoeveelheid zaken al een aantal jaar daalt, de totale financiële bijdrage is door indexatie echter gestegen.
Eerste begrotingswijziging 2024
De bijdragen van de diverse gemeenten worden jaarlijks nominaal geïndexeerd conform het percentage voor personele lasten uit de begrotingscirculaire van de Gemeente Amsterdam. Dit percentage is ten tijde van de 2024 begroting ingeschat op 3,6%. Daarmee is de bijdrage over 2023 ook voor de 2024 begroting geïndexeerd tegen 3,6%. Inmiddels is de indexatie definitief vastgesteld tegen 5,7%. De baten zijn derhalve voor 2024 bijgesteld tegen dit verhoogde percentage.
Zienswijze
Op grond van artikel 13 van de GROMA stelt de Ombudsman zelf jaarlijks de begroting voor het volgende kalenderjaar vast. De Ombudsman maakt werkafspraken met de deelnemers over de toezending van de conceptbegroting en het al of niet kunnen uitbrengen van zienswijzen. Nu de bijdragen van de overige deelnemers (niet zijnde gemeente Amsterdam) vaststaan dient de (wettelijk verplichte) mogelijkheid tot het uitbrengen van een zienswijze door een deelnemer geen zinvol doel. Het versturen van conceptbegrotingen en het verplicht in de gelegenheid stellen van een deelnemer om een zienswijze uit te brengen is daarnaast een administratief zware procedure bij een gemeenschappelijke regeling met een groot aantal deelnemers. De ombudsman maakt daarom onderlinge afspraken met de deelnemers hoe hier praktisch beter mee omgegaan kan worden.
Risico's en beheersmaatregelen
De financiële risico’s voor de Ombudsman zijn vooralsnog beperkt. Het belangrijkste risico is langdurige ziekte van personeel.
Om dat risico af te dekken is de afspraak gemaakt met gemeente Amsterdam dat de kosten voor personeel dat langdurig ziek is, niet meer volledig (maximaal voor de duur van 6 maanden) ten laste komen van het budget van de Ombudsman. De daarna beschikbaar komende middelen kan de Ombudsman dan inzetten voor vervangende personele capaciteit.
De prijspeilstijgingen en inflatie in 2025 een vormen een belangrijk risico.
In de meerjarenraming is uitgegaan van een indexatie (op basis van loonkostenontwikkeling) van 3,8% ten opzichte van de begroting 2024. De indexatie heeft vooral effect op de baten (verhoging bijdragen deelnemende gemeenten) en op de lasten (verhoging van loonkosten).
- Publiekrechtelijk
Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domein
(Bedragen x €1.000)Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domeinRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - regeling zonder meer
Oprichtings-/publicatiedatum:21 januari 2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:middelOpenbaar belangGezamenlijke inkoop en beleidsvoorbereiding en -uitvoering.
Bestuurlijk belangDeze lichte vorm van publieke samenwerking kent geen bestuur.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sDe RZM, een lichte variant van een gemeenschappelijke regeling, betreft de afspraak tot samenwerking op twee onderdelen van de drie decentralisaties (Jeugdhulp en Wmo) met de 7 andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland en Wormerland). Om deze samenwerking in de praktijk te realiseren, heeft de gemeente Zaanstad vanaf 2014 met de regiogemeenten een Dienstverlenings- en samenwerkingsovereenkomst “Regionale Inkoop Sociale Domein” (hierna: DVO) afgesloten. In 2015 is de samenwerking geëvalueerd. De gemeenten Purmerend en Beemster hebben toen besloten om ten aanzien van de Wmo vanaf 1 januari 2016 zelf hun inkoop- en contractmanagement te organiseren. De gemeente Edam-Volendam doet met ingang van 1 juli 2016 zelf het inkoop- en contractmanagement t.a.v. de Wmo. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de huidige DVO. De uitgetreden gemeenten willen de zorg dichter op hun inwoners organiseren. Voor de Jeugd regelt Zaanstad de inkoop en het contractmanagement van de Regionale raamovereenkomsten die de regio Zaanstreek-Waterland samen met de regio Amsterdam-Amstelland met zorgaanbieders heeft afgesloten.
De nieuwe gemeenschappelijke regeling en DVO is per 1 januari 2019 ingegaan. De looptijd is tot eind 2024.
- Publiekrechtelijk
Recreatieschap Twiske-Waterland
(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Twiske-WaterlandRechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:4-4-2013Vestigingsplaats:ZaanstadToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie - in samenhang met de vorenstaande Gemeenschappelijke Regelingen - tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu, het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifieke en gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling en consolidatie van de waarden die het in zich draagt.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse is lid van het AB, plaatsvervanging door wethouder Tuijn. Sinds eind 2023 is wethouder Breunesse ook lid van het DB
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Belangrijkste punten in 2025 voor het recreatieschap zullen zijn:
- Nieuw raamcontract uitvoeringsorganisatie recreatieschap; In december 2023 heeft het recreatieschap de overeenkomst opgezegd in de verwachting dat in de loop van 2024 de nieuwe meerjarige overeenkomst definitief wordt en per 1 januari 2025 kan ingaan. Indien de nieuwe overeenkomst voor het einde van 2024 nog niet is gesloten, wordt de opzegging eenmalig opgeschort met één jaar.
- Uitvoeren van projecten uit het uitvoeringsprogramma;
- Omvormen van de Marsen tot zorgboerderij;
- Samenwerking in de Veen & Poldercoalitie Laag Holland voor het realiseren van het IBP Vitaal Platteland Amsterdam Wetlands;
- Uitwerken en (mede)realiseren van het recreatief netwerk en buitenpoorten (o.a. in Wormerveer); en
- Begeleiden van recreatieve meekoppelkansen bij het project Markermeerdijken en daarmee samenhangende projecten, zoals Zeesluis Edam (verbeteren oversteekbaarheid voor voetgangers) en overige fiets- en voetgangersroutestructuren.
- implementatie omgevingswet; de verantwoordingslast vereist expertise
- meer druk op het gebied, toename bewoning. Veel verschillende wensen voor gebruik van het gebied zoals feesten vs rustzoekers, waardoor een groter beroep op de regiefunctie wordt gedaan.
- beheerorganisatie gaat over naar Staatsbosbeheer. Vanaf 2027 worden de eerste veranderingen verwacht.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van deelname aan de gemeenschappelijke regeling is gemiddeld. Het berekende weerstandsvermogen is voldoende. Zaanstad heeft voor onderdeel Twiske 16,7 % van de stemmen, voor onderdeel Waterland 8,3% van de stemmen.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
De jaarrekening 2023 sluit met een negatief resultaat van € 28.797. Het resultaat is bepaald door de volgende zaken:
- Lagere kosten incidentele projecten (€ 230.000 positief). Deze kosten schuiven grotendeels door naar 2024;
- Minder inzet RNH voor reguliere werkzaamheden (€ 26.000 positief);
- Hogere baten door rente (€ 175.000 positief);
- Hogere parkeeropbrengsten (€ 63.000 positief);
- Hogere opbrengsten hout, huur en pacht (€ 26.000 positief);
- Tegemoetkoming in de kosten groene boa’s (€ 21.000 positief);
- Extra dotatie voorziening groot onderhoud i.v.m. 4 bruggen de Vennen (€ 260.000 negatief).
- Eind 2023 bedraagt de totale reserves en voorzieningen € 5.203.785 (in 2022 € 5.232.582), een afname van € 28.797
Rechtmatigheidsverantwoording
In de jaarrekening is de rechtmatigheidsverantwoording van het dagelijks bestuur opgenomen. Zoals daar weergegeven is het dagelijks bestuur van mening dat de verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de vastgestelde materialiteitsgrens van 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves volgens de begroting na wijziging (voor 2023 een bedrag van € 129.249).
Begroting 2025
Belangrijkste punten in 2025 voor het recreatieschap zullen zijn:
- De groei van de bevolking in de metropoolregio Amsterdam (MRA). Daardoor is een substantiële toename in recreatiebehoefte te verwachten voor de regio. Spreiding van het groeiend aantal toeristen staat hoog op de agenda;
- Natuurwaarden die onder druk staan door onder meer de stikstofdepositie en afname van de biodiversiteit;
- Klimaatadaptatie en beter verbinden van groen met de stad. Dat biedt ook kansen om de biodiversiteit te versterken door het buitengebied ‘de stad in te trekken’ en recreatie- en natuurbeleving al bij de voordeur te laten beginnen;
- Samenwerking van de recreatieschappen met Staatsbosbeheer (SBB), Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten en lokale agrarische- en natuurverenigingen. Dat gebeurt onder meer voor een gezamenlijk recreatief uitvoeringsprogramma voor Laag-Holland van de ‘Veen & Poldercoalitie Laag Holland’ (voorheen Amsterdam Wetlands);
- Een gewijzigd evenementenbeleid. Dit betekent dat er mogelijk actief geworven moet worden voor nieuwe evenementen.
- Vanuit de regiodeal ZaanIJ groen en meedoen is geld beschikbaar gekomen voor een drietal achterstandswijken in Zaanstad en Amsterdam om een programma te ontwikkelen om meer in het groen te recreëren. Dit betekent ook dat voor het recreatieschap gekeken zal moeten worden naar mogelijkheden om de bereikbaarheid voor de doelgroep te verbeteren.
Zienswijze
De gemeenteraad gaf in juni een positieve zienswijze op de jaarrekening en begroting met de volgende aandachtspunten:
- Zaanstad verkent de mogelijkheden om de tegenvallers op te vangen; de gemeenschappelijke regelingen maken onderdeel uit van die verkenningen;
- In een motie heeft de gemeenteraad van Zaanstad gevraagd een fusie van de recreactieschappen Twiske-Waterland en Alkmaarder- en Uitgeestermeer te onderzoeken. Zaanstad dringt aan op een spoedige afronding van deze verkenning;
- De gemeente Zaanstad verkent de mogelijkheden om het beheer van de Jagersplas bij het recreatieschap Twiske-Waterland onder te brengen; wij vragen uw medewerking bij het haalbaarheidsonderzoek;
- De omvang van de algemene reserve is ver boven het weerstandsvermogen. Wij verzoeken u om in beeld te brengen welk deel van de reserve benodigd is om het uitvoeringsprogramma uit te voeren en daarmee de ambities van het recreatieschap te realiseren;-
- Wij willen u uitnodigen in de jaarstukken meer aandacht te besteden aan trends en concrete indicatoren ten aanzien van bijvoorbeeld bezoek en gebruik, themaroutes en paden, biodiversiteit en beheer.
Risico’s en beheersmaatregelen
De belangrijke risico’s voor Twiske-Waterland zijn:
- Overmacht: optreden extreem weer, brand, (vogel)ziekte en plagen flora en fauna, slechte kwaliteit zwemwater door warm weer en (drugs)dumpingen;
- Te weinig evenementen die geld genereren, zowel door wijzigingen bij Landsmeer als het evenementenbeleid van TW zelf;
- Problemen bij invulling / bemensing gekwalificeerd personeel;
Beheersmaatregelen:
- Per risico wordt de kans vermenigvuldigd met de potentiële omvang in euro’s. Het berekende weerstandsvermogen als beheersmaatregel bedraagt op 31-12-2023 € 427.
- Publiekrechtelijk
Participatiebedrijf Zaanstad Purmerend (Werkom)
(Bedragen x €1.000)Participatiebedrijf Zaanstad Purmerend (Werkom)Rechtsvorm:Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2018Vestigingsplaats:PurmerendToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe gemeenschappelijke regeling is getroffen voor het doeltreffend en doelmatig uitvoeren of doen uitvoeren van de taken van de colleges voortkomend uit of samenhangend met de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening.
Bestuurlijk belangPer 1 januari 2018 hebben de gemeenten Purmerend en Zaanstad samen het Participatiebedrijf opgericht om effectiever te zijn in de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening en de Participatiewet. Namens Zaanstad heeft wethouder Onclin zitting in het bestuur en wethouder Groothuismink is waarnemer.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 50%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
- Ontwikkelingen vanuit het Rijk: herziening van de Participatiewet, herstructurering van de arbeidsmarktdienstverlening en de toekomstige financiering van SW-bedrijven en beschut werk;
- Implementatie van het koersbesluit en aanbevelingen uit het Berenschot-rapport
- Werkom stelt tweejaarlijks een strategische agenda op. De agenda voor 2025-2026 wordt vastgesteld in het bestuur.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is hoog. Het maatschappelijk belang is groot, het gaat om kwetsbare mensen. De financiële bijdrage van de gemeente is aanzienlijk.
Risico analyse
Governance
De governance van Werkom is duaal. We sturen als eigenaar van het bedrijf, maar ook als opdrachtgever van het bedrijf. Om die rollen duidelijk te scheiden is er voor gekozen om de rol van eigenaar bij de wethouder financiën neer te leggen. De rol van opdrachtgever ligt bij de vakwethouder, zijnde de portefeuillehouder Werk en Inkomen. Dat heeft ook tot gevolg dat de risicobeheersing ook duaal is en dat verschillende aspecten van risico en beheersing onder de verantwoording van verschillende rollen valt. De rollen kunnen niet los van elkaar opereren. Het gaat om het samenspel van de rollen. De meerjarige kaders vanuit de eigenaarsrol werken door in gewijzigde dienstverleningsovereenkomsten in de opdrachtgeversrol. Signalen vanuit de voortgangsgesprekken worden meegenomen in de eigenaarsrol. Dit samenspel wordt ambtelijk en bestuurlijk georganiseerd door een overlegstructuur.
- Eigenaarsrol
Vanuit de eigenaarsrol wordt gestuurd op een meerjarig sluitende begroting. In juni 2024 is de zienswijze op de begroting 2025 in het Zaanstad Beraad behandeld. Hieruit blijkt dat de extra bijdragen die eerder nodig waren van gemeenten voor 2025 en verder naar beneden zijn bijgesteld. Werkom werkt vanuit een strategische agenda aan financiële resultaatverbeteringen en verbetering van de dienstverlening.
- Opdrachtgeversrol
De opdrachtgeversrol wordt gestuurd vanuit de nadere dienstverleningsovereenkomst voor de Participatiewet-taken.
In de periodieke voortgangsgesprekken over de Participatiewet-taken wordt met Werkom gesproken over instroom, uitstroom, doorlooptijden, klanttevredenheid, kwaliteit van dienstverlening, werkgeversbenadering en de mogelijkheden voor bijsturing. De maatschappelijke opgave vraagt van Werkom om blijvend de dienstverlening aan te sluiten bij de mensen en de werkgevers die zij beide ondersteunen.
Overige
Gemeente Zaanstad is daarnaast ook klant van Werkom. Als klant neemt Zaanstad diensten af voor groenonderhoud, post & print en het reinigen van de herbruikbare bekers.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Werkom heeft over 2023 een positief resultaat behaald van € 359.774. Dit resultaat benadert het resultaat volgens de gewijzigde begroting 2023 (€ 410.875). Van het resultaat is € 175.000 toegevoegd aan de algemene reserve om deze op het maximumniveau volgens de financiële verordening te brengen. Dat wil zeggen dat de algemene reserve 5% van het begrotingstotaal bedraagt. Het overige deel van het resultaat is toegevoegd aan de bestemmingsreserve ‘Duurzaamheid en energietransitie’.
Daarnaast waren personeelskosten en andere kosten voor de participatiewetopdracht lager dan begroot. Deze lagere kosten leiden tot terugbetaling aan de gemeente op grond van afspraken met de belastingdienst over de koepelvrijstelling (€ 879.647). Deze lagere kosten landen daarom niet in het resultaat van Werkom
Rechtmatigheidsverantwoording
Het bestuur legt in de jaarrekening 2023 voor de eerste keer een rechtmatigheidsverantwoording (RMV) af. Deze heeft conform de BBV alleen betrekking op de bedrijfsvoeringsorganisatie en niet op Werkom Diensten BV. Als gevolg daarvan heeft de RMV geen betrekking op het geconsolideerde resultaat. Het is mede het gevolg van de verdeling van baten en lasten over de jaarrekening van de BVO en die van de BV, dat er sprake is van een grote (technische) afwijking op het begrotingscriterium (€ 8,2 mln). Daarnaast waren er nog geen afspraken gemaakt over wanneer afwijkingen van de begroting acceptabel zijn en dus niet meetellen als begrotingsonrechtmatigheid. Deze afspraken zullen in 2024 worden gemaakt en opgenomen in de financiële verordening van Werkom. Doordat in 2024 de BV is opgeheven en de kaders voor de rechtmatigheidsverantwoording in de financiële verordening worden verwerkt, wordt het risico op begrotingsonrechtmatigheden aanzienlijk teruggebracht.
Samenvoegen bedrijfsvoeringsorganisatie en Besloten Vennootschap
Met ingang van 1 januari 2024 zijn alle activiteiten van de besloten vennootschap overgedragen aan de bedrijfsvoeringsorganisatie Werkom. De formele afwikkeling van de B.V. zal in 2024 plaatsvinden.
Begroting 2025
- Belangrijke ontwikkelingen
Werkom heeft de kortetermijnmaatregelen uit het Berenschotrapport opgepakt. Een eerste financieel effect was al zichtbaar in de jaarrekening 2023. In de gewijzigde begroting 2024 en in 2025 en verder is de beoogde resultaatverbetering zoals Werkom zich ten doel heeft gesteld, doorgevoerd.
- Financiële impact
Hoewel Werkom een resultaatverbetering laat zien in de begroting 2025, is het effect op de Zaanse begroting nihil. Het effect van de resultaatverbetering laat zich zien in een lagere extra bijdrage voor de herijking (verlaging van € 544.000). Er zijn echter ook ontwikkelingen waardoor dit positieve effect op de Zaanse bijdrage teniet wordt gedaan. Ten eerste was er een correctie nodig van het aandeel van Zaanstad in het participatiebudget. (Zaanstad en Purmerend dragen daarin bij in de verhouding 2/3 en 1/3. Het aandeel van Zaanstad bleek echter onder 2/3 te zijn gezakt.) Ten tweede zijn de loonkosten van de WSW in 2025 hoger geraamd als gevolg van CAO-loonontwikkelingen.
- Zienswijze
De raad heeft een positieve zienswijze gegeven op de begroting voor 2025.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
In de Werkom-begroting zijn de volgende risico’s benoemd in de risicoparagraaf:
- Toenemende druk op het operationele resultaat door daling van aantal medewerkers met een SW-indicatie en groei van het aantal beschut werkplekken en omzet
- Privacy en informatiebeveiliging
Beheersmaatregelen
- Werkom werkt aan het opvangen van de krimp van medewerkers met een SW-indicatie binnen de leerwerkbedrijven en acquisitie van opdrachten die passen bij de doelgroep.
- In de Werkom begroting wordt rekening gehouden met de verwachtte groei van het aantal beschut werk-indicaties. De realisatie blijft tot nu toe altijd binnen die verwachting.
- Werkom werkt aan goede meerjarige afspraken en stabiele relaties met afnemers.
- Werkom heeft een chief information security officer (CISO) voor de informatiebeveiliging en een externe functionaris gegevensbescherming (FG), die jaarlijks rapporteren over risico’s en ondernomen of te ondernemen verbeteringen.
- Regels rechtmatigheid in 2024 verwerken in de financiële verordening.
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk
NV HVC
(Bedragen x €1.000)NV HVCRechtsvorm:Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:2 januari 1991Vestigingsplaats:AlkmaarToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe HVC heeft als doel het zeker stellen dat tegen de laagste kosten en op verantwoorde wijze het Zaanse rest-, grof- en gft-afval wordt verwerkt.
Bestuurlijk belangDe gemeente Zaanstad heeft 265 aandelen in HVC op een totaal van 3.654 uitgegeven aandelen. Wethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Tuijn.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 7,25%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Op 30 mei 2024 was de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). De AvA besloot over de volgende onderwerpen:
Jaarverslag 2023 en kwijting
Zie Financiële positie
Dividendbeleid
De directie en de raad van commissarissen zijn van mening dat de risico's voldoende gematigd zijn en HVC voldoende robuust is voor verdere ontwikkeling. Dat betekent dat het huidige niveau van financiële weerbaarheid in langjarig perspectief tenminste gehandhaafd en bij voorkeur verbeterd dient te worden. Mede gelet op het met de klankbordgroep besproken meerjarenperspectief en de daarbij verwachte ontwikkeling van de financieringsratio’s, die gedurende een lange periode stabiel blijven en pas op langere termijn een verbetering laten zien, dient daarom het huidige dividendbeleid, i.c. het reserveren van alle nettoresultaten, te worden gecontinueerd. Voor zover ruime overblijft, zal deze benut worden voor het matigen van de tarieven.
Sturen op preventie en hergebruik van huishoudelijk afval
Dit besluit gaat over krachtenbundeling van de gemeentelijke aandeelhouders als het gaat om Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV). Ook zal er met dit besluit kennis en ervaringen uitgewisseld worden over de binnen de gemeenten toegepaste vormen van afvalinzameling en de wijze van communiceren met inwoners.
Modernisering en uitbreiding vergistingsinstallatie Middenmeer
De gft verwerkingscapaciteit op de locatie Middenmeer wordt met dit besluit uitgebreid en gemoderniseerd. Hierdoor kan vrijwel het volledige gft-aanbod van aandeelhouders in eigen installaties worden vergist en gecomposteerd. De financiering, circa € 42 miljoen, vindt plaats door middel van gegarandeerde leningen. De HVC geeft veel aandacht aan de eventuele geur- en stankoverlast.
Voordrachten tot herbenoeming van drie leden van de raad van commissarissen
De commissarissen zijn herbenoemd voor een tweede en derde termijn. Komende 2 jaar zal gezocht worden naar een nieuwe kandidaat die één van de commissarissen kan vervangen.
Ook informeerde directie de aandeelhouders over de volgende onderwerpen:
- Warmtetransitie; inrichten overlegvorm voor Warmte voor prioriterings-, strategische- en lobbyvraagstukken
- Schade door ontploffen van lachgascilinders: aandacht voor preventie en controles. Op dit moment leiden de kosten hiervoor nog niet tot tariefsaanpassing.
- Nieuwbouw slibdrooginstallatie: verwachting is dat deze installatie vanaf oktober 2025 in werking treedt
Warmteontwikkeling
HVC wil op basis van haar herijkte strategie 2025-2035 warmte-activiteiten ontwikkelen in lijn met de ambitie zoals geschetst in het scenario 'verbrede warmtetransitie' en investeringsvoorstellen. Daartoe geldt; instemming van de raad van commissarissen en goedkeuring (met investeringssom > € 10 mln.) van de algemene vergadering. Zaanstad en HVC hebben een intentie overeenkomst getekend op de collectieve warmteontwikkeling. Daarmee hebben beide partijen de intentie dat HVC een belangrijke partner wordt in de warmtetransitie. De concepttekst van de Wet Collectieve Warmte positioneert HVC als een aantrekkelijke partner voor deze transitie. De concepttekst van de wet is aan de kamer aangeboden, het is nog onzeker of de wet op korte termijn in behandeling wordt genomen.
Grondstoffen
De gemeente werkt aan haar grondstoffenplan. HVC is hierin een belangrijke partner. En we voeren op verschillende niveaus gesprekken over onze ambities richting meer verbetering van scheiding van afval en circulariteit en een passende kostenbeheersing en -toekenning. De huidige DVO loopt af op 31 december 2026.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de HVC is hoog (op basis van de methodiek). Dit wordt veroorzaakt door grote financiële belangen in de HVC van Gemeente Zaanstad via het aandeelhouderschap en onzekerheid over de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs. Daarnaast participeert HVC in diverse consortia, waaronder het Windmolenpark. De publieke en maatschappelijke betrokkenheid bij HVC is hoog, (inzameling en) verwerking van grondstof en afval raakt de burger.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
HVC heeft over 2023 een resultaat behaald van € 34,9 miljoen. Dit is € 6,8 miljoen meer dan in 2022. Deze stijging komt vooral door de stijging van de opbrengst van energie en grondstoffen en het verkleinen van het belang in deelneming Trianel GmbH.
HVC heeft ultimo 2023 een negatief werkkapitaal, dat wordt veroorzaakt door de aflossingsverplichtingen ad € 89 miljoen op de langlopende financiering die onder de kortlopende schulden is opgenomen. Het betreft structurele financiering voor activa met een gemiddelde levensduur die langer is dan de looptijd van de leningen en ook wat er redelijkerwijs aan looptijd op de financieringsmarkt mogelijk is. HVC zal in 2024 aan haar aflossingsverplichtingen voldoen middels het benutten van de verwachte operationele kasstromen, alsmede via herfinanciering waarbij ter overbrugging gebruik gemaakt kan worden van de bankfaciliteiten.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico’s
De risico’s van warmte-activiteiten zijn in beeld en beheersbaar, op de risico’s wordt ingespeeld. In de jaarrekening 2023 wordt nader ingegaan op de risico’s en hoe hier door HVC beheersing op plaatsvindt.
Beheersmaatregelen
- Annotaties van de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in het college van B&W
- Ambtelijk overleg met verschillende klankbordgroepen (zowel financiële als beleidsmatige) met de overige aandeelhouders van HVC.
- De HVC informeert de aandeelhouders vooraf en achteraf over de AvA door middel van een vooruitblik en terugblik. Deze informatie wordt door het college actief gedeeld met de raad op het RIS
- Bij financieringsverplichtingen > € 10 mln. is een zienswijze van de raad verplicht
- Privaatrechtelijk
InWest Regio B.V.
(Bedragen x €1.000)InWest Regio B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:7 oktober 2021Vestigingsplaats:HaarlemToezichtsregime:middelOpenbaar belangDeelname van Zaanstad aan InWest Regio B.V. draagt bij aan het versneld mogelijk maken van de grote opgave op het gebied van klimaat, duurzaamheid en circulariteit.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad is houder van 4,6% van de aandelen. Wethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Slegers.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 4,6%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Activiteiten 2023
In 2023, het tweede actieve jaar van de ROM, is er contact geweest met 262 nieuwe ondernemingen, vanuit de tak Innoveren. Hier zitten ook Zaanse bedrijven bij, al worden lopende aanvragen/contacten vertrouwelijk behandeld door de ROM. Ook wordt gewerkt aan een samenwerking tussen de ROM InWest en Zaanstad op het thema eiwittransitie. Op het gebied van Life Science Health (LSH), is met de UvA, VU, het Amsterdam UMC en de HvA een samenwerking getekend voor meer ondernemerschap en innovatie.
Vanuit de tak Investeren zijn er in 2023 ca. 135 aanvragen beoordeeld en is er in 12 proposities geïnvesteerd; 4 deals vanuit het Transitiefonds en 8 deals vanuit het MKB Fonds. Door ROM InWest groep (InWest Regio en ROM InWest) is in totaal €6.635.000 geïnvesteerd en er is € 15.703.500 aan private financieringen gemobiliseerd (factor 2,4). Hier zitten o.a. twee deelplatformen bij (Tiny Library, Peerby), twee zorgsoftwarebedrijven (Ellogon en Kepler), een bedrijf dat algen kweekt op industriële schaal (Lgem) en een producent van menstruatieproducten (Yoni).
Vooruitblik
Volgend uit het Koersplan 2022 van de ROM InWest stond 2023 in het teken van het positioneren van een jonge organisatie in een bestaand ecosysteem met nieuwe fondsen. In 2024 wordt hierop voortgebouwd en worden de positie en relaties binnen het ecosysteem versterkt. Doel in 2026 is dat de ROM InWest wordt gezien in Noord-Holland als de logische ontwikkelpartner die begrijpt wat innovatieve ondernemers nodig hebben en aan de basis staat van belangrijke transitie opgaven in de regio’s, mede door bepalende innovaties en transities te financieren. Ook de rol in het helpen internationaliseren van inovatieve ondernemingen wordt dan verder opgepakt.
Op 30 mei 2024 vond de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) plaats. Op de agenda stonden het vaststellen van de jaarrekening 2023 en de wijziging van de governance.
Voor het vormen van een fiscale eenheid wijzigt ROM InWest groep de governance
Bij oprichting van de BV’s is uitgegaan van de mogelijkheid tot het vormen van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De belastingdienst geeft aan dat dit niet kan. Als de organisatiestructuur niet wijzigt, dan leidt dit tot hogere kosten (niet aftrekbare BTW). Er is een oplossing gevonden hoe die fiscale eenheid alsnog gerealiseerd kan worden. Dit vraagt om een wijziging van de structuur van de organisatie. Hiervoor is een aandeelhoudersbesluit nodig.
Gemeente Zaanstad gaat in gesprek met de directeur InWest Regio in het najaar van 2024
Gemeente Zaanstad heeft nog onvoldoende zicht of Zaanse (startende) ondernemers de weg vinden naar InWest Regio voor een aanvraag. De portefeuillehouder financiën gaat hierover in gesprek. Ook organiseert ROM InWest in het najaar een rondetafel met meerdere aandeelhouders, om te spreken over de strategie
Risicoprofiel
In de risicoweging komt ROM InWest Regio B.V. uit op "midden". De financiële risico's zijn beperkt vanwege de gevormde voorziening van € 1,5 miloen zoals afgesproken met de raad.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
InWest Regio B.V. heeft een verlies van € 2,9 miljoen gerealiseerd. Dit verlies is afkomstig van de deelnemingen van InWest Regio. Het verlies dat in de jaarrekening tot uitdrukking komt van ROM InWest bedraagt € 0,8 miljoen en het verlies van het Transitiefonds bedraagt € 2,1 miljoen.
De verklaring voor de verliezen is dat in de eerste jaren de kosten voor de baten uitgaan. De investeringen in bedrijven hebben tijd nodig om te renderen. Positieve resultaten zijn pas zichtbaar in het resultaat als InWest Regio B.V. (of één van haar deelnemingen) de portefeuille van de hand doet. Dit gebeurt pas vanaf het moment dat het goed gaat met het bedrijf waarin is geïnvesteerd.
Begroting 2025
Voor 2025 zijn er nog geen plannen bekend, het college en de raad zal hierover geïnformeerd worden wanneer het jaarplan bekend is. Wel is duidelijk dat de organisatie nadenkt over het mogelijk aanpassen van het investeringsreglement om zo effectiever te kunnen zijn in het bereiken van hun doelstellingen. Dit is uiteraard een aandeelhoudersbesluit te zijner tijd.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico’s
In het jaarverslag 2023 benoemt de ROM een aantal risico's:
- Strategische risico's: balans treffen tussen de strategische lijn en de verwachtingen van aandeelhouders en mogelijke reputatieschade door investeringsbeslissingen
- Operationele / rapportagerisico's: o.a. voor fondsmanagement en ICT, hiervoor worden nieuwe systemen geimplementeerd. Er wordt eens per vier jaar een liquiditeitsprognose gemaakt.
- Compliance risico's: het voldoen aan regelgeving binnen een complex systeem, hiervoor worden steeds. En bij het inbesteden van portefeuilles wordt extra aandacht besteedt aan de inhoud hiervan.
- Privaatrechtelijk
Vereniging Nederlandse Gemeenten
(Bedragen x €1.000)Vereniging Nederlandse GemeentenRechtsvorm:Vereniging
Oprichtings-/publicatiedatum:28-2-1912Vestigingsplaats:Den HaagToezichtsregime:Openbaar belangDe Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn de 352 gemeenten (per 1-1-2021) samen, ondersteund door de VNG-organisatie. De VNG heeft als doel om de lokale overheid te versterken en de lokale democratie te vitaliseren. De gemeenten werken, via de VNG, met elkaar aan maatschappelijke opgaven.
Bestuurlijk belangZaanstad heeft 75 stemmen in de Algemene Ledenvergadering. Elke gemeente die lid is van de vereniging, brengt door tussenkomst van haar vertegenwoordiger zoveel stemmen uit als het aantal veelvouden van één duizend (1.000) inwoners dat de bevolking van de door haar gerepresenteerde gemeente telt, met dien verstande dat zij tenminste één en ten hoogste vijfenzeventig (75) stemmen uitbrengt.
Stemverhouding:Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Met de Verenigingsstrategie 2030 nemen gemeenten het voortouw bij belangrijke maatschappelijke kwesties. Vanuit de kennis van inwoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen én de uitvoering stellen gemeenten langetermijndoelen op, nemen we initiatief en geven we aan wat we van het rijk nodig hebben. Hiermee zetten we de inwoners op de eerste plaats en zorgen we voor samenhang in beleid en een gelijkwaardige samenwerking tussen alle overheidslagen. Het doel is om gezamenlijk meer resultaten te behalen en het vertrouwen in de overheid te herstellen. Daarbij hebben we het langetermijnperspectief voor ogen waarbij de visie op Nederland 2040 een belangrijke uitwerking is.
De verenigingsstrategie heeft vijf zogenoemde beleidsinhoudelijke omkeringsthema’s:
- bestaanszekerheid
- kansengelijkheid en jeugd
- vergrijzing en gezond leven
- klimaat en energie
- ruimtelijke puzzel van opgaven in de leefomgeving
Om het verschil te kunnen maken op deze thema’s en andere beleidsdossiers, zijn in de Verenigingsstrategie ook vijf ontwikkelpunten voor gemeenten en de VNG als organisatie opgesteld:
- één sterke bestuurslaag van gemeenten
- leren van elkaar
- knooppunt van netwerken
- regionale samenwerking
- versterken van mandaat en slagvaardigheid van de VNG
Over het gemeentefonds in z’n totaliteit is er voor de lange termijn nog geen duidelijkheid. Weliswaar is voor het gat in 2026 eenmalig geld gereserveerd. Maar vanaf 2027 is er nog steeds een financieel tekort waarvoor het rijk nog geen structurele oplossing heeft. Dit is voor alle gemeenten een groot probleem, gezien de noodzaak om dit jaar najaar een sluitende meerjarenbegroting te presenteren.
26 juni 2024 is de Algemene Ledenvergadering gehouden, namens Zaanstad is wethouder Onclin aanwezig geweest. De door Zaanstad ingebrachte motie “Wend het ravijn af: compensatie voor 2026 en 2027” is behandeld, deze motie is aangenomen met 99,34% van de stemmen.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het bedrijfsresultaat is uitgekomen op € 3,543 miljoen negatief. Dit is € 2,080 miljoen beter dan begroot. De resultaten van de effectenportefeuille en de deelnemingen waren geen onderdeel van de begroting. Na het positieve resultaat van € 5,005 miljoen vanuit de effectenportefeuille, het positieve resultaat van de deelnemingen van € 1,363 miljoen en de onttrekking uit de bestemmingsreserve is het onverdeeld resultaat uitgekomen op € 3,758 miljoen positief.
Resultaatsbestemming
Het onverdeeld resultaat, € 3,758 miljoen positief, zal worden toegevoegd aan de overige reserves.
Begroting 2025
Voor de begroting 2025 hanteert VNG de volgende financiële kaders:
- De ontwikkeling van de contributie is conform besluit contributievoorstel 2025. Hierin wordt door het bestuur een contributieverhoging van 5,2% voorgesteld. Hiervan is 4,2% de compensatie voor loon- en prijsontwikkeling en 1% ingroei naar volledige dekking van de kosten van de basisorganisatie van de VNG vanuit de contributie.
- De begrote salarislasten worden doorgerekend met als vertrekpunt de formatie zoals deze is vastgesteld voor de begroting van 2024, waarbij er wordt gekeken naar de bezetting op peildatum 1 juli van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar. Bij deze vergelijking is het uitgangspunt dat de in de begroting op te nemen kosten zo dicht mogelijk aansluiten bij de te verwachten werkelijke lasten.
- Voor de invulling van prioriteiten wordt een bedrag gereserveerd van € 1,7 miljoen. Dit is € 0,85 miljoen voor de beleidsdirecties en € 0,85 miljoen voor de staf- en ondersteuningsafdelingen. Dit bedrag is in lijn met de begroting 2024.
- Naast de contributie en de inzet van het eigen vermogen zijn er ook andere bronnen waaruit de activiteiten van de organisatie als geheel worden gedekt. Subsidies en bijdragen aan het fonds GGU vormen hierbij een wezenlijke bron van inkomsten voor de daarbij behorende activiteiten.
- Voor het fonds GGU wordt het jaarplan voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering. De omvang van het GGU-fonds is, op basis van de voorgelegde plannen, € 82,055 miljoen. De werkelijke omvang van de subsidieprojecten zal worden vastgesteld tijdens het opstellen van de begroting 2025 in het najaar van 2024. Deze vaststelling heeft geen effect op het resultaat van de Vereniging.
- Als gevolg van eerdere subsidies die ontvangen zijn ter ondersteuning van de VNG-doelstellingen, niet zijnde GGU-activiteiten, kunnen nieuwe werkzaamheden ontstaan. De uitvoering hiervan kan, in een later stadium, als voorstel binnen het GGU worden uitgevoerd.
- In de begroting 2024 komt er conform de contributiesystematiek 14% dekking vanuit de inzet van het eigen vermogen. Op basis van het contributievoorstel 2025 daalt de inzet van het eigen vermogen naar 13% waarmee de begroting voor 2025 sluitend is. Deze ingroei is de tweede component in het contributievoorstel (naast de indexatie voor loon- en prijsontwikkeling).
- De resultaten van de effectenportefeuille en de VNG-bedrijven worden toegevoegd aan het resultaat van de Vereniging op jaareinde.
Risico’s en beheersmaatregelen
- Projecten namens derden worden mede uitgevoerd door medewerkers met een vaste aanstelling. Risico bij het wegvallen van projecten is dat er onvoldoende dekking is voor de salarislasten en eventueel kosten voor afvloeiing van projectmedewerkers. Om de risico’s te beheersen worden alleen die projecten begroot die zeker zullen worden gerealiseerd. Voorts wordt voor de uitvoering van projecten zo veel mogelijk gewerkt met personeel dat flexibel over de projecten ingezet kan worden.
- Risico van een fictief dienstverband bij inhuur. Risicobeheersing vindt hier plaats door vooraf de opdrachtformulering helder en duidelijk neer te zetten en te toetsen. Inkoop Service Desk ondersteunt en bewaakt het inkoopproces.
- Risico dat achteraf het subsidiebedrag naar beneden wordt bijgesteld als de Vereniging niet aan de subsidievoorwaarden heeft voldaan, terwijl de lasten wel zijn gemaakt. Dit risico wordt onder meer beperkt door periodiek te monitoren of de gemaakte lasten binnen het toegekende budget vallen en een strikt tijdschrijfbeleid te handhaven zodat projecturen na afloop te verantwoorden zijn.
- Als indirect 100% aandeelhouder deelt de Vereniging in de resultaatseffecten als gevolg van de ondernemingsrisico’s van de deelnemingen. Mitigeren van het risico door sinds 2019 het resultaat van de deelnemingen niet meer mee te nemen in de begroting.
- Koersrisico over het belegd vermogen. Het risico op een negatief effect op het vermogen wordt beperkt door het aanbrengen van spreiding in de portefeuille. Er is gekozen voor een middellange beleggingsstrategie. Door het hanteren van een herwaarderingsreserve worden ongerealiseerde koersresultaten niet in het resultaat betrokken.
- VNG is eigen risicodrager voor de WW- en Bovenwettelijk WW rechten van de oud-medewerkers. Voor alle opgebouwde rechten wordt op het moment dat het recht zich voordoet een voorziening gevormd. Om eventuele opbouw van nieuwe rechten te beperken, werkt VNG voor een deel met tijdelijke contracten, indien het om tijdelijk werk en een tijdelijke financiering gaat.
- Privaatrechtelijk
Warmtenetwerk Zaanstad (WNZ)
(Bedragen x €1.000)Warmtenetwerk Zaanstad (WNZ)Rechtsvorm:BV
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2019Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet op gang brengen van de transitie naar een aardgasloze gebouwde omgeving. De legitimering van een overheidsinterventie op basis van marktfalen is hier van toepassing op de casus warmtenet in Zaandam-Oost. Het doel is het transporteren van warmte uit o.a. biomassa van Bio Forte aan afnemers in Zaanstad.
Bestuurlijk belangWethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Tuijn.
Gemeente Zaanstad is samen met Duurzame Energienetwerken Noord-Holland (DEN-NH) eigenaar van het Warmtenet Zaanstad BV. Gemeente Zaanstad heeft een belang van 39% in de Aandelen (uitsluitend stemgerechtigd), alsmede een belang van 100% in de Aandelen C (stemrechtloos).
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 39,0%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Visie en strategie
In de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) van 25 april 2024 is opdracht gegeven om te komen tot een nieuwe governancestructuur met een Raad van Commissarissen (RvC). De directie van WNZ doet een voorstel voor aanpassing van de statuten, de aandeelhoudersovereenkomst en een RvC reglement. Het is de verwachting dat de RvC in 2024 wordt aangesteld.
In december 2023 is een nieuwe directeur aangesteld met ervaring op gebied van ontwikkeling van warmte-infrastructuur en warmtebronnen. Tegelijkertijd is het actieplan groei 2030 vastgesteld in de AvA met de ambitie om het aantal aansluiting te laten groeien tot 4.000 a 8.000 in 2030. Om te komen tot significante versnelling van de warmtenetontwikkeling is besloten om voor 2024 ontwikkelaars aan te stellen voor bron- en afzetontwikkeling met de intentie om hun aanstelling te verlengen in 2025 bij een positieve evaluatie van de versnelling.
De ontwikkelaars voeren gesprekken met mogelijke afnemers van warmte in de Boerejonkerbuurt, Peperstraat en Poelenburg. Ook worden nieuwe warmtebronnen onderzocht zoals warmteonttrekking uit kunstgrasvelden (een eerste stap is gezet voor ontwikkeling), restwarmte uit industrie, aquathermie en zonthermie van daken.
Gebiedsplan
De slagingskans van de ontwikkelaars is mede afhankelijk van de gebiedsuitvoeringsplannen waarvan de gemeente het proces dient te trekken. Zaanstad werft procesmanagers die deze trajecten in afstemming met alle belanghebbenden in gebieden zullen begeleiden.
Stikstofruimte
Vanwege de verbranding van biomassa is de aanpassing van het landelijke beleid omtrent stikstof een belangrijke ontwikkeling. Wij verwachten vanuit Provincie Noord-Holland uitsluitsel te ontvangen over de gevolgen van de stikstofruimte voor Zaanstad.
Rekenkamerrapport Grip op WNZ
Op 15 februari 2024 zijn tijdens het Zaanstadberaad de aanbevelingen van het rekenkamerrapport ‘Grip op WNZ’ besproken. Zaanstad volgt de aanbevelingen op. Naar aanleiding van een motie heeft de raad besloten dat een deel van de aanbevelingen op pragmatische wijze kan worden ingevuld. In de juli 2024 is het plan van aanpak voor de uitvoering van de aanbevelingen met de raad gedeeld.
Financiële positie
Voorziening
De voorziening is gevormd bij de oprichting van WNZ voor de onrendabele top. Het niveau van de voorziening wordt gehandhaafd met de volgende overwegingen:
- De onrendabele top is nog steeds aanwezig
- De onderneming heeft sinds haar oprichting verliezen geleden
- De huidige businesscase nog niet positief
- Het Zaanse aandeel in het eigen vermogen van WNZ overstijgt de waarde van de activa
- De opdracht tot doorontwikkeling van WNZ leidt pas later tot verandering van de financiële resultaten.
Jaarrekening 2023
De jaarrekening over 2023 is op 25 april 2024 vastgesteld. Het verlies over het boekjaar 2023 bedroeg € 340.000,- en is in mindering gebracht op de algemene reserve.
Begroting 2025
De begroting (Annual Businessplan) 2025 wordt later dit jaar aangeboden aan Zaanstad.
Naast de reguliere begroting verwachten we tevens een investeringsbegroting waarin de uitbreiding van het warmtenet is verwerkt. In de aandeelhoudersvergadering van december 2023 heeft de directie van WNZ opdracht te gekregen voor uitwerking van een financieringsplan voor WNZ fase 2 in samenwerking met de aandeelhouders en deze ter besluitvorming te behandelen in een AvA in 2024 (waarschijnlijk in Q4). Indien sprake is van financieringsvraag voor Zaanstad zal dit uiteraard ter besluitvorming worden voorgelegd.
Risicoprofiel
Het financieel belang is hoog. De gemeentelijke deelneming is onderhandeld op € 4,25 miljoen. Deze deelneming is op die basis nu gewaardeerd op € 1,95 miljoen. Gemeente Zaanstad heeft een voorziening getroffen voor het verschil van € 2,3 miljoen. Het risico dat de getroffen voorziening te klein blijkt (omdat de marktwaarde van de deelneming daalt) is opgenomen als risico voor het weerstandvermogen. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn groot: de activiteiten van Warmtenetwerk Zaanstad B.V. richten zich op het leveren van warmte aan inwoners. De gemeente participeert in het Warmtenetwerk Zaanstad B.V. vanuit het publieke belang en de maatschappelijke doelen die de gemeente wil realiseren
Risico's en beheersmaatregelen
Risico’s
- Als er onvoldoende voortgang wordt geboekt op het ontwikkelen van alternatieve warmtebronnen, heeft dit tot gevolg dat:
o Uitbreiding van het warmtenet langer duurt
- Tekort aan beschikbare bronnen in / rondom Zaanstad voor de bronnenmix, waardoor niet voldaan kan worden aan een toename aan de vraagkant.
- Mogelijk kan er minder warmte kan worden getransporteerd doordat de warmteproducent minder warmte kan produceren dan in de businesscase was voorzien. Oorzaak hiervan is dat de warmteproducent, BioForte, niet meer stikstof en ammoniak mag uitstoten dan de ruimte die op grond van de Wet natuurbescherming aan BioForte is vergund. De aan de biomassacentrale vergunde uitstootruimte heeft tot gevolg dat de biomassacentrale op dit moment niet haar maximale capaciteit kan benutten.
- Vertragingen in de oplevering van bouwprojecten met financiële consequenties.
- Publieke opinie over het gebruik van op hout gestookte biomassacentrales, zoals in de biomassacentrale voor het warmtenet in Zaandam-Oost, wordt negatiever.
Beheersing
- De raadsleden actief blijven informeren over de naleving van afspraken met de biomassacentrale met betrekking tot de inzet van bio-grondstoffen, maar ook over de vorderingen met betrekking tot de ontwikkeling van alternatieve warmtebronnen.
- Actieve deelname door ZNSTD in verschillende gremia om te kunnen anticiperen / invloed uit te kunnen oefenen op de ontwikkelingen rondom de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening (Warmtewet 2.0 )
- Voorlichting over Bio-grondstoffen en de stand van zaken rondom de ontwikkeling in Zaanstad van alternatieve warmtebronnen zoals geothermie, aquathermie;
- Aanstellen ontwikkelaars om bron- en afzetontwikkeling te versnellen
- Herijking van de business case.
- Privaatrechtelijk
Alliander N.V.
(Bedragen x €1.000)Alliander N.V.Rechtsvorm:Naamloze Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:1 juli 2009Vestigingsplaats:ArnhemToezichtsregime:middelOpenbaar belangNetbeheer en distribueren van elektriciteit en gas voor producenten en afnemers. Voor burgers en ondernemers is een goed werkend en betaalbaar distributienetwerk van gas en elektriciteit cruciaal. Alliander heeft een belangrijke rol in het mogelijk maken van verdere verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening.
Bestuurlijk belangWethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Tuijn.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 0,9%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Op 17 april 2024 was de Algemene Vergadering van Aandeelhouder (AvA) van Alliander. De raad heeft hierover nog geen informatie ontvangen in een raadsinformatiebrief. Dit gebeurt nu via de informatie in deze paragraaf.
De AvA heeft positief besloten over de volgende punten:
Jaarrekening 2023 en dividend
In de jaarrekening 2023 meldt Alliander dat zij een sterke focus heeft op het kapitaalintensieve segment in de energiesector: meer en dikkere kabels en leidingen. Het vraagt miljarden aan kapitaalinvesteringen Alliander stelt terecht dat het gebruik van die dure infra beter moet. Dit is niet alleen een zaak van de netbeheerder, maar vraagt ook inspanning van leveranciers, gebruikers en producenten. Dit werkveld staat nog in de kinderschoenen. Versterking van de kabels is voor de langere termijn noodzakelijk.
Op dit moment is er op veel plekken congestie. Alliander ontwikkelt andere type contracten om energie uitwisseling te faciliteren. Meer inzet hierop is gewenst. Alliander heeft nu te weinig capaciteit beschikbaar om op meer bedrijventerreinen pilots met energy hubs te faciliteren.
Het financiële deel van de jaarrekening 2023 wordt toegelicht onder de Financiële positie.
Uitkering van een speciaal dividend (in de vorm van interim-dividend) over het boekjaar 2024 n.a.v. de verkoop van Kenter
De Raad van Bestuur heeft besloten om bij verkoop van Kenter over te gaan tot uitkering van een speciaal dividend aan de aandeelhouders. Dit komt neer op een eenmalige dividenduitkering van € 53 miljoen. Het restant zal worden aangewend ter versterking van het eigen vermogen van Alliander in 2024. In de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 1 november 2023 is besloten over de verkoop van Kenter en de bestemming van de boekwinst. Voor gemeente Zaanstad betekent dit een interim dividend van ongeveer EUR 460.000 in 2024.
Daarnaast besloot de AvA positief over kwijting voor de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen (RvC) over 2023 en herbenoeming van een lid van de RvC.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het jaar 2023 is voor Alliander financieel positief afgesloten. Tegelijk blijft er sprake van een forse financieringsbehoefte gelet op de grote investeringsopgave komende jaren. Om de solide financiële positie van Alliander te behouden, zijn in 2023 belangrijke stappen gezet. Eén van de stappen is de verkoop van Kenter. De aandelenoverdracht vond in januari 2024 plaats.
Alliander heeft een winst gemaakt van € 267 mln. en dat is bijna 35 % hoger dan over 2022. De bedrijfsopbrengsten zijn harder gestegen dan de bedrijfskosten. Alliander keert 45 % uit aan dividend, en voegt het andere deel toe aan de overige reserves.
Het dividend voor gemeente Zaanstad komt uit op € 1.060.000 en dat is € 160.000 hoger dan begroot (vorig jaar € 114.000 lager dan begroot).
De totale investeringen, met name in het onderhouden en uitbreiden van het gas- en elektriciteitsnet, zijn in 2023 gestegen met 13% tot € 1.411 miljoen ten opzichte van 2022.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico's
Alliander onderkent de volgende risico’s in de SWOT analyse:
- Cybercriminaliteit
- Onvoldoende langetermijnoriëntatie van wet- en regelgeving
- Krapte technische arbeidscapaciteit
- Schaarste in componenten en grondstoffen
- Lange termijn financierbaarheid
- Sterk groeiend werkpakket
Beheersmaatregelen
De hierboven benoemde risico’s worden door Alliander afgedekt met beheersmaatregelen.
Vanwege het beperkte belang wordt voor gemeente Zaanstad de beheersmaatregelen beperkt tot:
- Annotaties van de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in het college van B&W
- Privaatrechtelijk
Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.
(Bedragen x €1.000)Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:6 oktober 2005Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet doel van Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Holding B.V. (BKZ) is tweeledig:
- Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad
- Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de doelgroep te behoudenBestuurlijk belangGemeente Zaanstad is voor 100% eigenaar van de aandelen. Het voltallig college vertegenwoordigt de enige aandeelhouder gemeente Zaanstad.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 100%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen BKZ
In 2023 zijn er minder tranches en gronden afgenomen, dit gebeurt nog steeds tegen hoge waarden. In een stijgende markt leidt dit tot hogere waarden bij verkochte tranches. Bij de verplichte opleggingen aan zittende bewoners ontstaat er echter regelmatig schuring tussen de financieringsmogelijkheid en het bedrag van de
afnamefactuur. Hier heeft BKZ diverse mogelijkheden om dit zowel voor de bewoner als BKZ tot een goed
resultaat te brengen. Voor 2024 verwacht BKZ ongeveer een gelijk aandeel in de afname van de tranches.
De BKZ Starterswoningportefeuille blijft voorlopig beperkt tot de in 2023 gerealiseerde 10 woningen. In 2024 wordt start verkoop verwacht van ca 30 woningen en in de periode 2025-2028 ca 160 woningen. In de periode 2023-2031 richten de gemeente en BKZ zich op het Herstel van maximaal 200 bestaande woningen middels een VHF DFZ regeling. Vanaf 2025 zal de portefeuille daarom weer een grotere omvang hebben.
In 2024 wordt besluitvorming verwacht voor een project met ca 30 BKZ Starterswoningen. Dit betreft een directe financiering dan wel een gemeentelijke garantstelling voor de investering in gronden en woningen. Deze gronden en woningen dienen als waarde onderpand voor de financiering.
Gemeente Zaanstad en de BKZ gaan na de zomer 2024 werken aan een nieuwe governance voor BKZ, vooruitlopend op de nieuwe governance heeft de accountant van BKZ in de jaarrekening 2023 voor het eerst aandacht besteed aan de WNT. Met ingang van 2025 komt de directeur van BKZ in dienst, dit vloeit voort vanuit de aanscherping en controles van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. In 2025 loopt de laatste termijn van de huidige voorzitter van de Raad van Commissarissen af, de RvC zal zowel een nieuw lid werven als een nieuwe voorzitter aanstellen.
Risicoprofiel
Het zwaartepunt van de risico's van BKZ liggen op het politieke en financiële vlak. De doelstelling van BKZ is bijdragen aan de volkshuisvesting binnen de gemeente Zaanstad. Deze doelstelling heeft politiek de aandacht. Vanwege de rekening courant en de leningsovereenkomst, die BKZ heeft afgesloten met de gemeente Zaanstad voor BKZ traditioneel tot een maximumbedrag van respectievelijk 5,5 miljoen euro en voor de Garantieregelingen tot 31 miljoen, is het financieel belang groot te noemen.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
- De conceptjaarrekening 2023 presenteert een positief resultaat na belasting van € 1.590.496. Het resultaat is grotendeels gerealiseerd door de waarden van de gronden in het model erfpachtvariant die na 10 jaar niet door de bewoners zijn afgenomen, de waardestijgingen van de gronden en tranches in het starterswoningmodel en de gerealiseerde resultaten bij verkoop van tranches boven boekwaarde. Het saldo van de lang lopende schulden en rekening courant aan gemeente Zaanstad bedraagt per ultimo 2023 ongeveer € 1,5 mln. (€ 8,1 mln. schuld GRZ negatief, € 4,4 mln. positief rekening courant BKZ traditioneel, € 2,1 mln. positief rekening courant GRZ en € 0,1 mln. positief rekening courant BKZ Holding). Het eigen vermogen van BKZ Holding bedraagt ca € 21,5 mln. De gemeente heeft voor het duurzaam funderingsherstel een lening (kredietfaciliteit) verstrekt aan BKZ van 30 miljoen euro om grond en stukje van de woning(en) aan te kopen.
- Het resultaat over 2023 wordt voorgesteld om als volgt te bestemmen:
- Toevoeging overige reserves € 36.767
- Toevoeging herwaarderingsreserves € 1.426.487
- Toevoeging reserves ongerealiseerde winst tranches € 127.242
- Het vaststellen van de jaarrekening 2023 vindt plaats in de Ava in september 2024.
Begroting 2025
De begroting over 2025 is nog niet aangeboden aan Gemeente Zaanstad.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico's
- Het trancherisico op de opstal betreft een langetermijnrisico en hangt samen met de conjunctuur. Hierbij worden de tranches (20% (traditioneel) en 30% (afzetgarantiewoningen) van de opstalwaarde) niet afgenomen door de kopers (en dus niet terugbetaald op korte termijn). Dit komt omdat er geen inkomensstijging plaatsvindt. Gevolg is dat pas bij (door)verkoop de resterende tranches worden gerealiseerd (afgelost). BKZ monitort dit. Het risico wordt vertaald in de kasstroom.
- Langetermijnrisico van waardevermindering van de grond in de toekomst. De grond wordt na 25 jaar geherwaardeerd.
- Hoogconjunctuur leidt tot positieve kasstroom door afname van tranches en grond dit risico wordt beperkt door de stijgende rente waardoor woningbezitters niet verhuizen. Echter hierdoor daalt het aantal BKZ woningen en beschikbaarheid van woningen voor de doelgroep.
- Stagnatie uitvoering DFZ (VHF woningen) door tekort aangeleverde woningen. Gemeente Zaanstad is verantwoordelijk voor de aanlevering van de betreffende VHF woningen en deze worden beperkt aangeleverd.
- Het afkopen van de schuld wordt momenteel met afbetalingsregeling binnen BKZ opgevangen, De AFM staat dit momenteel nog toe, BKZ loopt het financiële risico, hierover wordt gerapporteerd (13 woningen) in het directieverslag.
- De starterswoningen 2.0 zijn aangekocht zonder AvA besluit vanuit het Eigen Vermogen.
Beheersmaatregelen
- Jaarlijkse inkomenstoets bij kopers door BKZ;
- Periodieke kwartaalrapportages worden aan verantwoordelijke wethouders, college en raad verstrekt. Deze rapportages bevatten gegevens met betrekking tot aantal woningen, liquiditeit, prognoses cashflow, risico’s, etc. De kwartaalrapportage over het eerste kwartaal 2024 wordt begin augustus verwacht;
- 1 á 2 keer per maand overleg tussen ambtenaren en de directeur van BKZ;
- Het betaalbaar houden van de koopwoningen van BKZ. Operationalisering van het nieuwe model (BKZ Starterswoning) waarbij BKZ woningen langer voor de doelgroep kan behouden. Verwachting is dat de komende 5 jaar er ca 200 woningen in dit model kunnen worden gerealiseerd. BKZ investeert in de grond en de woning. Voorfinanciering eerste project vindt plaats uit eigen middelen, daarna zal financiering plaatsvinden via gemeente of Bank Nederlandse Gemeenten.
- Operationalisering van het herijkte Duurzaam geld gereserveerd voor renovatie en sloop-nieuwbouw in de periode 2022-2031 van maximaal 200 woningen. Voor investering in de grond en de woning is een lening afgesloten tussen gemeente en BKZ van € 30 miljoen. BKZ ondersteunt waar nodig de gemeente met haar acquisitie.
- Gekeken wordt hoe het pallet van BKZ instrumenten de komende tijd weer kan worden ingezet voor het stimuleren van de woningbouw en de mogelijkheden die de Woningbouwimpuls subsidie biedt.
- Gemeente en BKZ zijn in overleg welke Starterswoningen 2.0 projecten zullen worden aangeboden voor besluitvorming (en ook een reparatiebesluit van de al reeds aangekochte 2.0 woningen).
- Privaatrechtelijk
Bank Nederlandse Gemeenten
(Bedragen x €1.000)Bank Nederlandse GemeentenRechtsvorm:Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:23 december 1914Vestigingsplaats:Den HaagToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.
Bestuurlijk belangWethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Slegers. Zaanstad is niet vertegenwoordigd in de RvC.
Er is sprake van duale aansturing.
Stemverhouding: 0,07%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
In 2020 heeft BNG Bank haar strategie aangescherpt. Op basis van haar purpose ‘gedreven door maatschappelijke impact’ kiest de bank ervoor om zich exclusief te richten op de publieke sector. Daarbij ligt de focus op vier Sustainable Development Goals (SDG’s) waarmee de bank samen met publieke klanten het verschil wil maken:
- goede gezondheid en welzijn (SDG 3)
- kwaliteitsonderwijs (SDG 4)
- betaalbare duurzame energie (SDG 7)
- duurzame steden en gemeenschappen (SDG 11)
- klimaatactie (SDG 13).
BNG Bank streeft niet naar winstmaximalisatie, maar naar maatschappelijke impact en een redelijk rendement voor de aandeelhoudende overheden.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de BNG is laag.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
De nettowinst over 2023 is uitgekomen op € 254 mln. (vergelijk 2022 € 300 mln.). Hiervan wordt € 120 mln. in dividend uitgekeerd. Voor Zaanstad is dit € 0,9 mln. De winstsdaling van 15% is vooral veroorzaakt door een lager resultaat financiële transacties.
De omvang van de door BNG nieuw verstrekte langlopende leningen bedraagt € 11,3 miljard (vergelijk 2021 € 12,3 miljard). De totale langlopende kredietportefeuille bedraagt eind 2023 € 89,2 miljard. Dit is een netto toename van de portefeuille van € 1,2 miljard. Het financieringsbeleid van BNG Bank blijft onveranderd gericht op permanente toegang tot de geld- en kapitaalmarkt voor de gewenste looptijden en volumes tegen zo laag mogelijke kosten. De volatiliteit op de financiële markten zal dit jaar naar verwachting groot blijven.
Het dividend van de BNG wordt altijd verantwoord in het jaar dat de aandeelhoudersvergadering plaatsvindt. Het komt bij ons dus altijd een jaar later in de boeken als waar het betrekking op heeft. Het dividend vertoont de laatste jaren een vrij grillig verloop zoals blijkt uit deze tabel met het dividend over de afgelopen vijf jaar:
Jaarrekening (bedragen * € 1.000)
2020 2021 2022 2023 2024
(2019) (2020) (2021) (2022) (2023)
€ 529 € 753 € 950 €1.041 € 897
Vanaf 2023 begroten we structureel een dividend van € 0,9 mln.
Begroting 2025
Vanaf 2023 begroten we structureel een dividend van € 0,9 mln. Gelet op de realisatie over de laatste jaren is dit een realistisch bedrag. Er is dus geen aanleiding om dit bedrag te wijzigen.
Risico’s en beheersmaatregelen
Het risico is dat het begrote dividend niet wordt gerealiseerd. Hiertoe volgen we de tussentijdse berichten en de jaarrekening van de BNG. We hebben er nauwelijks zelf invloed op.
- Privaatrechtelijk
Masterplan Noordzeekanaalgebied
(Bedragen x €1.000)Masterplan NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:Stichting
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:IJmuidenToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet op duurzame wijze versterken van de regionale economie in het Noordzeekanaalgebied door het benutten van de potentie van het regionale haven- en industrieel complex.
Bestuurlijk belangWethouder Onclin en wethouder Tuijn zijn beiden lid van het stichtingsbestuur
Stemverhouding: 17%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Via de stichting Masterplan Noordzeekanaalgebied werken lokale overheden, het Rijk, partners uit het bedrijfsleven, netbeheerders en kennisinstellingen samen. Er wordt gewerkt aan de opgaven in de regio om het gebied aantrekkelijk te houden om te werken, te wonen en te recreëren.
Het Noordzeekanaalgebied is door het rijk eind 2021 aangewezen als een van de gebieden van nationaal belang en daarbij de novi-status verkreeg. In 2023 in opdracht van het Bestuursplatform NZKG de scope van de programmering verbreed ten opzichte van de oorspronkelijke programmering die was gebaseerd op de Visie NZKG 2040. De dagelijkse werkzaamheden op het Programmabureau zijn daarbij uitgebreid. Er is in het kader van de novi-status gestart met een beleidscoördinerende programmering (NOVEX NZKG) om te komen tot een nieuw Ontwikkelperspectief voor het gebied. Op verzoek van het stichtingsbestuur is gewerkt aan een verbetering van de bestuurlijke samenwerking (de governance) met een bijpassend organisatiemodel en een nieuwe financieringsstructuur. In december 2023 is de nieuwe governance bestuurlijk vastgesteld in het stichtingsbestuur en het Bestuursplatform. Het programma Energietransitie NZKG is verder doorontwikkeld en in uitvoering. De gezamenlijke ambitie is om in 2050 te komen tot een bijna volledig CO2 neutrale en circulaire economie.
Eind juni 2024 is bekend gemaakt dat het Noordzeekanaalgebied 50 miljoen euro ontvangt van Europa. Rijk, provincie en gemeenten hebben een bestuursovereenkomst getekend en gaan aan de slag met verschillende projecten die de leefkwaliteit in de regio verbeteren. De projecten staan in het Regioplan NZKG. Zo komt er een tweede (ook elektrische) pont over het Noordzeekanaal bij Velsen, een warmtenet voor ca. 2.000 woningcorporatiewoningen in Heemskerk en een gebiedsfonds Wijk aan Zee (Beverwijk). Voor Zaanstad zijn er drie projecten die tot doel hebben om de openbare ruimte te verbeteren door vergroening en verduurzaming; de aanleg en openstelling van het Hembrugbos, toevoegen van bomen en groen op sportpark Poelenburg voor het flexwonen en de herinrichting bij pont Buitenhuizen aan de Zaanse kant.
Het koersdocument Ontwikkelperspectief NZKG onderscheidt zeven thema’s:
Stedelijke leefomgeving
- Gezonde leefomgeving
- Woningbouw
Haven en industriegebieden
- Energietransitie
- Circulaire economie
- Haven en industrie
Landschap en Watersysteem
- Landschap en ecologie
- Water en klimaatadaptatie
Financiële positie
Jaarrekening 2023
De jaarrekening over 2023 is nog niet beschikbaar.
Begroting 2025
Vooralsnog is de begroting 2025 van de gemeente Zaanstad € 75.000 opgenomen, terwijl er nu ruim € 95.000 wordt gevraagd. Indien er eventueel toch een verhoging van de bijdrage nodig is vanaf 2025 zal u dit begin volgend jaar bij de Voorjaarnota 2025-2028 worden voorgelegd.
Er is nog geen begroting voor 2025 beschikbaar
Governance
Het Stichtingsbestuur NZKG ziet toe op de bedrijfsvoering van het Programmabureau NZKG en is verantwoordelijk voor de jaarrekening. Het stichtingsbestuur stelt op voordracht van het Bestuursplatform NZKG de directie aan en besluit over de meerjarige begroting en het jaarplan. Het Bestuursplatform NZKG benoemt uit haar leden, de leden van het stichtingsbestuur. In het stichtingsbestuur zitten de wethouders van de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad. De gedeputeerde van de provincie Noord-Holland is voorzitter van het stichtingsbestuur.
Risico’s en beheersmaatregelen
Financieel gezien zijn er geen risico’s op dit moment. Wel is het de verwachting dat de algemene reserve sterk zal afnemen als gevolg van de toename van de kosten van het Programmasecretariaat (kosten voor detachering en inhuur). Dit zorgt ervoor dat de financiële positie er niet beter op wordt. Door structureel de bijdragen van de partners te verhogen kan worden voorkomen dat de algemene reserve verder afneemt.
- Privaatrechtelijk
Vereniging Bedrijvenpark HoogTij
(Bedragen x €1.000)Vereniging Bedrijvenpark HoogTijRechtsvorm:Vereniging
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:HaarlemToezichtsregime:laagOpenbaar belangBevordering van het kwaliteitsniveau en de behartiging van de gezamenlijke belangen van de eigenaren van de gronden en gebouwen op bedrijventerrein HoogTij in Westzaan.
Bestuurlijk belangEr participeert niemand van het college in het bestuur van de vereniging. Ieder lid is bevoegd tot het uitbrengen van een zodanig aantal stemmen als overeenkomt met iedere vierkante meter grond in het bedrijvenpark waartoe het lid is gerechtigd is Het algemeen bestuur bestaat uit 4 leden.
De gemeente wordt als grondeigenaar en ontwikkelaar in de ledenvergadering vertegenwoordigd door een medewerker van de gemeente Zaanstad die is benoemd.
Stemverhouding: <1%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Zaanstad is van oudsher als grondeigenaar/ontwikkelaar lid van Vereniging Bedrijvenpark HoogTij (VBH). KG Parkmanagement geeft in opdracht van de gemeente (in de rol als eigenaar van openbare ruimte en ontwikkelaar van nog niet nog niet uitgegeven kavels) en de leden van de VBH (alle bedrijven op HoogTij) invulling aan het parkmanagement. De vereniging is verantwoordelijk voor een blijvende kwaliteit van de openbare ruimte en samenwerking op het terrein. Dit is van cruciaal belang voor een goed vestigingsklimaat, nu en in de toekomst. De vereniging is daarnaast het eerste aanspreekpunt voor de ondernemers op HoogTij en behartigt de collectieve belangen. Zaanstad heeft zich ingespannen en zal zich blijven inzetten om, samen met de grondeigenaren en ondernemers, de kwaliteit van het bedrijventerrein te behouden en te versterken. De rol van Zaanstad in de vereniging is afnemend, gezien de ontwikkeling dat steeds meer grond wordt uitgegeven. Uiteindelijk zal Zaanstad alleen als eigenaar van de openbare ruimte een opdrachtgeversrelatie houden met de vereniging/parkmanagementorganisatie.
Risicoprofiel
Het risico voor de gemeente bij de VBH is laag. Zaanstad is lid van de vereniging en betaalt de werkelijke kosten voor het beheer en onderhoud van nog niet uitgegeven kavels en de openbare ruimte op HoogTij. De organisatiegraad op HoogTij is hoog, alle bedrijven zijn lid van de vereniging. Het bestuur van de vereniging staat in samenhang met KG Parkmanagement in nauw contact met de bedrijven/leden, behartigt de belangen van de leden en voert structureel overleg met de gemeente over ontwikkelingen op HoogTij.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het jaar 2023 is afgesloten met een negatief saldo van € 5.131,-. De vereniging is financieel zeer gezond. Teneinde niet vennootschapsbelastingplichtig te worden is er de afgelopen jaren sprake geweest van een korting op de lidmaatschapsgelden.
Begroting 2025
De begroting voor 2025 wordt eind 2024 besproken/vastgesteld in de ALV van de VBH. Hierbij zijn geen bijzonderheden te verwachten.
Risico’s en beheersmaatregelen
Het risico voor de gemeente is laag, aangezien de bijdrage van de gemeente aan de VBH is gebaseerd op de werkelijke onderhoudskosten voor het beheer van nog niet uitgegeven bedrijfskavels en de openbare ruimte. Over de hiermee gepaard gaande kosten vindt structureel overleg plaats tussen de vereniging en de gemeente.
- Privaatrechtelijk
Stichting Jeugdteam Zaanstad
(Bedragen x €1.000)Stichting Jeugdteam ZaanstadRechtsvorm:Stichting
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2022Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet verlenen van jeugdhulp aan jeugdigen in Zaanstad, het beoordelen en doorverwijzen naar specialistische jeugdhulp en het voeren van regie op ondersteuningsplannen van gezinnen. Dit doet het jeugdteam door integraal samen te werken met de Sociale Wijkteams, het onderwijs, de huisartsen, specialistische aanbieders en andere partners in de wijken.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad heeft geen zetel in het bestuur, maar benoemt wel de directeur-bestuurder en de leden van de Raad van Toezicht van de stichting.
Stemverhouding:Actualiteiten en risico'sGovernance
- Er is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor onbepaalde tijd (2022/14158).
- Gemeente Zaanstad benoemt de directeur-bestuurder van de stichting.
- De directeur-bestuurder is eindverantwoordelijk voor de prestaties van de stichting en voor de uitvoering van de opdracht zoals verstrekt door de gemeente Zaanstad. De directeur-bestuurder is eerste aanspreekpunt voor de gemeente en de Raad van Toezicht.
- Gemeente Zaanstad benoemt de leden van de Raad van Toezicht van de stichting.
- De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op de besturing van de organisatie van de stichting. Onder het houden van toezicht vallen bijvoorbeeld het goedkeuren van besluiten van het bestuur alsmede het monitoren van het functioneren van het bestuur.
- De strategische visie is conform de Statuten ter goedkeuring aan de Gemeente Zaanstad voorgelegd. Na de goedkeuring van de Gemeente Zaanstad, heeft de Raad van Toezicht de Strategische visie en (meerjaren) begroting overeenkomstig vastgesteld. De strategische visie heeft een looptijd van ongeveer drie jaar en is nu halverwege.
- Voorgangsgesprekken Zaanstad – stichting:
- Er is een governance structuur afgesproken. Elk kwartaal zijn er voortgangsgesprekken met de directeur waarin de managementrapportage wordt besproken, elke maand is er een operationeel overleg (teamleiders) met de gemeente en een ontwikkeloverleg (meer tactisch overleg over de ontwikkelingen). De overlegstructuur biedt de mogelijkheid om tijdig bij te sturen.
Ontwikkelingen
- Het toekomstscenario jeugd- en gezinsbescherming is landelijk in voorbereidende fase, de verwachting nu is dat er een andere inrichting komt waarbij expertiseteams dichter tegen de jeugd- en wijkteams aan komt. De uitrol van de nieuwe werkwijze, wordt op zijn vroegst in 2027 verwacht.
- Het college heeft met de raad afgesproken periodiek over de voortgang van de jeugdhulp in Zaanstad te rapporteren via een voortgangsrapportage. De frequentie is na overeenstemming met de raad onlangs bijgesteld naar tweemaal per jaar.
- Met deze rapportage wordt een van de aanbevelingen van het rekenkameronderzoek Jeugdhulp in Zaanstad opgevolgd. In de voortgangsrapportage staat een update de aantallen jeugdigen in de jeugdhulp, de kostenontwikkeling, de besparende maatregelen en de lopende trajecten rondom jeugd. De laatste voortgangsrapportage is in september 2024 aangeboden.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is hoog. Het maatschappelijk belang is groot, het gaat om kwetsbare kinderen. De financiële bijdrage van de gemeente is aanzienlijk.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Resultaat 2023: positief resultaat van € 487.828.
Voorstel bestemming resultaat: toevoegen aan de algemene reserve.
De algemene reserve van Stichting Jeugdteam bedraagt per 1 januari 2024 € 833.022. Afgesproken is dat het Eigen Vermogen van de Stichting maximaal 10% van de begroting in het daaropvolgende jaar mag zijn. Afgezet tegen de begroting 2024 mag het Eigen Vermogen maximaal € 1,1 mln. zijn.
De buffer in het Eigen Vermogen stelt de stichting in staat om tegenvallers zelf op te vangen zodat ook strakker begroot kan worden.
Begroting 2024 en 2025
De Begroting 2024 is gebaseerd op die van 2023 vermeerderd met de afgesproken indexatie van 6,49%. De daadwerkelijke kosten stijgen sterker, vanwege de CAO die leidt tot 9% hogere personeelskosten. Het vinden van personeel blijft lastig. Indien mogelijk wordt gebruik gemaakt van tijdelijk personeel, deze arbeidskrachten leiden tot een kostentoename vanwege hogere tarieven. Het begrote resultaat bedraagt € 117.000 op een begroting van € 11 miljoen (1,17%). De landelijke ontwikkeling in de proeftuin voor jeugd- en gezinsbescherming is ondergebracht in de aanvullende opdrachten.
De begroting 2025 is nog niet opgesteld en volgt later dit jaar.
Risico's en beheermaatregelen
- Vanuit het risk control raamwerk opgesteld door KPMG zijn de belangrijkste risico’s een hoge werkdruk, het behouden en aantrekken van personeel en op het doelmatig en rechtmatig besteden van financiële middelen.
- Een belangrijke vervolgstap is het gezamenlijk met de stichting opstellen van een plan waarin risico's worden geprioriteerd en een roadmap wordt gecreëerd om mitigerende maatregelen te introduceren, evalueren en implementeren .
- In de begroting van Zaanstad zijn geen financiële risico’s opgenomen voor de stichting.
Beheersmaatregelen
- Bij de Stichting worden verbijzonderde interne controles uitgevoerd. Aandachtspunten zijn welke gegevens vanuit privacyoogpunt in het dossier mogen worden opgenomen en hoe de prestatielevering op alle dossiers goed kan worden aangetoond.
- Het vinden en behouden van goed gekwalificeerd personeel blijft een uitdaging. Trajecten kennen veelal een langere doorlooptijd. Vanuit stabiele continuïteit van zorglevering door dezelfde begeleider leidt dit tot een toename van wachtlijsten.
- Door de inrichting van de overlegstructuur tussen de stichting en de gemeente is tijdige bijsturing op FTE’s en kosten mogelijk.
- Privaatrechtelijk
Stichting Sportbedrijf Zaanstad
(Bedragen x €1.000)Stichting Sportbedrijf ZaanstadRechtsvorm:Stichting
geen bestuurlijke deelname
quasi inbesteding
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2015Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Sportbedrijf is verantwoordelijk voor de exploitatie van sporthallen, gymzalen en zwembaden en de uitvoering van sportstimuleringsactiviteiten en de impuls onderwijs, sport en cultuur. De opdracht van de gemeente Zaanstad aan het Sportbedrijf is vastgelegd in een exploitatieovereenkomst.
Bestuurlijk belangDe leden van de Raad van Toezicht worden door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad benoemd, geschorst en ontslagen.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Met ingang van 1 januari 2025 wordt de exploitatieovereenkomst geactualiseerd. De looptijd is opnieuw op 5 jaar gesteld en zal dus gaan lopen tot en met 31 december 2029. Met ingang van 2025 worden de tarieven voor het gebruik van Sporthallen door het voortgezet onderwijs berekend op basis van de VNG modelverordening, de verwachting is dat de baten van het sportbedrijf hierdoor toenemen.
Tot en met 2023 heeft het Sportbedrijf jaarlijks een positief bedrijfsresultaat behaald. De prijsindexering die de gemeente toepast is mogelijk onvoldoende om vanaf 2024 een sluitende exploitatie te behouden. Dit vanwege hogere loon- en energiekosten. De gasprijs is voor het Sportbedrijf de belangrijkste kostenpost. Driekwart van de hoeveelheid gas die nodig is, is voor 2024 en verder ingekocht voor € 0,60 per kuub. Dat betekent 333% hogere kosten per kuub voor het Sportbedrijf vergeleken bij 2023.
Op korte termijn kan een tekort door het Sportbedrijf zelf opgevangen worden, door inzet van de reserve “nog te besteden exploitatie Sportbedrijf”. Hoe dit doorwerkt op de lange termijn is beperkt in te schatten.
Het nieuwe zwembad De Slag is groter dan het huidige zwembad de Slag dat het gaat vervangen. Dit zal hogere exploitatielasten met zich meebrengen vanaf het moment dat het nieuwe zwembad in gebruik wordt genomen.
De exploitatiebijdrage van Zaanstad zal daardoor ook moeten toenemen. De verwachting is dat dit in 2026 plaats zal gaan vinden. De berekening van de exacte exploitatielasten is nog niet bekend.
Naast de exploitatie van zwembaden, sporthallen en gymzalen biedt het sportbedrijf een variëteit aan sporten om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de behoefte van de inwoners. Hiermee geven zij invulling aan het sportbeleid van gemeente Zaanstad.
Financiën
De Gemeente stelt jaarlijks een budget ter beschikking aan de Stichting ten behoeve van de exploitatie van de accommodaties en de uitvoering van de activiteiten (Exploitatiebijdrage). Jaarlijks stelt de stichting de begroting op voor het komende jaar en legt deze voor ter goedkeuring aan de gemeente.
De jaarrekening wordt 4 maanden na einde boekjaar aan de gemeente aangeboden. Na publicatie van de jaarrekening over 2024 van het Sportbedrijf zal met de gemeente afgerekend worden over de afgelopen 5 contractjaren zoals contractueel vastgelegd. Door de positieve resultaten over de jaren 2020, 2021 en 2022 verwachten we dat de gemeente een klein bedrag terug zal gaan ontvangen.
Jaarrekening 2023
De jaarrekening is in de vergadering van 29 april 2024 door de Raad van Toezicht getekend. Het resultaat voor bestemming was €379.000 positief. Omdat er daarna onder andere € 600.000,- extra is gereserveerd voor verduurzaming van zwembad de Crommenij is de reserve “nog te besteden exploitatie Sportbedrijf” licht gedaald van € 2,4 miljoen naar ruim € 2,2 miljoen.
In 2023 zijn de effecten van Corona niet meer aan de orde. De zwemlessen blijven onverminderd in trek, ook doordat kinderen via de Meedoen Regeling hun zwemdiploma A en B kunnen halen.
Begroting 2025
De exploitatiebijdrage wordt verhoogd met de 2,2% prijsindex die gemeente Zaanstad in de begroting 2025 hanteert. De exploitatiebijdrage komt daarmee uit op €6.234.201,- exclusief btw.
Risico’s en beheersmaatregelen
Er is landelijk sprake van een groeiend tekort aan zwemdocenten, waardoor op veel plaatsen geen gebruik gemaakt kan worden van de volledige zwembadcapaciteit. Met als gevolg dat de inkomsten onder druk staan en de wachtlijsten toenemen. Dit is ook een risico voor Stichting Sportbedrijf Zaanstad. Op dit moment is geen sprake van een tekort. Men maakt gebruik van doorlopende werving via de social media kanalen, de opleiding tot zwemdocent wordt verzorgd door de Stichting zelf, om een dreigend tekort te voorkomen.
- Privaatrechtelijk
Textiles2Textiles B.V.
(Bedragen x €1.000)Textiles2Textiles B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:29 januari 2020Vestigingsplaats:WormerveerToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet op gang brengen van de transitie naar een circulaire verwerking van textiel afval. De legitimering van een overheidsinterventie op basis van marktfalen is hier van toepassing. Het doel is textiel afval verwerken tot grondstof voor de kledingindustrie.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad is houder van 33 1/3% van de aandelen. Wethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Tuijn.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Stemverhouding: 33,33%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Begin 2023 werd met lange vertraging, de trimclean machine geleverd, waardoor T2T hun primaire productie activiteit (het opschonen van afgedankt textiel tot “clippings”: kleine stukjes textiel vrij van knopen, ritsen en andere vervuiling) daadwerkelijk kon uitvoeren. De verwachting was met de levering van de machine ook contracten konden worden gesloten en het bedrijf financieel in beter vaarwater zou komen. Dit is tot op heden niet gebeurd. Eind december 2023 heeft Zaanstad haar aandelen in de BV te koop aangeboden. Sindsdien zitten wij in het verkoopproces van onze aandelen. Er is door het bestuur van de onderneming een partij gevonden voor zowel onze aandelen en die van de andere aandeelhouder van T2T BV. Op dit moment loopt het boekenonderzoek, waarbij de gehoopte uitkomst is dat de verkoop voor het einde van het jaar is afgerond.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
De jaarrekening over 2023 is nog niet beschikbaar. Er is uitstel gevraagd voor het opmaken van de jaarrekening door het bestuur van de onderneming.
Risicoprofiel
Het financieel belang is beperkt. De gemeentelijke deelneming is onderhandeld op € 0,2 mln., waarvan € 0,05 mln. via een eerder verstrekte subsidie. Voor de deelneming is een voorziening van € 0,2 mln. gevormd. Daarnaast heeft Zaanstad een lening verstrekt ter grootte van € 0,2 mln., voor deze lening is een voorziening opgenomen van € 0,2 mln.
De maatschappelijke betrokkenheid is beperkt: de activiteiten van Textiles2Textiles B.V. richten zich op het verwerken van textiel afval van inwoners. De gemeente participeert in Textiles2Textiles B.V. vanuit het publieke belang en de maatschappelijke doelen die de gemeente wil realiseren.
Risico’s en beheersmaatregelen
Risico’s
Als er onvoldoende voortgang wordt geboekt in de oplevering en het in bedrijf nemen van de machines, heeft dit tot gevolg dat:
- Sprake is van steeds verder oplopende vertraging in de business case met daaraan gekoppeld financiële consequenties.
- Toeleveranciers / inkopers eindproduct vinden via andere kanalen (afname interesse uit de markt).
- Concurrentie ontwikkelingen.
Beheersmaatregelen
- Actief in gesprek blijven met de bestuurders.
- Samen met andere gemeenten optrekken in de MRA, opgave duurzaamheid en circulaire economie.
- Deelname aan de Denim Deal door Zaanstad.
- Actieve deelname door ZNSTD in verschillende gremia om te kunnen anticiperen / invloed uit te kunnen oefenen op de ontwikkelingen rondom circulaire textiel.
- Annotaties B&W AvA Textiles2Textiles.
- Herijking van de business case.
- Privaatrechtelijk
Dimpact
(Bedragen x €1.000)DimpactRechtsvorm:Coöperatie
Oprichtings-/publicatiedatum:lidmaatschap gestart in oktober 2020Vestigingsplaats:EnschedeToezichtsregime:Openbaar belangBinnen de onafhankelijke coöperatie Dimpact werken 40 gemeenten samen. Zij co-creëren en leren van elkaar op het gebied van digitale innovatie van dienstverlening. Als lid van Dimpact kan Zaanstad (tegen betaling) gebruik maken van de producten die onder regie van Dimpact ontwikkeld zijn door de leden en evt externe partijen.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad heeft één stem in de Algemene Ledenvergadering van Dimpact. Wethouder Van der Laan vertegenwoordigt de gemeente in de ledenvergadering
Stemverhouding: 1 van de 40 stemmenActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
- Concept Bedrijfsplan 2025: Het bedrijfsplan voor 2025 is opgesteld met een transparante weergave van tarievenstructuur, productkosten en verenigingskosten1.
- Proces & Feedback: Er is een proces gevolgd om feedback te verzamelen vanuit de Dimpact governance, inclusief discussies met de Commissie Strategie en Beleid en de auditcommissie van de RvC.
- Begroting 2025: De begroting voor 2025 wijkt af van die van 2024, met veranderingen door het afronden van programma Beyond23 en de ontwikkeling van PodiumD2.
- Financiering & Eigen Vermogen: Er zijn voorstellen gedaan voor de financiering van programma Beyond23 uit het eigen vermogen en een jaarlijkse bijdrage voor ‘onvoorzien’ voor de implementatie van PodiumD.
- Publicatie-platform: Samen met andere gemeenten en Dimpact werken we aan één generieke en duurzame publicatievoorziening voor het actief openbaarmaken. We doen dit op basis van ‘open source’ en ‘common ground’. Deze ontwikkeling wordt door ons medegefinancierd vanuit het programma Zaanstad-open. De eenmalige kosten om het te ontwikkelen betreffen €115.000 tot 2027. Daarna verwacht €25.000 structureel voor beheer/support/hosting.
Risico’s:
- Complexiteit van de Opgave: Het realiseren van de Common Ground beweging is een complexe, omvangrijke en meerjarige opgave die onbekende paden en risico’s met zich meebrengt. De vereniging moet wendbaar en flexibel zijn om deze onzekerheid te omarmen.
- Digitale Transformatie: De strategische opgave wordt gezien als een digitale transformatie die meer een gedrag- en cultuuromslag vereist dan alleen een technologische oplossing. Dit vraagt om een nieuwe manier van samenwerken en een verandering in mindset en vaardigheden.
- Samenwerking en Kennisborging: Er is een focus op het verminderen van de afhankelijkheid van externe inhuur door kennis en kunde intern te borgen en verantwoordelijkheden laag in de organisatie te beleggen.
- Kwaliteitsmanagement: Er wordt gestreefd naar ISO-certificering 9001:2015 om kwaliteitsniveau te bewaken en continu te verbeteren, wat helpt bij het identificeren van risico’s en het nemen van verbetermaatregelen.
- Publicatie-platform: De bedachte Project Start Architectuur (PSA) kan tijdens de ontwikkeling mogelijk niet werken. Om dit risico te voorkomen, wordt de haalbaarheid en doorlooptijd van de PSA vooraf getoetst bij de drie ICT-bouwpartners van Dimpact.
- De gebruikersinterface kan te ingewikkeld zijn – niet gebruikersvriendelijk - wat de adoptie bij eindgebruikers tegenwerkt. Om dit risico te mitigeren, worden het NL Design System toegepast, UX/UI-ontwerpen en bruikbaarheidsonderzoeken van Tilburg hergebruikt, het UX/UI-ontwerp voor DImpact-gemeenten uitgebreid en verbeterd, en de effectiviteit getest via bruikbaarheidsonderzoeken bij de eindgebruikers.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het resultaat over het boekjaar 2023 bedroeg €244.151, dit resultaat is toegevoegd aan de algemene reserve. De algemene ledenvergadering (ALV) heeft hiermee ingestemd.
Zaanstad is niet aanwezig geweest bij de ALV en is passief lid.
Begroting 2025
- Algemeen: De begroting voor 2025 wijkt af van die van 2024, met behoud van de tarievenmethodiek van 2023 en 2024. Er is onvoldoende financiële informatie beschikbaar voor PodiumD en gerelateerde producten om deze in de begroting op te nemen.
- Financiering Beyond23: Het eigen vermogen van de vereniging wordt tijdelijk gebruikt om het programma Beyond23 te financieren, met een totaalbedrag van €2.203.000. Alternatieve financieringen zijn onderzocht, maar het gebruik van eigen vermogen is gekozen.
- Consequenties Eigen Vermogen: De tijdelijke financiering van Beyond23 en de jaarlijkse bijdrage aan het programma en PodiumD zullen het eigen vermogen in 2025 verminderen tot €941.000, wat resulteert in een weerstandsratio van 0,36, onder de gewenste norm van 1,2.
- Adviezen: Er worden voorstellen gedaan om het programma Beyond23 te financieren uit eigen vermogen, jaarlijks €150.000 beschikbaar te stellen voor onvoorziene kosten, en een lagere weerstandsratio te accepteren voor 2025 en 2026.
- Exploitatiebegroting: De risico’s voor de exploitatie zijn ingeschat op €2.451.000. Dit omvat personeelskosten, huisvesting, kantoorkosten, algemene kosten, autokosten, marketing- en communicatiekosten, afschrijvingskosten en financiële baten en lasten.
- Projectrisico’s: De risico’s voor projecten zijn ingeschat op €160.000. Dit omvat risico’s zoals onvoldoende personeel voor PodiumD, hogere kostenstijgingen door inflatie en onvoorziene vertragingen in projecten.
- Weerstandsvermogen: Voor 2025 moet het eigen vermogen minimaal €3.133.000 zijn om aan de norm te voldoen. Dit is nodig om de risico’s in de exploitatie en projecten te kunnen opvangen.
Risico's en beheersmaatregelen
Risico: De Project Start Architectuur (PSA) die DImpact gemeente hebben opgesteld blijkt tijdens de ontwikkeling niet te werken.
Maatregel: bij de drie bouwpartners van DImpact is het PSA vooraf getoetst op haalbaarheid en doorlooptijd.
Risico: De gebruikers van het Publicatie Platform kunnen er niet mee uit de voeten.
Maatregelen:
- Toepassen NL Design System (toegankelijke en begrijpelijke overheidsdienstverlening)
- Hergebruik UX / UI ontwerp + bruikbaarheidsonderzoek Tilburg
- Uitbreiden UX / UI ontwerp Dimpact gemeenten
- Proof of the pudding nemen via eigen bruikbaarheidsonderzoek doelgroep (bij de informatiemarkt Wet open overheid 11-7 worden deelnemers geworven)
- Privaatrechtelijk
RON Achtersluispolder I B.V.
(Bedragen x €1.000)RON Achtersluispolder I B.V.Rechtsvorm:Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:20 december 2005Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe RON Achtersluispolder I is het uitvoeringsinstrument voor het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen in de Achtersluispolder.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad is houder van 33 1/3% van de aandelen. Wethouder Onclin vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Slegers.
Er is sprake van duale aansturing waarbij de wethouder financiën invulling geeft aan de eigenaarsrol en het inhoudelijk opdrachtgeverschap is belegd bij de beleidsportefeuillehouder.
Aandelenkapitaal € 18.000
Stemverhouding: 33,33%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Bij de ontmanteling van de RON NV is de gemeente, op verzoek van de gemeenteraad, aandeelhouder geworden van Achtersluispolder I BV (een dochter van RON NV) om zeggenschap te houden over het Houtcentrum. De gemeente is 33 1/3 % aandeelhouder van RON Achtersluispolder I B.V. en het Havenbedrijf Amsterdam aandeelhouder van de overige 66 2/3% aandelen. Op de korte en middellange termijn wordt het Houtcentrum verhuurd aan verschillende bedrijven en het COA voor de opvang van asielzoekers.
Het gebied wordt aanhouden om de toekomstige ontsluiting mogelijk te maken, daarnaast dient het gebied ook om in te zetten op intensivering van bedrijventerreinen.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
Het jaar 2023 is afgesloten met een positief saldo van € 1,26 mln. De bestemming van dit resultaat is door het toe te voegen aan de overige reserves die hierna € 2,24 mln. bedragen. De bezitting bestaat voornamelijk uit de deelneming (50,3%) in het Houtcentrum BV € 2,91 mln., welke gebaseerd is op de nettovermogenswaarde. Het Houtcentrum BV heeft een eigen vermogen van € 4,67 mln. op een balanstotaal van € 10,2 mln. De financiële positie is gelet op de solvabiliteit van 45 % goed te noemen.
Begroting 2025
De RON Achtersluispolder I BV heeft geen begroting. RON Achtersluispolder I BV behoudt de deelneming in het Houtscentrum BV. Verder zijn er geen activiteiten gepland.
Risico’s en beheersmaatregelen
Het financiële risico bestaat uit het bedrag van € 0,2 mln., zijnde 33,33% van onze deelneming in het aandelenkapitaal van RON Achtersluispolder I BV, welke gewaardeerd is tegen de verkrijgingsprijs. En de uitgegeven geldlening € 0,3 mln. welke is opgenomen tegen de nominale waarde. Beheersmaatregel bestaat uit het jaarlijks beoordelen van de jaarrekening van RON Achtersluispolder I B.V. Gelet op de financiële positie van RON Achtersluispolder I BV is er geen aanleiding om een voorziening op te nemen omdat het eigenvermogen (ruim € 2 mln.) en ons aandeel hierin (33,33%) hoger is dan de verkrijgingsprijs.
RON Achtersluispolder I BV betreft een beheermaatschappij welke aandelen houdt in Houtcentrum BV (belang 50,3%). De waardering Houtcentrum BV heeft dus invloed op het risicoprofiel/ waardering van ons belang in RON Achtersluispolder I BV.
- Privaatrechtelijk
Metropoolregio Amsterdam
(Bedragen x €1.000)Metropoolregio AmsterdamRechtsvorm:De MRA is geen juridische entiteit en heeft geen mogelijkheden om bindende besluiten te nemen. Het is een netwerk waarin wordt samengewerkt met provincies, gemeenten en de VRA. In de Samenwerkingsafspraken 2021 staat hoe de deelnemers met elkaar samenwerken.
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2007Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet gezamenlijk werken aan onderwerpen die de grenzen van de gemeenten overstijgen. Bijvoorbeeld duurzaamheid, economie, mobiliteit en ruimtelijke vraagstukken, maar ook vanuit een sociaal maatschappelijke invalshoek.
Bestuurlijk belangMetropool Regio Amsterdam (MRA) kent geen bestuurlijke vertegenwoordiging.
Er is in juridische zin geen bestuurlijk belang. Er kunnen binnen de MRA geen bindende besluiten worden genomen, dit is aan de gemeenteraden van de individuele deelnemers. Er is een informeel bestuurdersnetwerk.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Op basis van de MRA agenda 2020-2024 wordt gewerkt langs een aantal opdrachten:
- Opdracht 0: De samenwerking verder versterken Metropoolregio Amsterdam
- Opdracht 1: Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve en schone economie
- Opdracht 2: Bouwen voor de woningbehoefte en met groei de leefkwaliteit van het geheel versterken
- Opdracht 3: Vaart maken met het metropolitaan mobiliteitssysteem
Sinds enige tijd wordt er vanuit de MRA gewerkt aan een nieuwe Agenda, voor de periode 2025-2028. In deze agenda worden de inhoudelijke ambities voor de langere termijn geformuleerd.
De volgende 8 ambities zijn benoemd:
- We willen een klimaatneutrale en circulaire regio zijn in 2050
- We versterken de (digitale) concurrentie- en innovatiekracht van de MRA om bij te dragen aan de transities die nodig zijn
- We willen tekorten op de arbeidsmarkt verminderen en toekomstbestendig werk bieden aan huidige en nieuwe inwoners waardoor zij zich kunnen (blijven) ontwikkelen (door een optimale aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt
- We willen voldoende, passende, bereikbare en toekomstbestendige werklocaties in de nabijheid van (potentiële) werkenden
- We willen leefbare steden en dorpen met voldoende, betaalbare, bereikbare en toekomstbestendige woningen, in een gezonde leefomgeving.
- We behouden en (waar mogelijk) versterken de kwaliteit van ons landschap en cultuurhistorisch erfgoed.
- We willen dat het (inter)nationale toerisme en de recreatiemogelijkheden bijdragen aan de leefkwaliteit van al onze inwoners.
- We willen dat eenieder zich op duurzame en betaalbare wijze kan verplaatsen en dat al het logistieke vervoer duurzaam is. Onze (inter)nationale connectiviteit verduurzamen we.
Bij de MRA Agenda wordt een meerjarenbegroting voor dezelfde periode opgesteld. De verwachting is dat de meerjarenbegroting medio oktober aangeboden wordt voor wensen- en opvattingen. De meerjarenbegroting staat in december 2024 voor vaststelling op de agenda.
In 2024 wordt een start gemaakt met de uitvoering van de strategische agenda toerisme en recreatie, waarbij verder wordt ingezet op de spreiding van toerisme (in samenhang met recreatieve en culturele functies) en de bijdrage ervan aan de poly-centrische ontwikkeling van de MRA.
Door een gezamenlijke aanpak van Spoor en OV is een tariefstijging voor 2024 op het nippertje afgewend, dit geldt nog niet voor 2025.
In 2023 is er een meerjarenbegroting voor de resterende looptijd van de huidige MRA Agenda vastgesteld. Daarbij is de inwonerbijdrage per jaar tot en met 2025 vastgesteld. Voor 2023 bedraagt de bijdrage per inwoner € 1,56, voor 2024 € 1,59 en voor 2025 € 1,62.
Daarnaast levert Zaanstad ambtelijke capaciteit.
Jaarlijks verzendt de MRA een Termijnagenda en Voortgangsnota aan de MRA-deelnemers. Hierin staan respectievelijk de plannen voor het komende jaar en de resultaten van het afgelopen jaar.
De verzending van de definitieve conceptversie van de MRA agenda 2025-2028 ter bekrachtiging door alle deelnemers zal zijn wordt medio oktober 2024 verwacht. De lancering van de nieuwe MRA Agenda zal plaatsvinden op een MRA Congres in februari 2025.
Governance
In de MRA Samenwerkings-afspraken is omschreven hoe de samenwerking is vormgegeven. De MRA bestaat uit 30 gemeentes, 2 provincies en de Vervoerregio Amsterdam (VRA). De deelnemende gemeenten werken vanuit zeven deelregio’s. Uitgangspunt hiervoor is de huidige geografische indeling: Amsterdam, Amstelland-Meerlanden, Zuid-Kennemerland, IJmond, Zaanstreek-Waterland, Gooi en Vechtstreek, Almere-Lelystad. Iedere deelregio is met minimaal één afgevaardigde vertegenwoordigd in het Bestuur, de bestuurlijke platforms en de portefeuillehoudersoverleggen. In de Algemene Vergadering is iedere deelnemer vertegenwoordigd.
(1) Algemene Vergadering
- De Algemene Vergadering (AV) is het algemeen bestuur van de MRA.
- Elke deelnemer aan de MRA heeft rechtstreeks zitting in de AV.
- De AV controleert het Bestuur en is de primaire link met de deelnemers.
- In de AV worden financiële en procesmatige kaders gesteld, en wordt het gesprek gevoerd over de langere termijn en de cultuur van de MRA-samenwerking.
- De vergaderingen van de AV gaan niet over inhoudelijke onderwerpen: deze zijn belegd bij de bestuurlijke platforms, de portefeuillehoudersoverleggen en het Bestuur.
(2) Bestuur
- Heeft de dagelijkse leiding over de samenwerking in de MRA.
- Bewaakt de realisatie van de centrale ambitie, de drie inhoudelijke doelen en de samenhang.
- Gezicht naar buiten: coördineert de lobby in Den Haag en Brussel en zorgt dat met één mond wordt gesproken.
- Verantwoordelijk voor draagvlak voor te nemen besluiten.
- Legt verantwoording af aan algemene vergadering.
- Komt maandelijks bijeen.
- Bestaat uit: Burgemeester Amsterdam (voorzitter en formateur), Commissaris van de Koning Noord-Holland, Commissaris van de Koning Flevoland, , en per Bestuurlijk platform één afgevaardigde, niet zijnde de voorzitter (geografisch verdeling) . De directeur van de MRA is secretaris van het bestuur.
(3) Bestuurlijke platforms.
- 3 platforms (Economie, Ruimte, Mobiliteit).
- 3 portefeuillehoudersoverleggen (Bouwen & Wonen, Metropolitaan Landschap en Kunst, Cultuur & Erfgoed).
(4) Raadtafel
- De Raadtafel geeft gevraagd én ongevraagd advies over de processen die de gemeenteraden en Provinciale Staten van de MRA-deelnemers aangaan, waaronder de jaarlijkse Voortgangsnota, de Termijnagenda en het proces van ‘wensen en opvattingen’.
- Alle gemeenteraden en beide Provinciale Staten zijn met één lid vertegenwoordigd in de MRA Raadtafel.
(5) Directie
- ondersteunt het Bestuur, de bestuurlijke platforms (en daaraan gekoppelde andere overleggen) en Algemene Vergadering in al hun werkzaamheden;
- draagt zorg voor een optimale betrokkenheid van raden en Staten bij de MRA-samenwerking en ondersteunt daartoe onder meer de MRA Raadtafel;
- voert de dagelijkse werkzaamheden uit voor de uitvoering van de MRA Agenda;
- voert een actieve interne- en externe communicatie;
- beheert de MRA-financiën en voert daartoe een deugdelijke administratie;
- signaleert en initieert thema’s die regionale afstemming vereisen, en faciliteert het maken van regionale afspraken hierover;
- stelt elke vier jaar een directieplan op, waarin zij inzichtelijk maakt welke inzet nodig is om enerzijds de MRA-samenwerking mogelijk te maken (de kern van de Directie) en anderzijds de uitvoering van de MRA Agenda te bewerkstelligen (de flexibele schil). Het Bestuur komt op basis van dit plan met een voorstel aan de Algemene Vergadering om deze inzet beschikbaar te stellen.
Deelnemers MRA:
- Gemeenten (30)
Aalsmeer, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Diemen, Edam-Volendam, Gooise Meren, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Landsmeer, Laren, Lelystad, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Wijdemeren, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort.
- Provincies (2)
Noord-Holland, Flevoland
- Vervoerregio Amsterdam (VRA)
- Privaatrechtelijk
Stichting Marketing Zaanstreek
(Bedragen x €1.000)Stichting Marketing ZaanstreekRechtsvorm:Stichting (op basis van quasi-inbesteding)
Oprichtings-/publicatiedatum:Oprichting 8 juli 2010, laatste statutenwijziging 26 juni 2024Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:laagOpenbaar belangCitymarketingdiensten worden ingezet om de positie en het ‘merk’ van de gemeente te versterken in het algemeen belang.
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad heeft geen zetel in het bestuur, maar benoemt wel de directeur-bestuurder en de leden van de Raad van Toezicht van de stichting.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sOntwikkelingen
De overeenkomst is 1 juli 2024 opnieuw ondertekend. Met het toevoegen van SMZ als verbonden partij valt de overeenkomst onder quasi-inbesteding.
De 5-jaars strategische visie wordt uitgewerkt en de verwachting is dat eind 2024 de raad geïnformeerd kan worden.
Governance
- Er is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor onbepaalde tijd (2022/14158).
- Gemeente Zaanstad benoemt de directeur-bestuurder van de stichting.
De directeur-bestuurder is eindverantwoordelijk voor de prestaties van de stichting en voor de uitvoering van de opdracht zoals verstrekt door de gemeente Zaanstad. De directeur-bestuurder is eerste aanspreekpunt voor de gemeente en de Raad van Toezicht.
- Gemeente Zaanstad benoemt de leden van de Raad van Toezicht van de stichting.
De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op de besturing van de organisatie van de stichting. Onder het houden van toezicht vallen bijvoorbeeld het goedkeuren van besluiten van het bestuur alsmede het monitoren van het functioneren van het bestuur.
- De strategische visie wordt conform de Statuten ter goedkeuring aan de Gemeente Zaanstad voorgelegd. Na de goedkeuring van Gemeente Zaanstad, stelt de Raad van Toezicht de Strategische visie en (meerjaren) begroting overeenkomstig vast.
- Voorgangsgesprekken Zaanstad – stichting:
Er is een governance structuur afgesproken. Elk kwartaal is er een bestuurlijk overleg met ambtenaren waar de directeur rapporteert over campagnes, tevredenheidsonderzoeken en reputatiemetingen. Elke 6 weken is er een overleg met de wethouder en ambtenaren.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is laag met een minimaal toezichtsarrangement.
Financiële positie
Jaarrekening 2023
De controleverklaring is door de accountant op 4 juli 2024 afgegeven. Het resultaat over 2023 bedraagt € 79.349. Het resultaat is in de jaarrekening als volgt bestemd:
- € 9.349 toevoegen aan de overige reserves, de stand van deze reserve per 31 december 2023 is € 162.144 (2022: € 152.795).
- € 70.000 toevoegen aan de nieuw gevormde organisatie-ontwikkelingsreserve.
De jaarrekening is vastgesteld door het bestuur op 4 juli 2024.
Begroting 2025
De begroting 2025 wordt nog opgemaakt en in het vierde kwartaal aan de gemeente aangeboden.
Risico's en beheermaatregelen
Risico’s
- Te beperkte inzichtelijkheid in de toegevoegde waarde van SMZ.
- Overschrijding van de bovengrens van 20% externe baten waardoor de voorwaarden van quasi-inbesteding worden geschonden
- Toename financiële druk bij de gemeente doordat partners afhaken.
Beheersmaatregelen
- Het meten van de toegevoegde waarde met behulp van korte en langetermijn doelstellingen voorzien van goede KPI’s
- De directie van SMZ rapporteert periodiek over de bevinding voor de 80/20 verhouding
- De directie van SMZ informeert de gemeente over nieuwe opdrachten
- De directie van SMZ zet stevig in op samenwerking.